woensdag, augustus 06, 2008
twee spaken en een vorst in postzegelformaat
Woensdag 6 augustus, dag 12. Feldkirch-Andeer 99 km.
Om klokslag zeven kwam er leven in onze kleine nederzetting. Ver gekuch en gesteun (zo kamperen is toch niks meer voor mij...). Het typische geluid van ritsen die worden opengetrokken. En tot slot gezichten die komen piepen en vaak nog moeten gewassen en gestreken moeten worden om enigszins presentabel te zijn. (Gelukkig voor de betrokkenen zijn de foto's hiervan mislukt.)
En dan onder een stralende hemel een gezellig ontbijt. Wat kan kamperen toch fijn zijn. Stralende hemel en bergen: smeren dus. Zo kon Vincent dan toch eindelijk zijn 10 bovenhalen.
En dan geht's wieder loss. Naar Liechtenstein deze keer, op het ritme van Bob Dylan op Radio Venetië van DJ Prins Simon.
Liechtenstein binnenrijden is nog het best te vergelijken met Meldert binnenrijden, behalve dan dat er tussen Bierbeek en Meldert geen douanehuisje staat en een bord met wapenschild.
En nee, niet iedereen in Liechtenstein rijdt met een Mercedes, BMW of Porsche. In feite is het land in postzegelformaat niets anders dan een groepje boerendorpjes. In één zo'n boerendorpje staat wel een joekel van een museum voor moderne kunst, een parlement dat niks te zeggen heeft (maar dat is natuurlijk nauwelijks nieuws) en heel veel brievenbussen met zwart geld. Maar die zie je natuurlijk niet.
Het belangrijkste dat hier te vermelden valt is de derde lekke band van de familie Van Eylen. Daarbij stellen we ons collectief de vraag of Luk met de resterende twee intacte binnenbanden nog wel Venetië zal halen, dan wel of hij de handen vuil zal moeten maken en de roustinekes zal moeten hanteren. Diep in het peloton wordt er hierover al zwaar gegokt.
Allez bon: Liechtenstein is maar een saaie boel. Wij dus maar verder in sneltreinvaart langs de Rijn. Nog altijd onder een hete zon en nog altijd met een Wout die moeiteloos meepeddelde tot Bad Ragaz.
Voorbij Chur was het gedaan met de vlakke fietspaden. Langs de Polenweg, een grindweg die fors steeg, trokken we meteen wat hoger de vallei uit. Voorbij de top kregen we in ruil prachtige vergezichten en in de koele dennenbossen frisse bronnetjes om de dorst te lessen en af te koelen.
Een paar kilometer verder sprongen twee spaken bij Daniek. Zonder te veel moeite zijn we toch nog tot Thusis gesukkeld waar een fietsenmaker het euvel herstelde. Voor de anderen ging Kristien op fourageertocht. Het resultaat waren wel geen pannenkoeken waarnaar José nu al 500 km vraagt maar zandkoekjes en cakejes.
Rond vijf uur vatten we de slotklim aan naar Andeer. En weer was Wout van de partij. Meer zelfs: Wout fietste heel verdienstelijk (bijna Else en Erwin in de vernieling). Ook Anit kwam deze keer niet als rode lantaarn boven.
Voorin was het vooral C die het tempo aangaf. In zijn schaduw volgden ondergetekende en Daniek.
Iedereen is goed bovengeraakt in Andeer maar daarna sloeg het weer plots om, zoals dat in de bergen wel meer gebeurt. Water goot met bakken naar beneden en dus werd de camping ingeruild voor een droger onderkomen. En zo eindigde deze 11de dag in een diaspora. Morgen staat de Splugenpas op het menu. Benieuwd wat voor weer ze er bij zullen serveren.
Wim
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten