woensdag, juli 30, 2008

pinot gris

Woensdag 30 juli, dag 5. Harprich-Saverne: 90 km.

We zouden eens tot 7u kunnen uitslapen, ware het niet dat de twee buren om 6u hevig begonnen te discussiëren over de prestaties van hun prijsduiven. Ik wist zelfs niet dat Daniek en Erwin duivenmelkers waren. Maar wakker waren we meteen.













Wassen en dan de truuk met de 3-seconden-tent. Dat zijn die tenten die letterlijk op 3 seconden staan en waarvoor je bijna drie uur nodig hebt om ze weer in de hoes te krijgen. Met het vernuft van Vincent en de zotste ingevingen van Daniek kwamen we niet verder. Plaatjes van een Japanner brachten soelaas.






















Daarna de fietsen vakkundig ingeladen en een snel ontbijt waarbij iedereen door Gladys verplicht werd om smeerkaas met sambal te eten. Een regelrechte aanslag op teergevoelige magen.

Vandaag zou een overgangsetappe worden. Niks om over naar huis te schrijven. Gewoon dwars door de Vogezen naar de Elzas. Prachtig fietsweertje, maar wel met overwegend wind op kop. En voor het overige weer een glooiend parcours door graanvelden en langs verfrissende bossen.










Eén verschil met gisteren: Luk was zo teneergeslagen door het dreigement van zijn eega om 20km verder te gaan wonen, dat niks nog lukte. Bij iedere helling had hij snel enkele minuten, ja zelfs een half uur achterstand. En zeggen dat hij z'n oudste zoon nog zo had aangespoord om toch wat te gaan trainen "om de familie niet tot schande te zijn". Vincent had hoegenaamd geen problemen vandaag.

Sarrebourg was niet meer dan een kort oponthoud: de Chapelle des Cordeliers met het glasraam van Chagall was gesloten. Zo zie je maar: we kennen onze wereld.

Weer een onvergetelijke lunch met Gladys en Gilbert en daarna langs een geheime weg door de Vogezen. Op 5km van Saverne... Jawel, weer een fietsmirakel. Een ultieme ontsnapping van Luk. Tot veel leidde het niet want Erwin dichtte op aangeven van Free in geen tijd de kloof. Alleen ondergetekende was gaan vliegen.













En zo geraakten we dus moeiteloos op onze camping. Een prachtige zomeravond en na 5 dagen al meer dan 500 km op de tellers... In de Elzas vieren we dat met pinot gris.



























































Wim

dinsdag, juli 29, 2008

Gaudeamus igitur

Dinsdag 29 juli, dag 4. Luxemburg-Harprich: 129 km.

Fietsen zijn er om te bollen. Billen zijn er om gedrapeerd te worden over fietszadels. Records zijn er om gebroken te worden, om fier op te zijn, om het land te redden van weer een crisette.

Na het ochtendlijk ritueel (achterwielen wisselen, lekje olie op de ketting en op de billen) ging het meteen flink van start, omhoog naar Luxemburg Stad. Daarna voor zo'n 10 km over een prachtig fietspad in een kloof langs de Alzette. Leuk begin.

Daarna heuvels (iedere keer Daniek als eerste boven; hij gaat voor de bolletjestrui) met schier eindeloze akkers graan, omzoomd door frisse bossen en om de vijf kilometer een dorpje om binnen en buiten te bollen. Rodemack bvb, een dorpje dat zich graag het Carcassonne van Lotharingen laat noemen. Want intussen waren we ongemerkt Frankrijk binnengereden.



















Na 70km in Vigy stond ons tafeltje gedekt: meloen, een rijke keuze knapperig verse groenten, door Gilbert met liefde hard gekookte eitjes, de beste Franse kaas, stokbrood, salami, choco van Else, bananen, perziken, appels... Onze keukenprinses Gladys had zich weer eens goed uitgeleefd. Niet alleen Erwin heeft het opgegeven om tijdens onze tocht 20 km af te vallen, Luk heeft zich er zelfs mee verzoend 20 kilo aan te komen. Alleen Free doet daar niet aan mee en zweert bij karrenvrachten rauwkost en een paar Grany's.





































Daarna weer de professionele smeerpartijen en verder, op en neer door het glooiende Lotharingen. Half verlaten dorpjes, allemaal trouwens zonder ook maar één café. Half oogst ook om de hoek met akkers vol rollen stro.





























Na 120km Suisse binnengereden voor een 30 seconden-stop. Luk, compleet leegreden joh, echt leeg, mijn billen trouwens vergeten op de keukentafel, en Charlotte, Vake kan je nog eens... want ik kan ECHT niet meer, die twee sukkeltjes vroegen een minuutje voorsprong en wie zijn wij om ze dat te weigeren. En toen gebeurde er weer zo'n wielerwonder. De twee hadden 300 meter voorsprong en hoe hard de achtervolgers ook probeerden (25 km/u, 28, 30... 32 km/u) de kloof werd geen meter kleiner, integendeel. Het duo eindigde deze monsterrit van 129 km met een halve kilometer voorsprong.










U kan zich wel inbeelden dat op zo'n moment de superlatieven nog eens van stal worden gehaald om door te spoelen met een meter bier. Gaudeamus igitur... Een lid van het praesidium in het gezelschap hebben, heeft zo zijn voordelen.











Wim

maandag, juli 28, 2008

Cash is king

Maandag 28 juli: dag 3, Lavacherie - Luxembourg: 120 km

We wilden vroeg vertrekken omdat we in Luxemburg de stad Luxemburg nog rustig wilden bezoeken. Ons luxeontbijtje met mini-koffiekoeken (croissants, chocoladebroodjes en rozijnenkoeken), pistolets en stokbrood met alle soorten beleg en fruitsap. We verlieten het hotel met de belofte een kaartje te sturen uit Venetië.










Op het programma stond een ritje van 95 km vanuit de provincie Luxemburg naar de stad Luxemburg in het land Luxemburg. Half negen vertrokken we al, maar dat was voor ‘reisleider’ Wim nog niet vroeg genoeg en het ging ook niet snel genoeg naar zijn zin. De eerste heuvels van de dag werden genegeerd met een nonchalant “het is hier toch plat mannekes” en toen even later niet iedereen het hoge tempo volledig volgde waren we aan het “surplacen”.

Toch ging het door het heuvelende landschap en onder de stralende zon redelijk vlotjes tot aan Bastogne. Eens daar aangekomen volgden 20 prachtige kilometers, een perfect fietspad, afgesloten van de weg, langs de rivier, lichtjes dalend tot in Wiltz. Op 40 minuutjes werden de kilometers afgemaald aan meer dan 30 per uur, soms tot 35 op de dalende stukjes.





















Wat we niet mogen vergeten te vermelden over het mooiste stukje fietspad uit ons leven: enkele mistige, met neon verlichte, koude tunneltjes die zo uit Harry Potter of Lord of the Rings konden komen.










Om elf uur was het tijd voor een café met toch al bijna 45 km op de teller. Even rust werd ons maar gegund, want ons was inmiddels duidelijk dat Wim zo tegen de middag in Luxemburg wou zijn. Wat wou hij nog kopen?

Het tempo bleef hoog en regelmatig enkele stevige klimmetjes matten ons af. Met 65 km in de benen stopten we voor onze middagpauze. We “verloren” een half uur omdat de GPS van onze volgwagen was uitgevallen, maar met een kleine vertraging smaakte het eten toch bijzonder goed.

Het terreintje bleef hobbelig maar we trapten lustig verder. Zo stilaan werd ook duidelijk dat de geplande 95 km een ernstige onderschatting was, zodat we met ongeveer 100 km op de teller en een warme zon stopten bij een café waar ieder in recordtempo twee Coca-cola’s binnengoot. Met herenigde krachten reden we nog 20 tamelijk vlakke kilometers, langs de spoorweg.

Met bijna 120 km in de benen stonden we na een laatste ferme inspanning op een heuvel in Luxemburg city. Daniek en Wim kwamen eerst boven en toen ikzelf er even later ook was sprak Wim dat hij niet precies wist waar de jeugdherberg was: “wacht, ik ga eens kijken”. En wachten deden we.

We dachten dat Wim aan een dappere fietstocht door de stad bezig was op zoek naar de jeugdherberg. Na meer dan 20 minuten (!) besloten we Wim’s orders om te wachten te negeren. Wat we vonden was verbluffend: niet alleen lag onze jeugdherberg op amper 100 meter van waar we net een klein half uurtje met onze vingers hadden staan draaien, we troffen er ook Wim aan die met een stuk in zijn kraag zat te pintelieren met ons volgwagenkoppel Gilbert en Gladys. Na een hartig woordje haalden we de geleden schade in.

Avondmaal in de jeugdherberg, soep, een groot bord groenten en een levengrote lasagne, voor 9 euro. Daarna ging het nog op bezoek naar de oude stad, in de avondwarmte en ondergaande zon een prachtig en rijk oud stadsdeel vol pleintjes, bruggen en mooie gebouwen. Rond 10 uur terug naar de jeugdherberg voor nog een Bofferding, het Luxemburgse biertje.












zondag, juli 27, 2008

Een netelig parket

Zondag 27 juli: dag 2, Huy - Lavacherie: 87 km.

Na een ontbijtje om half negen moesten we ons eerst goed insmeren tegen de zon alvorens onze dagtrip aan te vatten. We vertrokken in t-shirt onder een warme ochtendzon en het ging meteen goed vooruit én bergop. Typerend voor de rest van de dag, een stevig tempo en geen moment vlak.











Zo kwam het dat we nog geen 30 km ver waren maar het toch al half twaalf was gepasseerd toen we in Durbuy arriveerden voor een cafétje. Oorzaak was niet het tempo, maar wel de vele heuvels in de Condroz. Een wasbordpatroon, zo werd mij verteld. En dat is ook niet geheel vlak.



Het weer zat alleszins mee, stralende zon en regelmatig insmeren was geen overbodige luxe. Zonder problemen doorgereden naar onze schaduwplek waar Gilbert en Gladys ons stonden op te wachten met een picknick. Het smaakte, want het warme weer en de vele heuvels begonnen zo stilaan toch een tol te eisen.


























Meer van het zelfde en toen we moe genoeg waren om nog eens op café te gaan zitten gebeurde er 5 minuten iets onverwachts. Het begon plots te onweren! Wij zaten net als gisteren mooi droog. Helaas was het deze keer niet na 5 minuten gestopt, zodat we voor het einde van onze rit toch onze regenjasjes eens konden uittesten.












Het natte wegdek maakte de afdalingen alleszins niet veiliger, zodat ikzelf op een bepaald moment weggleed en in ‘een netelig parket’ belandde. Met bijna 90 km op de teller kwamen we aan in ons hotel, waar een welverdiende pint goed smaakte. Het was vandaag toch een stuk zwaarder dan gisteren.

Het hotel is een van de mooiste overnachtingen die we zullen hebben, met heel mooie kamers. We aten hier ook een smakelijk driegangenmenu. Hoewel we vandaag wat kleur hebben gekregen, heeft het Italiaans weertje toch plaatsgemaakt voor enkele warmteonweders. We zullen vannacht alleszins goed slapen, zien wat de dag van morgen ons brengt.

Vincent

zaterdag, juli 26, 2008

En weg zijn wij...

Zaterdag 26 juli: dag 1, Keerbergen - Huy: 93 km.





























Afspraak ‘s ochtends in de Braambosweg, waar fietsers, vrienden, familie, sympathisanten en sympathiekelingen verzamelden voor een koffiekoek en een glas champagne. We vierden het vertrek van 10 fietsers richting Venetië. Kwamen vandaag aan de start: Erwin, Else, Frans, Stanne, Charlotte, Wim, Free, Daniek, Luk en Vincent. Een deel van deze mensen gaat de hele tocht Keerbergen - Venetië afleggen.

Na het feestelijke startschot zijn we rond 9 uur beginnen trappen. Alles verliep gesmeerd en tegen een mooie 22-23 km/u bereikten we om 11 uur Hoegaarden. Hier wachtten Gilbert en Gladys, voor de gelegenheid vandaag nog vergezeld van Lotte, ons op met de volgwagen. Onze eerste stop was toepasselijk café Den Venetiaen. Tot hier was het een aangenaam warm weertje, hoewel we in de verte regelmatig de regen uit de wolken zagen vallen. Met 40 km op de teller en droog en wel gezeten in Den Venetiaen begon het zowaar te gieten.










Chance heet dat dan, want het zou voor de rest van de dag een stralend warm zomerweertje worden. Hoegaarden naderend kwamen de eerste heuvels, en het bleken nog niet de laatste van de dag. Eerlijkheidshalve moeten we toegeven dat de combinatie van warmte en heuvels leidde tot enkele zweetdruppeltjes.










Na 65 km stopten we opnieuw, ditmaal in Autre-Eglise om onze picknick op te eten. Na een rijkelijke maaltijd ging het verder met nog maar één doel: aankomen in de Auberge de la Campagne in Huy. Het tempo werd nog eens opgedreven en we fietsten bij momenten tegen de 30 km per uur, wel eens aan 20 per uur een heuvel op.












Nog een laatste korte stop voor we er waren omdat Luk een lekke band had. Danny en Daniek vervingen de zaak in toptempo en door de heuvels koersten we verder naar de bestemming. Aankomst: 3 uur. 93 km op de teller, de douche was welkom maar al bij al voor iedereen een vlotte rit vandaag.

Douchen en kleren uitwassen en nog een pintje drinken in de tuin van onze overnachting. Na de afloop van de Tour te hebben afgewacht vertrokken we richting Huy city om zoals - grote afwezige - Simon zou zeggen, ‘ons eens goe te laten gaan’. Rond half negen terug in de tuin van onze Auberge met een glas wijn. We zijn nog geen 100 km van huis en we wanen ons al in Italië.

Vincent

maandag, juli 21, 2008

generale repetitie

De laatste kans om nog eens te testen of we er klaar voor zijn. Op post was de oude garde: onverwoestbare Bert, de immer alerte Else, haar halve trouwboek Erwin, die we hier beter zouden beschrijven als het medisch mirakel van Beerzel, directrice Anit om alles in goede banen te leiden, Luk die een paar dagen lang de regering niet moest redden, Kristien, onze spring-in-'tveld en ondergetekende Wim. We zouden nog eens het driehoekje fietsen: Zaventem-Klein Willebroek-Keerbergen. Tot Zaventem flink wind tegen of beter een flinke wind tegen. Luk had eerst geprobeerd om mee kop te trekken, maar de wind maakte daar snel een einde aan. Daarna een fris herstellende Erwin en toen de wind ook hem begon parten te spelen, kwam Bert mee vooraan. Tegen een 20 km/u ging het van Nossegem naar Zaventem. Na de drie koplopers gaapte er een gat van honderd meter met op kop bij de dames Else in haar typische stijl: plat voorover met de armen vervlochten in haar vlinderstuur. Daarachter Kristien met wiegende schouders (oei, slecht teken); Anit hevig stoempend op en neer en Luk met de te grote molen. Toch hadden we bij het eerste keerpunt nog een gemiddelde van 22. Daar gingen we iets aan doen, bekokstoofde ik met Bert. Het einddoel zou 24 zijn, maar dat hielden we wijselijk voor ons. Intussen was het weer meer dan dreigend geworden. Aan Verbrande Brug begon het te regenen. Dus wij regenjasjes aan, alleen maar om ze vijf kilometer verder weer uit te trekken omdat de zon volop scheen. Tien km verder, weer een dreigende regenbui. Maar deze keer hadden we ons voorgenomen wat harder te trappen zodat we nog droog in Klein-Willebroek zouden geraken. En dat lukte op de valreep. Terwijl we binnen onze koffie opdronken, deed het buiten een flinke stortbui. Daarna met de wind voor het eerst in het voordeel verder. Gemiddeld zaten we al aan 23,4. Voorbij Heffen een lekke band. Vakkundig hersteld in geen tijd door Erwin onder de even vakkundige leiding van Luk. In Boortmeerbeek weer de regenjasjes voor niks aangetrokken. Daarna begonnen er toch wel duidelijke tekenen van sleet op de groep te zitten. Je merkte dat vooral na een bocht of een kruispunt. Normaal ga je dan 20 meter recht op de trappers om het tempo terug op niveau te krijgen. Maar net dat was er bij Anit, Luk, Else en ja ook bij Erwin te veel aan. Al moet gezegd dat het straffe kost is wat Erwin hier zo diep in de finale nog liet zien. Wat wel nog lukte was heel geleidelijk terug optrekken tot 26. Laatste kilometertje nog eens wat doorgeduwd en zo eindigden we onze 85 km toch nog met een gemiddelde van 23,9. De conditie is goed genoeg. Het gezelschap is nog beter en het weer zal moeilijk slechter kunnen. Dat wordt dus genieten.

maandag, juli 14, 2008

Drie zotten op ne vlo, deel 2

6u30, Le Bourg d'Oisans. Het regent buiten. Een uurtje later pakken we onze fietsen en kijk: het stopt met regenen. Het plan: Alpe d'Huez op en af en vóór 11u vertrekken, want dan moeten we uit de kamer. Alpe d'Huez begint, zoals bekend, fameus met zo'n 11%. Ik probeer 9 km/u aan te houden. Nog vóór de eerste bocht komt Luc ons zeggen dat dat het laatste is dat we van hem zouden zien. Eerste haarspeldbocht naar rechts. Er zijn er 21. Daniek vastgeschroefd aan mijn achterwiel. Bocht naar links. Een eerste kloofje. Aan de derde bocht had ik beloofd eens achterom te zullen kijken. Ik steek drie vingers in de lucht. Daniek kan het gebaar maar matig waarderen. Aan bocht vijf stop ik even om mijn regenjasje uit te trekken. Daniek is weer ontploft. Alleen verder dan maar. Toeval of niet: daarna wordt het even minder steil. Dan weer haarspeldbochten: 16...13...7... Op de weg is er flink gespoten en geverfd. "Geile wielen" (???), "Nog een tandje bij" (tja...), "Nu 14%" (grapje..?) Bijna alles in het Nederlands. De Alpe is een Hollandse berg. Voorbij Huez moet ik plots beuken tegen een koude bergwind. Ik weiger om weer m'n regenjasje aan te trekken en rijd gewoon in mijn fietsshirt verder. De laatste kilometer zit ik in het skistation. Ik kies bijna bij toeval de juiste weg en wat later sta ik aan de eindmeet op een breed stuk verse asfalt. De eindmeet is denkbeeldig. Het derde streepje dat ik zet ook. Alpe d'Huez is een naam op het palmares. Een naam die gekocht is met pakken geld in de Ronde van Frankrijk. De haarspeldbochten tussen de bomen zijn heel mooi, maar het skioord zelf is spuuglelijk. Er zijn mooier colletjes in de omgeving. Omdat het te koud is en omdat ik vrees dat ik de anderen nooit terugvind rijd ik ze tegemoet. Luc heeft een kwartiertje achterstand. Wat later vinden we ook Daniek die wat verdwaald is tussen de betonblokken. Een warme koffie en dan voorzichtig naar beneden, drie zotten op ne vlo. Drie streepjes en een onuitwisbare herinnering rijker.

Drie zotten op ne vlo, deel 1

Hoe gek moet je zijn om voor drie dagen weg en weer naar de Alpen te rijden om daar een paar Alpencolletjes te beklimmen? Behoorlijk. Een geluk dat echte zotten vrij dun gezaaid zijn. Enig marktonderzoek leverde er uiteindelijk toch drie op: ikzelf, Daniek Braet (die meteen de toon wil zetten in de groep) en Luc Pauwels (VRT-collega en altijd klaar voor een zotte stoot).

Zaterdagmorgen 7u. Een schuchtere blik door het raam toont hoogzwangere regenwolken tussen de rotsen boven Saint Michel de Maurienne. Voorlopig regent het niet. Meer zelfs: ook het verschikkelijke onweer is gestopt. (900 kilometer in de wagen met Luc hebben ons voldoende overtuigd dat de jongen het ongeluk echt wel aantrekt.) We steken alles wat we krijgen als ontbijt (stokbrood met confituur en mini-croissants) achter de kiezen en nemen de fietsen. Net op dat moment begint het te regenen.

In de regen dan maar de brug over in Saint Michel de Maurienne. Col du Télégraphe: 12 km. "Miljaar" en ik dacht dat die maar 7 km was. Maar de col begint leuk en ik vind snel mijn tempo: 9 km/u. Twee kilometer verder klaagt Luc al over zijn zadel dat te laag zou staan en ik ben doorweekt. Langs buiten van de regen en langs binnen van het zweet. De weg slingert zich door de bossen omhoog. "Spaar je energie voor de Galibier", heb ik als goede raad op een website gelezen en dus blijf ik spaarzaam trappen. Nu eens is Luc twintig meter achter, dan weer twintig meter vóór. Daniek heeft zich stevig aan kop genesteld. Maar goed, al bij al blijven we constant op enkele meters van elkaar. En zo bereiken we de top. Eerste mentaal streepje.










Wat extra slokken drank, een banaan en koekje en daarna de Télégraphe af naar Valloire. Luc nu stevig op kop. Ik achterin terwijl ik constant probeer niet van mijn fiets te bibberen van de kou. Ik begin al voor een longontsteking te vrezen.
In Valloire gaat het terug bergop en krijgen we even het gezelschap van een Nederlandse wielertoerist die daar noodgedwongen heeft moeten overnachten. Lang duurt dat gezelschap niet, want de man fietste ons te traag. Luc heeft het ook lastig en nog vóór we Valloire uitrijden ben ik hem uit het oog verloren. Daarna een stukje vals plat en het tempo dat stijgt tot 20. Weer wat steiler. Intussen is het volledig droog en op de toppen vallen wat schuchtere zonnestralen. Jasje uit en meteen weer verder. Nog altijd gaat het prima. In Plan Lachat gaat het plots veel steiler. Daniek heeft meteen 10... 20 meter voorsprong. Drie bochten verder stapt hij af. Ontploft.
Ik diesel verder. Lastige stukken wisselen af met mindere. Een prachtige omgeving: Alpenweiden omringd met scherpe pieken. Echt wel hooggebergte hier.
Een beetje verder staat een bordje: Col du Galibier 2 km. In de verte zie ik de top. No way! Dit is een stuk verder. Effectief die 2 km is tot aan de tunnel, waar de Ronde passeert. Ik moet nog ruim een kilometer hoger. Nu dik boven de 10%. Wat later ben ik boven: 2656 meter. Niks moe, niks buiten adem. Het ging goed. Prachtig uitzicht ook.




















Een hele poos later (half uur?) krijg ik Daniek als geel stipje op het asfalt in de gaten. Kort daarachter Luc.



















We hebben het allemaal gehaald. Tweede streepje.











Fleeze aan, windjack aan, handschoenen aan en in een rotvaart naar beneden. Luc dan toch. Ik bengel achteraan als de voorzichtigste daler. Rond twee uur staan we weer waar we vertrokken zijn. Goed zot!

zondag, juli 06, 2008

Verschijning

Zoals algemeen bekend kan het gebruik van alcohol vóór grote inspanningen hallucinaties veroorzaken. Maar ook het niet gebruiken van alcohol kan deze effecten hebben. De dag was nochtans heel normaal begonnen. Aan de start Else, Bert, Maxim, Luk, Anit, Kristien en Wim en in Haacht ook nog de Stanne. Het was een volledig normale zondag met wat gezeur over de kilometers en dat we toch zover niet zouden gaan rijden en dat we op tijd thuis moesten zijn en dat de eksterogen weer opspeelden. Allez, al die dingen die je gewoon moet laten zeggen en voor de rest negeren. En dus bolden we voorzichtig (tegen zo'n 24) tegen de wind langs Wespelaar en Tildonk naar Winksele alwaar de vertrouwde Sigaar ons opwachtte. Het blijft een leuke helling. Niet te kort en niet te moeilijk. Goed om een klimcadans te vinden. Daarna probleemloos verder achter Gasthuisberg naar Egenhoven en dan over het plateau tussen de akkers naar Leefdaal, waar we even moesten wachten op Marc VdWeyer, onze special guest star. Blinkend koersfietske, hartslagmeter. Marc weet wat goed is. Wat extra lucht in de banden van Luk en daar ging het tweetal. Meteen de beuk erin. In Neerijse toch een hergroepering en dan het heuveltje bij het buitenrijden waar Marc meteen plankgas gaf en de Stanne wilde laten weten dat hij ook kon klimmen. Allez bon. Nog altijd alles normaal. Verder langs St.Agatha Rode. En dan de lange helling langs Ottenburg. Marc zou ons eens een poepje laten ruiken, stelletje ongeregelde zondagsrijders dat we zijn. Dus meteen tegen 27. Leek me leuk om zo lang mogelijk het wiel te houden. Bert had net dezelfde ingeving. Halverwege gaat het wat steiler en ging het bij Marc ook meteen wat lastiger. We hebben nochtans niet overdreven, maar een paar minuten later was van Marc geen spoor meer. Net voor het binnenrijden van Ottenburg kwam de Stanne nog aansluiten. Leuke helling. Al waren er wel wat verschillen. Iedereen leek het goed te verteren. Marc kende de streek hier als z'n broekzak en ging dan ook in een rotvaart bergaf. Voorbij Terlanen links omhoog de Smeysberg op. Marc opnieuw dapper op kop. Op dit nijdig stukje zou hij ons eens te pletter rijden. Maar helaas voor Marc. Eerst legde Stanne hem aan banden en daarna ging ikzelf er nog eens fluks over. Derde bedrijf bij het binnenrijden van Duisburg, een rustige helling van zo'n 500m. Marc op de grote plateau voorbij. 50 m voorsprong en dan stond hij stil. Deze keer ter plekke gelaten door Maxim, Bert en mezelf. Tja, hier gaan we nog een tijdje over kunnen nakaarten... In den Congo een korte tussenstop. En omdat de pintjes hier maar 90 cent kosten, kon ik er niet afblijven. Intussen zat Kristien op hete kolen, want over een uurtje moesten we thuis zijn. Geen probleem, dan rijden we gewoon 30. Helaas wilde het niet zo meteen mee. Vooral Anit kreeg het wat lastig. Boven in Moorsel vroeg ik of Luk en Anit de weg kenden, want ik moest op tijd thuis zijn en zou nu wel tegen 30 rijden. En kijk: een eerste wonder geschiedde. Van Moorsel tot thuis is het tempo zo goed als nergens onder 30 gezakt, mét Luk en Anit vrolijk peddelend in de groep. Waar een wil is, is een weg. Bij Kampenhout Sas begon de groep toch wat te verbrokkelen. Luk en Anit zag ik niet meer en Else zei dat we niet moesten wachten op haar, want dat ze niet meer tegen 38 zou rijden. We hadden helemaal niet tegen 38 gereden, hoogstens 35. En dus verder tegen zo'n 30-35 naar Haacht. De Stanne gedropt en over de oude Hansbrug naar Keerbergen. En toen gebeurde er iets vreemds. Zoiets waarbij je denkt: dit kan niet; ik hallucineer. Het is van die pint. In den Congo doen ze stiekem iets in de koffie. Whatever. Zo'n tweehonderd meter vóór ons in de Fazantendreef reed een fietser in een fel oranje shirt met een oranje helm. ("Mijn vrouw heeft een shirtje gekocht dat past bij haar helm", had Erwin gisteren nog gezegd) Op dat moment lijken hersenen heel traag te werken: 1) we hadden constant 30+ gereden 2) Else had afgehaakt bij Kampenhout-Sas wegens erdoor zitten 3) voor zover mij bekend, bezit ze niet de gave van de bilocatie of heeft ze geen tweelingzus 4) ze heeft ook geen elektrisch motortje 5) een lift krijgen op zo'n korte termijn was vrijwel uitgesloten... Een fata morgana? Een mirakel? (we waren in ieder geval op nauwelijks een kilometer van het geboortehuis van Pater Damiaan en die grootste Belg heeft al meer mirakels verricht) Wij ons dus maar uitsloven en daar vlak vóór ons reed wel degelijk Else Van Looy. Ik heb me op dat moment in ieder geval voorgenomen om niet meer te drinken zolang ik fiets. Gelukkig was er een logische uitleg. Ze was gewoon door Haacht centrum gereden en dat gaat dus duidelijk sneller. Oef, het lag dus niet aan de alcohol. 83 kilometer hebben we vanmorgen afgemaald en dat tegen 23.8 gemiddeld op mijn teller. Leuk!