dinsdag, juli 27, 2010

Singing in the Rain

Dinsdag 27 juli. Guldborg - Sorø. 100km
De ochtend lachte ons breed tegemoet. Het zou weer een memorabele dag, vol gemeende ontsnappingspogingen en schoten met nat kruit. Maar laten we chronologisch de dag beschrijven zodat iedereen kan volgen. Een brug na ons vertrek zaten we alweer op een ander eiland: Falster, dat tot het midden van de 18de eeuw eigendom was van de Deense kroon. Onze cykelruten 7 maakte op het eiland een vreemd ommetje langs Våse, een klein boerendorpje met weer vrolijk gekleurde huizen met een rieten dak en met een prachtig rood kerkje. Vooraan een middeleeuws retabel waarbij het voor ons, slechte katholieken, toch wat gissen was hoe iedere heilige heette aan de hand van wat attributen.
Daarna reden we over een oude lange brug over de Storstrommen naar Sjælland. Wind was er nauwelijks. De zee, een spiegel met de zeilbootjes die op motor onder ons door gleden. In het midden moesten we ons wel letterlijk een weg banen door zwermen kleine steekvliegjes. Hand voor de mond, of we hadden al gegeten voor de koffiepauze. Pas op het eind heb ik ook opgemerkt dat de verroeste betonijzers open en bloot lagen. Betonrot noemen ze dat en da's over het algemeen niet zo goed voor de vervaldatum van bruggen. In Vordingborg aan de overzijde hebben we na de koffie het Vordingborg Slot bezocht, een koninklijke burcht uit 1175. Valdemar I vond de locatie hier wel geschikt voor raids op de Duitse kust. Tja doetjes waren het niet die Denen. Van de burcht blijft maar één toren over: de Ganzetoren. In de (denkbeeldige) burcht werden ook steekspelen georganiseerd. Vermits ons gezelschap alles zegt te weten van elkaar steken onder water te geven, steekpenningen, muggesteken, niemand in de steek laten en verhalen vertellen die geen steek houden -zoals dit - beslisten we om mee te doen. Met de lans in de ene hand en de teugels van ons ros in de andere stormden we onversaagd op ons doel af. En voor wie er mocht aan twijfelen: het was telkens raak, al versplinterde onze lans niet bij de impact zoals je wel eens in films ziet. Naderhand hebben we het wapen braaf teruggegeven aan het jongetje dat ons de hele tijd geamuseerd had gadegeslagen.Verder ging het naar Naestved met ondermeer het oudste stadhuis van Denemarken. Het leek ons een goede zaak dat het pand niet meer in gebruik is. In Naestved deden we ook bijna een overdosis kerken op. Allemaal niet slecht, maar geen pareltjes.
Intussen hing er boven bijna heel Sjælland een fameus onweer. Ten noorden en oosten van Næstved zag de hemel behoorlijk zwart. Het zou een wonder heten als we geen plensbui zouden krijgen. Maar dat kon de strijdlust van ons groepje niet deren. De heuveltjes waren weer van de partij met de leuke klimmetjes. Anit was dus meteen in haar sas. Else vlocht haar armen weer door haar vlinderstuur en dan weten de goede vrienden dat ze niet zal opgeven vooraleer ze de laatste helling achter zich heeft gelaten. Ook al stonden er intussen meer dan 1.400 km op haar teller. En voor mijn schatje Kristien is er niets plezanter dan relatief korte hellingen waar ze telkens opstormt. Allez, toch op de eerste twintig. Daarna luwt die storm wat. Maar ook deze keer gaat de prijs voor de strijdlust naar onze Luk Van Eylen. In eerste instantie had hij zich voorgenomen de koers te controleren, zoals dat heet. Op geen enkele helling zou hij meer dan een meter prijsgeven op Daniek of op mezelf. Na een tijdje begon dat op te vallen natuurlijk en begonnen we telkens stilletjes te versnellen op de hellingen. Dat bleef niet zonder resultaat: "Miljaar. Dood ben ik. Compleet kapot." Eens die fase voorbij - en net daarom verdient Luk ook vandaag weer de prijs voor de strijdlust - ging hij over tot suïcidale aanvalspogingen, die netjes werden gecounterd. "hé mannen, dat was maar om te lachen hé..." We hebben inderdaad een paar keer goed gelachen wanneer we hem weer zagen aanstormen. Maar zo gingen de kilometers snel voorbij en met 100 op de teller reden we de camping op, droog. We hadden letterlijk rond het onweer gefietst. Héhé, dat was ons toch maar weer mooi gelukt. We slaagden er zelfs in vier tenten recht te zetten op 10m2.
Daarna organiseerden we een BBQtje om duimen en vingers van af te likken. Het rook zo overheerlijk dat de Denen kwamen kijken wie daar aan het kokerellen was. Dan plots... Kssjjj op de gloeiende houtskool. En wat later nog eens ... Kssjj en ...kssjjj kssjjj kssjj druppels op onze BBQ. Onze lazy diner werd meteen een walking diner in een paviljoentje met zicht op de Sorø Sø. Het ene onweer had ons niet te grazen gekregen, de andere plensbui wel.
Maar een uurtje later zaten we weer vóór onze tentjes door te bomen over dat we toch wel geluk hadden met het weer op deze trip naar Kopenhagen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten