Wat ruist er door het struikgewas? De mistral. Het was vannacht flink beginnen waaien. De ochtendlijke gezichten stonden rozerood van de zon en bezorgd van de wind. Net vandaag was de beklimming van de Ventoux gepland. Uitstel is afstel en daarom stonden een dozijn fietsers rond 10u in Sault klaar voor de beklimming. Sommige van hen waren pas in september op de fiets gesprongen.
De eerste paar honderd meter waren kinderspel. De weg loopt eerst namelijk van Sault boven op de heuvel, naar de Nesque beneden in het dal. Eens over het bruggetje van de Nesque, was het een ander paar mouwen. Meteen brak het peloton in twee groepen. In de kopgroep Daniek, Marc, Cas, Stanne, Jan en ondergetekende. In de tweede groep: Else, José, Frank, Kristien en Luk. En meteen eenzaam alleen peddelend Peter. Voor wie er mocht aan twijfelen, de mistral blies pal op kop. Het zouden 26 zware kilometers worden.
De daarop volgende kilometers verbrokkelden de groepen verder. Vooraan reed Daniek nu keihard door, nog een tijdje vergezeld door Cas. Achterin Peter, moedig voortduwend.
De eerste tien kilometer waren vrij lastig door de strakke wind. Bomen en reliëf boden nauwelijks beschutting. Daarna ging het vlotter tot Chalet Reynard. Intussen stapelden de onheilstijdingen zich op: de col was open maar het woei er verschrikkelijk en het was er barkoud. En Erwin, de onheilsbode van dienst, had weer eens groot gelijk. De laatste zes kilometer zijn sowieso al lastig, maar nu kreeg je bij iedere bocht naar rechts de volle laag. Op sommige stukken leek mijn kilometerteller defect. Hij telde niet meer op. Je kan ook niet geloven hoe lang die witte boordstrepen zijn die de weg afzomen. En bij Col des Tempêtes was het al een half wonder als je sowieso nog vooruit kwam of niet omver geblazen werd. Maar een paar honderd meter verder hoorde je dan wat gekke vrienden en vriendinnen schreeuwen en dat gaf je weer vleugels. Nog één bocht en een flinke helling waarbij de mistral een laatste inspanning deed om je van de weg te blazen. En dan was je boven, 1912 meter.
Velen hebben gedacht "ik stop". Maar telkens was daar een reddende engel zoals Daniek die je omhoog praatte of een sportdirecteur die er niet aan dacht je te laten meerijden of de telefoon dichtgooide indien je hem belde om hulp. En zo kwamen we uiteindelijk alle twaalf boven. Ook Peter, die 25,5 km helemaal alleen heeft gezwoegd.
En toen zijn we er een goede pint op gaan drinken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten