Wat heeft mobiel frezen, een weckpotje en Katarakt met elkaar gemeen? Het antwoord vind je in het relaas van onze hartstikkeleuke laatste fietstocht. Nee, Wissant was echt te ver Stanne. José voelde meer voor Nederland, dat zowat heel de wereld kent als de platste vijg van lichtjaren in het rond. Plat? Jawel, buiten één klein plekje. Een plekje dat ondergetekende natuurlijk wist te vinden en waar je zowaar een fietstochtje kan uitstippelen. Wij dus met z'n allen naar Bemelen, een opkomende wereldstad ergens ten oosten van Maastricht. Met z'n allen was: ondergetekende, Kristien en Free (het kan best zijn dat sommige lezers ontgaan is dat ik nog een dochter heb die in de zomer mee naar Venetië wil), Bert en Maxim (allebei straffe gasten, om d'er strafst eigenlijk), Else (voor één van de laatste keren zo vrij als een vogeltje), José en Jan (die laatste een soort supersympathieke kruising tussen professor Gobelijn en Gust Flater; altijd bereid om de rest te verbazen met een nieuwsoortig vehikel). Bemelen was ons te druk, met op hun zondags-best geklede inwoners, en dus lieten we het wereldstadje in spé maar rustig verder ontwaken tussen de kerselaars. 'En dansant' door de boomgaarden naar boven, alwaar Kristien vond dat haar achterband toch wat platjes stond. Voor Jan de gelegenheid om de laatste hand te leggen aan z'n fonkelnieuwe Ludo. Kadier en Keer door, weer zo'n metropool, stijf naar beneden en zachtjes omhoog. Alweer de tijd voor een oponthoud. In Eckelrade aan de meiboom links en wat verder op het gevoel rechts. Weer stoppen, kijken op de kaart, wat prullen aan de Ludo. St.Geertruid, prachtig stadje van zeker 20 inwoners en deze keer geen oponthoud. Verder naar Mheer en meer oponthoud, met name boven op de twee molshopen. En zo ging dat maar door.
Zuid Limburg in België is mooi, maar Zuid Limburg in Nederland is een echt pareltje met leuke hellinkjes. Bovenaan telkens wat stoppen en wat bijpraten. En zo ging dat maar door... Vrijwel de hele tijd langs de grens. Eén keertje er 50 meter over, wat je letterlijk zag en rook.
Toch een paar woordjes over de sportieve prestaties die vooraan in de groep geleverd werden. Na Slenaken met een groep wielertoeristen omhoog. En ja Bert, ik geef het toe, wielertoeristen werken op mij als een rode lap op een stier. In géén tijd rustig voorbijgepeddeld (mét Bert apropos) en even de bodem uit hun illusies geslagen met die zwaarbepakte fietsen van ons. Boven een opmerkelijk frisse Maxim en Free. Daarna in een rotvaart naar beneden en in Epen 50 m fout gereden (wat mij de hele dag zwaar werd aangerekend. terecht overigens). Daarna weer met wat wielertoeristen Camerig op. Gelijkaardig scenario, maar deze keer zonder Bert. Dik halverwege een veelkleurige zucht gevoeld: Maxim die als een rasechte klimmer de cyclosportieven in de vernieling reed. De verschillen boven begonnen op te lopen. Niet iedereen vond die heuveltjes even leuk, veronderstel ik. Prachtige afdaling naar Vaals en de groep meteen weer in stukken. Weer wat gewacht en dan naar het Drielandenpunt waar Kristien ondervond dat je best uit de klikpedalen gaat vóór je volledig stilstaat. Smartelijke val die voor blauwe plekken zorgde. Petriek en Jeuhén hadden betere slapstick.
Na een oponthoud van 33 seconden verder en links (links, LINKS, LIIINKS BERT) het bos in naar Aken. Leuk bollend bergaf. Dag Jan. Beneden geen Jan meer te bespeuren. Jan was ook naar beneden gereden, maar niet langs de Duitse, maar langs de Belgische kant. Toen zijn frank (lees euro) viel dat de Duitse vlag er toch precies wat anders uitzag, was hij al bijna beneden en mocht hij terug naar boven en terug naar beneden. Dat laatste zou normaal geen probleem mogen zijn voor onze Jan (meester-afdaler), maar vandaag was er een klein technisch probleem (meester-bricoleur). De diameter van het centrum van de vork van zijn voorwiel was niet juist in verhouding tot de rest van het frame (gewoon omdat hij thuis bij de samenstelling, of beter wedersamenstelling, van z'n Ludo niet over de geschikte meetapparatuur beschikte), of zoiets. Gevolg: Jan ging door z'n remblokjes als een mes door boter bij 25°. Tegen dat we de rand van Aken/Aachen bereikt hadden trok Jan een meterslang spoor van vonken doordat zijn remblokjes (zonder blokjes dus) constant tegen de velg werd geduwd bij het remmen. Dit is een memorabel moment in de geschiedenis van de mensheid: Jan Van Poyer heeft gistermiddag rond 13u47 de mobiele freesinstallatie uitgevonden, ergens in de buurt van het Drielandenpunt. In Aken was het tijd voor een koffie (en om de fietsen wat te laten afkoelen). Daarna terug omhoog (ik heb Jan nog nooit zo enthousiast weten reageren op bergop als gisteren) naar Vaals. Halverwege een kleine stop (de 143ste): deze keer om Jan de kans te geven een gevandaliseerde Duitse fiets te kannibaliseren. Maar Duitse techniek gebruikt andere instrumenten blijkbaar en kon dus geen soelaas brengen. En zo ging dat maar verder. Voor de enen met graagte bergop, voor de anderen wat minder.
Na nog wat verkeerd gereden te zijn (kwestie van aan de beoogde kilometers te komen) kwamen we weer in de buitenwijken van Bemelen. (Intussen al over de 70 km, maar dat wist ons Free niet.) Met nog 2 km voor de boeg, ging het tegen 35+ met wind op kop, jawel iedereen, 35+ met wind op kop, flink naar beneden. En zo waren we weer waar we al geweest waren (de essentie van een fietstocht) en konden we ons eens goed smijten. Voor sommigen in een flinke pul, voor anderen in een Weckpotje.
Zuid Limburg, borderline, maar het smaakt naar meer.