Woensdag 21 juli. Bremerhaven - Glückstadt. 73 km
Buiten Bremerhaven fietsten we meteen langs aangenaam belommerde wegen naar Bad Bederkesa. De burg daar heeft z'n wortels in de Middeleeuwen, maar is net iets té grondig gerestaureerd. We werden er wel wat wijzer over hoe de mensen in het bronzen tijdperk leefden. Kennis die we bij het vertrek grotendeels in de burg achterlieten.
Op het binnenplein hebben we wat meegenoten van een trouwpartij van een adelborst van de Duitse marine. (in feite weet ik niet of het een adelborst was, maar ik wilde het woord wel eens gebruiken). De bruidegom moest een meertouw doorsnijden terwijl laag over de burg een heli van de marine cirkelde. Dat van dat doorsnijden lukte niet te best, maar ik neem aan dat dat niet cruciaal meer is bij de marine en in mijn eigen huwelijkse staat ben ik nog nooit oog in oog komen te staan met een armdik meertouw dat ik zonodig in twee moest hakken.
Nauwelijks vijf kilometer verder kreeg Daniek in de gaten dat er een slag zat in zijn wiel. Er was een spaak gebroken en de herstelling zou wat tijd vergen. Het is overigens niet de eerste keer dat Daniek geconfronteerd wordt met spaakbreuk. Erwin, gespecialiseerd in het aftrochelen van karretjes in de Delhaize, het charmeren van Duitse zotte paterkes in Spanje, het masseren van vrouwenbenen met recyclage-
olie (of was het nu recuperatie-olie) is ook een specialist in het opereren van breuken. Op een uurtje zaten Daniek en Erwin wreed onder het vet en was de klus geklaard. Het wiel bolt weer al nooit tevoren.
Intussen hadden we elkaar teruggevonden aan het zwevend veer van Osten. Het ding vaart dus niet, maar zweeft boven het water opgehangen aan een behoorlijk grote ijzeren constructie. De ontwerper had z'n mosterd gehaald bij Gustave Eiffel naar verluidt.
En verder ging het weer met z'n zessen over de Duitse fietspaden. Die zijn overigens slecht van kwaliteit: stomme klinkers, op en neer golvend voor opritten van woningen, draaiend en kerend langs straatmeubilair, of van opgelapte of niet opgelapte asfalt vol putten. Ze zouden de ingenieurs en gezagsdragers moeten verplichten om eerst 10.000 km te fietsen vóór ze een fietspad mogen aanleggen. Fietsers willen brede en rechte fietspaden; op een veilige afstand van constructies en wagens en vooral met een glad wegdek. Niks bolt zo goed als een gladde (dichte) asfalt. Op de tweede plaats komt een gladde beton en klinkers zijn vrijwel nooit goed. Toch blijft het verbazen hoeveel fietspaden er nog in klinkers worden aangelegd. Passeer daar na vijf jaar eens over en je hebt het perfecte recept voor zadelpijn. Dan nog liever geen fietspaden zoals in Frankrijk. Fietsers verplichten op slechte fietspaden te rijden is dom. Leg goede fietspaden, of fietswegen, aan en de fietsers (ook de wielertoeristen) zullen er dankbaar gebruik van maken. Maar het vergt politieke moed en die is er bvb in Keerbergen duidelijk niet. Ga aub eens kijken in Nederland. Zoiets vergeet je niet snel.
Genoeg gepreekt. Op het veer over de Elbe waren we bijna omgekomen van hitte en verdamping. Mediterraans heet was het. Zolang je fietst, staat de ventilator aan, maar eens je stilstaat is het bakken. We konden ons nog net redden op een terrasje in Glückstadt met wat halve liters bier. Bananenbier voor Kristien. "Nu heb ik het gevonden, joh. Dat is het. Lekker!" Toen Erwin ook eindelijk over de Elbe was geraakt, konden we hem natuurlijk niet aan z'n lot overlaten en dus bestelden we nog eens een rondje. En daarna was het tijd voor ijsjes, vóór en ná het eten.
Morgen zal dat wellicht wat anders liggen want dan zouden we wel eens
wat onweer kunnen krijgen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten