De ochtendstond had stokbrood in de mond, want voor de croissants waren die luie Fransen ons om 8 uur toch mooi te snel af.
Om 9 uur was iedereen al half paraat om uiteindelijk om kwart voor tien echt te kunnen vertrekken. Eerst naar Pernes-les-Fontaines, een mooi stadje met heuvelende steegjes en een stadspoort voor op de ansichtkaarten.
Pernes vonden we nog te vroeg voor een koffie, iets waar we later toch wel wat spijt van kregen. Na Pernes de eerste helling van de dag en meteen gingen Casdeboy en Marc in de aanval. Een paar honderd meter verder werd die aanval weer afgeblazen omdat die helling maar bleef duren. Uiteindelijk geraakten we allemaal zonder kleerscheuren boven in La Roque sur Pernes.
Het zweet werd weer bijgedronken en daarna sjeesden we (bijna allemaal) de heuvel af naar Le Beaucet, een alleraardigst dorpje met een kasteelruïne op een indrukwekkende rots boven het dorpje.
Terwijl we overlegden wat we zouden doen zagen we Luk nog net in de verte de weg naar de ruïne oprijden. Meer hadden de meesten niet nodig om met het verstand op nul een helling van ruim 20% op te zwoegen. Wat extra hoogtemeters waren leuk meegenomen.
Na de picknick omhoog en dan weer in een rotvaart naar beneden (een uitzondering niet te na gesproken) om dan weer omhoog te klauteren naar Vénasque. Waarom bouwen ze al die dorpen toch bovenop een rots? De beloofde koffie bleek een illusie, want in dit één-van-de-mooiste-dorpen-van-Frankrijk bleek er geen enkel café met een terras ons te kunnen of willen ontvangen. En dus maar verder langs een lekker lange afdaling. De donkere rookwolk achterin de groep bleek afkomstig van de remblokjes van Roosje. Maar beter zo natuurlijk dan als een kamikaze naar beneden te vliegen. Nog weetjes over de deelnemers: de knie van Peter speelt op, Christel had wat last van krampen, Luk is (minstens mentaal) rijp voor de Ventoux en Kristien reed verbazingwekkend sterk.
Intussen hadden we met een vergrootglas een terrasje gevonden in Malemort-du-Comtat. Het terrasje, vrijwel letterlijk op het kruispunt van het dorp, zal ons niet bijblijven. Wel dat de mannen in Malemort sacochen dragen en elkaar vier kussen geven. Iets wat Luk voor een onduidelijke reden duidelijk irriteerde.
Toen we een kwartiertje later weer aan het zwembad lagen en Van Summeren Parijs-Roubaix zagen winnen, hadden we de indrukwekkende afstand van 34 km en zo'n 600 hoogtemeters op de teller.
Over de rest van deze perfecte dag kunnen we kort zijn: tijdens het aperitief in Café de Paris ontspon er zich een geanimeerde discussie tussen Christel en Pascale over de lengte van je wil het niet weten... (stokbrood?). De terugweg deden de puberende vijftigers zonder ook maar één trap te geven. De barbecue was perfect op de bevroren groente na (faut le faire bij 30 graden!). En de meesten zijn al meer dan roos of rood genoeg.
Gedenkwaardig was wel het sluiten van het zwembad. "ah, zo simpel?", merkte ons Pascale op. "Ja, maar je moet wel de sleutel vasthouden.", antwoordde ik. Het bleken profetische woorden, want het zwembadgordijn, of hoe heet zoiets, bleek op te rollen als het moest afrollen en vice versa en dat kwam omdat het omgekeerd was opgerold. Jawel. Volgt u nog? Wat volgde kwam rechtstreeks uit Monty Python 's Flying Circus met mannen die eraan trokken maar ook op tijd terugtrokken. Ingewikkelde kansberekeningen. Mannen van vijftig met een halve bar overdruk, op hun knieën voortkruipend in het schemerdonker langs de rand van het zwembad, terwijl hun veel jongere partners ze rijkelijk overgoten met hun deskundig commentaar. Maar uiteindelijk ligt het zwembad toch maar mooi weer dicht en morgen schijnt de zon weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten