zaterdag, april 16, 2011

Chillen in de zon





Vanmorgen knoopten we weer aan bij de goede traditie van een zonnige ochtend met vochtige en kruidige geuren en het aroma van verse croissants en nog warme stokbroden.
Een rustdag zou het worden. Eerst met de fiets naar de markt in Carpentras: keukengerei, zuiders tafellinnen, aardbeien tegen 6 euro de kilo, cœur de bœuf tomaten, lavendelzeep, lavendelzakjes, lavendelhoning, lavendelessence, geitenkaasjes, kruidige worsten en hammetjes voor 20 euro de kilo ("nee Peter, we gaan dat niet kopen"), bloemen en planten, rieten boodschapmanden en pyjama's met voetjes (maar liever in een ander bed dan in dat van mij).
Tegen kwart over elf een zonnig terrasje aan de kathedraal waar een muzikant op een klassieke gitaar voor sfeer zorgde. Ook het vermelden waard is dat Luk twintig meter verder touche had. Eindelijk een onbeveiligd draadloos netwerk om De Standaard te downloaden. 
Terug aan het huisje moest er toch nog wat worden bijgekocht, rosé enzomeer en dus werd The Ring of Fire nog eens bovengehaald. 

















Na het kliekjesbuffet lekker een namiddagje chillen in de zon: een boek lezen, De Standaard uitpluizen, meezingen met The Beatles, roddelen en bijpraten of gewoon wat couchen aan het zwembad.

















Tegen dat de middagrosé verteerd was, was het tijd voor wijnproeven in de lokale caveau. Doen of we er iets van kenden: syrah, grenache en mourvèdre, aroma's van overrijpe bessen en zoethout, tanines enz. Niet dat we echt onder de indruk waren, maar we reden wel met verschillende kratten buiten. Geen kratten met goede wijn, maar met heerlijke herinneringen aan het zweet dat we hier met genoegen gelaten hebben. 't Is goed, uitzonderlijk goed geweest en nog een laatste keer Stay uit de boxen kan ons helaas niet binden aan de Provence, ook al schiet het gemoed links en rechts vol. Samen met de wijn gaan we de volgende maanden de plannen laten rijpen voor ons volgend exploot.


donderdag, april 14, 2011

Zalige choco





Het zachte getik op de veluxen vanmorgen beloofde niet veel goeds. Het druppelde of regende (al naargelang de persoonlijke gemoedsgesteldheid) en de hemel had het aanzien van een elfurenlijk. Meteen maakte enige onrust en weemoed zich meester van de groep. Menig een liep als een kip zonder kop rond. Na een tijdje stokte de regen en werden de jeans, die eerder op de morgen de fietsbroeken hadden verdrongen, weer ingeruild voor nauw aansluitende broekjes en zetten we koers naar Malaucène. Gezien het hoge aantal cuberdons in de groep werd de 50 kwistig doorgedreven. Sommigen overdreven wat en zagen eruit als een geisha in ski-outfit, maar dan op de fiets. 
















En weg waren we weer, eerst langs Beaumont du Ventoux en verder door verborgen valleitjes en wijngaarden.

















En natuurlijk hadden hellingen nog altijd dezelfde uitwerking op mannen. Ik weet het: we zijn voorspelbaar en net kleine kinderen. Maar pijn doet het niet. Allez, achteraf soms een beetje. 






En zo golfden we ons een weg naar Veaux waar we hadden afgesproken voor de picknick. Allez daarvan was ik zeker, alleen beweerde ons Anit over de telefoon bij hoog en bij laag dat ze in Vaison stond te wachten. Ingehouden, maar duidelijk detecteerbaar gesakker langs mijn kant en twee minuten later Anit die met een smile van oor tot oor kwam toegereden. 's avonds had ze er nog plezier van. Het is haar gegund.
Weer een overheerlijke picknick in de zon, deze keer met wafels. Daarvoor had Pascale zelfs een mixer gekocht. En zo circuleerden er nog wat fabeltjes. Maar wat er ook van waar is, Pascale had zich maar weer eens flink gesmeten.
Vlotjes ging het daarna verder naar Vaison, tot Stanne en Erwin de fiets van Marc moesten uitrusten met een vijfde nieuwe band. Dat kan wel een wenkbrauw doen fronsen omdat de meeste fietsen maar beschikken over twee wielen. 





















 In Vaison zelf leerden we alles van de Romeinen. Kennis die we een kwartier later alweer hadden achtergelaten. Intussen was duidelijk dat bijna de helft van de groep choco was. Onze meester-masseur Erwin bijvoorbeeld. Geen krullend snorretje, maar één blok depri. Er kwamen uiteindelijk acht vrouwenhanden over zijn body aan te pas om dat snorretje weer te laten krullen. Sommigen moeten zichzelf opblazen met een bomgordel op een markt in Bagdad om van twaalf maagden te mogen genieten, onze Erwin moest zich slechts opblazen op de vijfde helling in de Provence om een vergelijkbare behandeling te krijgen. 





















En zo won Erwin dan toch weer op punten vandaag. Minder goed liep het af voor Marc. Moe maar voldaan kon hij het hoofd te rusten leggen in Saint Didier. Zijn volledig gereviseerde koersfiets (die met de vijf nieuwe banden) zou edoch door een onoplettendheid de nacht moeten doorbrengen in de Alpen, in de camionette van Jan en José.

woensdag, april 13, 2011

Gorges de rêves





"14, jaja veertien croissants mevrouw." De bakker in Saint Didier deed weer gouden zaken aan ons. En het ontbijt was weer een feest. Vanmorgen zelfs met verse aambeien van Luk.
Hier en daar was er wat gekreun over stijve ledematen, zeker niet bij de deelnemers die gisteren van een massagebeurt hadden genoten, maar wel bij de meester-masseur zelve bijvoorbeeld. En natuurlijk waren er vrome voornemens zoals die van Frank om iets aan zijn conditie te doen zodat hij volgend jaar de Ventoux in minder dan twee uur zou kunnen doen, niet meer te roken en het nuttigen van alcohol te beperken tot één glas per week. Inderdaad hoog gegrepen.
Nadat we een kwartiertje buiten hadden staan rillen, maar toch blij waren dat de voorspelling van Roosje over de mistral (altijd voor verschillende dagen) niet uitkwam, waren we plots weg. En vijf minuten later stonden de weer stil op krek dezelfde plaats waar Marc eergisteren lek was gereden. Deze keer was er een probleem met zijn gein of zoiets.
Even een deskundige blik van Jan en we waren weer weg, met Pascale die zoals altijd als een dartel jong veulen constant tien meter voor de groep uitreed.
Voorbij Malemort vergaapten we ons aan een reusachtige gipsmijn en daarna warmden we ons op aan de eerste leuke helling van de dag. 

















Na Blauvac en een prachtige afdaling (zelfs Roosje vond het leuk en dat wil al wat zeggen) gingen de fleezes uit en begonnen we aan de Gorges de la Nesque. Eerst nog wel een kort oponthoud door een nieuw defect aan de fiets van Marc. Ik denk dat we alle onderdelen intussen bijna gehad hebben. 

















Braafjes als in een parenclub bolden we in de zalige zon verder terwijl de natuur rondom steeds woester werd. Langs rotswanden, door tunneltjes kronkelden we omhoog met Roosje (impaire) in een sterrenrol. 

















Boven op de belvedère hadden Anit en haar vier mannen voor een uitgebreide picknick gezorgd in de stralende zon, aan de rand van een diepe kloof en met zicht op de Ventoux. Snel gaan we dat niet vergeten. "Da kan na toch wel ni zeker?" 

















Na het eten daalden we 100 meter (hoogtemeters Else!) en zouden we nog 200 meter klimmen. De gelegenheid om iemand een koekje te bakken van eigen deeg. "Als het nog een kilometer verder was geweest, had ik je ingehaald ." Ja, dag Jan! 

















Nog wat omhoog (met ingehouden gesakker) en dan zo'n 15 km naar beneden. Opvallend dat ook Christel en zelfs Roosje stukken beter dalen.
Voorbij Méthamis zijn we dan verloren gereden langs mooie kleine valleitjes. Uiteindelijk passeerden we toch in Malemort waar de venten met sacochen elkaar nog altijd vier kussen geven.
"Mannen, ik ben stikkapot." Deze keer kwamen de bekende woorden niet uit de mond van Luk, maar uit die van Pascale. Maar dat belette haar niet om op de laatste helling weer het hazenpad te kiezen. Achterin peddelde Christel lustig voorbij de kaap van de 80 km. Twee flessen rosé een onthulling ("de derde keer heb ik hem wel een jaar op den dorpel laten staan") en een overjaars puberspelletje verder (een dozijn vijftigers die mordicus zonder één trap tot thuis wilden bollen en zonder verpinken wegenwerkers en verse asfalt negeerden) kwamen we weer thuis.
Eerst aperitieven bij een kippenvelmoment en dan met volle teugen genieten van wat keukenprinses Peter en zijn ploeg hadden bekokstoofd. En de dag eindigde zoals hij begonnen was: met verse aardbeien van Luk.

dinsdag, april 12, 2011

Dust in the wind





Wat ruist er door het struikgewas? De mistral. Het was vannacht flink beginnen waaien. De ochtendlijke gezichten stonden rozerood van de zon en bezorgd van de wind. Net vandaag was de beklimming van de Ventoux gepland. Uitstel is afstel en daarom stonden een dozijn fietsers rond 10u in Sault klaar voor de beklimming. Sommige van hen waren pas in september op de fiets gesprongen.
De eerste paar honderd meter waren kinderspel. De weg loopt eerst namelijk van Sault boven op de heuvel, naar de Nesque beneden in het dal. Eens over het bruggetje van de Nesque, was het een ander paar mouwen. Meteen brak het peloton in twee groepen. In de kopgroep Daniek, Marc, Cas, Stanne, Jan en ondergetekende. In de tweede groep: Else, José, Frank, Kristien en Luk. En meteen eenzaam alleen peddelend Peter. Voor wie er mocht aan twijfelen, de mistral blies pal op kop. Het zouden 26 zware kilometers worden.
De daarop volgende kilometers verbrokkelden de groepen verder. Vooraan reed Daniek nu keihard door, nog een tijdje vergezeld door Cas. Achterin Peter, moedig voortduwend.
De eerste tien kilometer waren vrij lastig door de strakke wind. Bomen en reliëf boden nauwelijks beschutting. Daarna ging het vlotter tot Chalet Reynard. Intussen stapelden de onheilstijdingen zich op: de col was open maar het woei er verschrikkelijk en het was er barkoud. En Erwin, de onheilsbode van dienst, had weer eens groot gelijk. De laatste zes kilometer zijn sowieso al lastig, maar nu kreeg je bij iedere bocht naar rechts de volle laag. Op sommige stukken leek mijn kilometerteller defect. Hij telde niet meer op. Je kan ook niet geloven hoe lang die witte boordstrepen zijn die de weg afzomen. En bij Col des Tempêtes was het al een half wonder als je sowieso nog vooruit kwam of niet omver geblazen werd. Maar een paar honderd meter verder hoorde je dan wat gekke vrienden en vriendinnen schreeuwen en dat gaf je weer vleugels. Nog één bocht en een flinke helling waarbij de mistral een laatste inspanning deed om je van de weg te blazen. En dan was je boven, 1912 meter.


















Velen hebben gedacht "ik stop". Maar telkens was daar een reddende engel zoals Daniek die je omhoog praatte of een sportdirecteur die er niet aan dacht je te laten meerijden of de telefoon dichtgooide indien je hem belde om hulp. En zo kwamen we uiteindelijk alle twaalf boven. Ook Peter, die 25,5 km helemaal alleen heeft gezwoegd. 























En toen zijn we er een goede pint op gaan drinken.

maandag, april 11, 2011

Naar Gordes



"Nu moet je rustig over je buis wrijven Peter." Wat Kristien daarmee precies bedoelde, is niet opgehelderd. Maar het was duidelijk bedoeld om Peter en Christel wat moed in te spreken halverwege de eerste helling. Na de stop van vijf minuten draaiden we rechtsop een kleine kloof in. Apropos, ORS is niet te zuipen. Het riep bij mij walgelijke herinneringen op aan een berucht laxeermiddel in de ziekenhuizen.
En dan sloeg pech voor de tweede keer toe. Lekke band nummer twee en drie voor Marc. En hij had maar één reserveband mee. Het was nochtans te verwachten. Had iedereen maar beter opgelet dan hadden ze dit kunnen voorkomen... But they didn't see the writing on the wall. Boven sloeg het noodlot nog eens toe. Of was het Millie?
































"Visite guidée à 12h30 et en tenue correcte." En nee, een fietstenue was niet goed genoeg om de abdij van Sénanque te bezoeken. Een bermuda mocht wel, maar ja dat fietst wat ongemakkelijk. En dat terwijl Onze Lieve Heer duidelijk ook niet met een bermuda aan het kruis hing. Maar goed Sénanque blijft wel een heel mooie abdij in dat verloren valleitje bij Gordes.


















Na de picknick klauterden we tegen de rotswand omhoog en daarna weer lekker snel naar beneden (nu ja...) naar Gordes. Daar ontsnapten we ternauwernood aan de klauwen van een geldwolf die ons zes euro voor een koffie of een watertje wilde laten betalen.

















En weer omhoog ging het. Langs Mûrs en verder naar de Col de Mûrs. Tijd om even in te zoomen om de prestaties. Voorin woekerde Daniek schaamteloos met zijn krachten. Keer op keer slaagde hij erin om Marc en Cas op stang te jagen met een korte versnelling. Maar op het einde kwam hij hevig snuivend niet meer uit mijn achterwiel. Cas is een geboren supertalent en is de laatste dagen niet één keer gevallen. Marc worstelde vandaag met vier lekke banden. Stanne reed als een trein, die op de laatste helling net de aansluiting gemist had. Luk reed supersterk vandaag. Op het einde zat hij naar eigen zeggen stikkapot, maar dat was op de tweede helling van de dag ook al, en halverwege de eerste in feite ook al. Om eerlijk te zijn, ik heb Luk sinds zijn zeventiende nooit iets anders weten zeggen. Hij is trouwens ook al dertig jaar blut als je hem mag geloven. Erwin bolde zonder problemen mee, al heeft hij nauwelijks kunnen trainen dit jaar. Peter had vandaag geen last meer van een opspelende knie en krijgt er duidelijk zin in. Bij de dames was Kristien verrassend sterk. ORS? Else, de ongenaakbare, vlocht haar armen weer door haar stuur en gaf haar ventje het nakijken. En wie zou er geloven dat Roosje en Christel een half jaar geleden nauwelijks een fiets van dichtbij hadden gezien?Vandaag twee collekes met een glimlach van oor tot oor. En tot mijn grote verrassing vonden ze ook de afdaling van negen kilometer fantastisch.
















Daarna eindigde de dag zoals alle perfecte dagen hier in Saint Didier, met een aperitief dat naadloos overloopt in de BBQ. Ricard, witte wijn en rode wijn eisten hun tol.
Anit kende nog maar twee namen: Peter en Luk. Else verwisselde Wim en Luk. Roosje worstelde nog eens met haar peignoir en de stielmannen en Kristien droomde hardop van een intercom waarin ze zou kunnen melden dat kamer twee zich zou mogen klaarmaken. "kamer 1 nu afronden aub"
Maar wie er straks met een brede glimlach inslaapt is Erwin, die zowat iedere kuit en bil vakkundig heeft beroerd. Wedden dat de helft van straks droomt van de Ventoux?

zondag, april 10, 2011

Rond Saint Didier





De ochtendstond had stokbrood in de mond, want voor de croissants waren die luie Fransen ons om 8 uur toch mooi te snel af.
Om 9 uur was iedereen al half paraat om uiteindelijk om kwart voor tien echt te kunnen vertrekken. Eerst naar Pernes-les-Fontaines, een mooi stadje met heuvelende steegjes en een stadspoort voor op de ansichtkaarten.

















Pernes vonden we nog te vroeg voor een koffie, iets waar we later toch wel wat spijt van kregen. Na Pernes de eerste helling van de dag en meteen gingen Casdeboy en Marc in de aanval. Een paar honderd meter verder werd die aanval weer afgeblazen omdat die helling maar bleef duren. Uiteindelijk geraakten we allemaal zonder kleerscheuren boven in La Roque sur Pernes.

















Het zweet werd weer bijgedronken en daarna sjeesden we (bijna allemaal) de heuvel af naar Le Beaucet, een alleraardigst dorpje met een kasteelruïne op een indrukwekkende rots boven het dorpje.

















Terwijl we overlegden wat we zouden doen zagen we Luk nog net in de verte de weg naar de ruïne oprijden. Meer hadden de meesten niet nodig om met het verstand op nul een helling van ruim 20% op te zwoegen. Wat extra hoogtemeters waren leuk meegenomen.
















Na de picknick omhoog en dan weer in een rotvaart naar beneden (een uitzondering niet te na gesproken) om dan weer omhoog te klauteren naar Vénasque. Waarom bouwen ze al die dorpen toch bovenop een rots? De beloofde koffie bleek een illusie, want in dit één-van-de-mooiste-dorpen-van-Frankrijk bleek er geen enkel café met een terras ons te kunnen of willen ontvangen. En dus maar verder langs een lekker lange afdaling. De donkere rookwolk achterin de groep bleek afkomstig van de remblokjes van Roosje. Maar beter zo natuurlijk dan als een kamikaze naar beneden te vliegen. Nog weetjes over de deelnemers: de knie van Peter speelt op, Christel had wat last van krampen, Luk is (minstens mentaal) rijp voor de Ventoux en Kristien reed verbazingwekkend sterk.
Intussen hadden we met een vergrootglas een terrasje gevonden in Malemort-du-Comtat. Het terrasje, vrijwel letterlijk op het kruispunt van het dorp, zal ons niet bijblijven. Wel dat de mannen in Malemort sacochen dragen en elkaar vier kussen geven. Iets wat Luk voor een onduidelijke reden duidelijk irriteerde.
Toen we een kwartiertje later weer aan het zwembad lagen en Van Summeren Parijs-Roubaix zagen winnen, hadden we de indrukwekkende afstand van 34 km en zo'n 600 hoogtemeters op de teller.
Over de rest van deze perfecte dag kunnen we kort zijn: tijdens het aperitief in Café de Paris ontspon er zich een geanimeerde discussie tussen Christel en Pascale over de lengte van je wil het niet weten... (stokbrood?). De terugweg deden de puberende vijftigers zonder ook maar één trap te geven. De barbecue was perfect op de bevroren groente na (faut le faire bij 30 graden!). En de meesten zijn al meer dan roos of rood genoeg.
Gedenkwaardig was wel het sluiten van het zwembad. "ah, zo simpel?", merkte ons Pascale op. "Ja, maar je moet wel de sleutel vasthouden.", antwoordde ik. Het bleken profetische woorden, want het zwembadgordijn, of hoe heet zoiets, bleek op te rollen als het moest afrollen en vice versa en dat kwam omdat het omgekeerd was opgerold. Jawel. Volgt u nog? Wat volgde kwam rechtstreeks uit Monty Python 's Flying Circus met mannen die eraan trokken maar ook op tijd terugtrokken. Ingewikkelde kansberekeningen. Mannen van vijftig met een halve bar overdruk, op hun knieën voortkruipend in het schemerdonker langs de rand van het zwembad, terwijl hun veel jongere partners ze rijkelijk overgoten met hun deskundig commentaar. Maar uiteindelijk ligt het zwembad toch maar mooi weer dicht en morgen schijnt de zon weer.