donderdag, juli 29, 2010
Hallelujah (Messiah van Händel)
Donderdag 29 juli. Roskilde - Kopenhagen. 54 km
Neen, deze ochtend zag er niet fraai uit. Geen zon om ons welkom te heten. Wel een vriendelijke Nederlander om een groepsfoto in uniform te maken.
Eerst het goede nieuws. De wind kwam van de juiste kant, in de rug dus. Foorteelwind, noemden ze dat twee weken geleden. En Erwin had vannacht overuren gedaan om nieuw plateaus te steken op de fiets van Else. Allez, daar leek het toch op. Want toen we 40 deden zei Daniek me dat er nog geen klachten waarin achterin, ook niet van Else.Vanavond na een glas of twee rode wijn, kwam Else met de ontnuchterende waarheid: "Ik heb me voorgenomen niet meer te klagen. Ik denk dan soms wel: gelle eikels." Tja... we zorgden er wel voor geen kloven meer te slaan, want Erwin had het al lastig genoeg en die van mij deed vannacht ook wat pijn en de Cutigenol ofzo van Luk geraakt op. Een kleine zijsprong brengt ons bij de zadelpijn en bij Luk is die grotendeels weg. Een beter zadel en crème en plastic zakjes die kleur afgeven, doen wonderen.
Het slechte nieuws dan. De eerste tien kilometer hadden we tussen de buien geslalomd, maar daarna begon de motregen, die overging in druilregen, die overging in gemiezer, dat overging in ordinaire regen. Met wat pauzes heeft het toch wel wat geregend vandaag. Maar elk nateel hep so z'n foorteel. Rond tien uur kon in een tunneltje onder een autoweg in de buurt van Kopenhagen een prachtige meerstemmige versie gehoord worden van de Messiah van Händel.
Erwin had ook niet stilgezeten en had na de golfclub, vanmorgen een zeilclub zover gekregen om voor ons open te doen. Zeven grote koffies voor 50 kronen (da's nog geen euro per koffie. De waard was waarschijnlijk nog niet goed wakker.)
Rond de middag zijn we dan op onze eindbestemming aangekomen in Kopenhagen. De LKW zijn we wat verderop gaan parkeren en zelf zijn we wat door de stad gaan struinen. Uiteindelijk belandden we bij een Griek (met een Thaise kok). Wijselijk bestelden we geen retsina. Uren hebben we getafeld en alle aspecten van onze reis nog eens tegen het licht gehouden. Wat was nu de beste camping. En weet je nog...? Ah ja
en dat was toch daar dat...? En da't veel te snel voorbij was. En waar we volgende keer naartoe gaan. Want al zijn we soms eikels, zo'n fietsvakantie blijft toch wel hartstikke leuk.
woensdag, juli 28, 2010
Another one bites the dust
Woensdag 28 juli. Sorø - Roskilde. 66 km.
Weer eens warm en zonnig vanochtend. Er stond een korte rit op het programma, maar het werd wel een hevige. Al van bij het buitenrijden van Sorø kregen we een weg als een wasbord en dus trok onze Queen van de Molshoop in de aanval. Telkens weer nam ze de hellingen stormenderhand, dwz tot op een derde van de top. De theorie is dat je de restsnelheid van de afdaling volop moet gebruiken. Maar in de praktijk creëert ze zelf restsnelheid, zelfs zonder afdaling. Indrukwekkend is het wel en daarom krijgt Kristien vandaag de prijs van de vechtlust. Want het moet gezegd dat we Luk weinig op kop zagen. Voor zijn verdediging kunnen we aanhalen dat we flinke stukken grindweg kregen over een heuvelend parcours. En Luk haat zo'n wegen en zeker het stof als je in de achterhoede rijdt. Geen suïcidale neigingen vandaag.
Voor het overige bezochten we in Haraldsted het kerkhof, want we zijn ervaren kerkhoftoeristen. Intussen hebben we een bijna encyclopedische kennis vergaard van de funeraire geplogendheden in grote delen van West-Europa. En het mag gezegd worden dat Haraldsted hiervoor een kleine stop waard is. Het kerkhof lijkt wat op een botanische tuin, een uit de hand gelopen hobby van een dominee of conciërge-hovenier. Deze en andere bespiegelingen borrelden wat later spontaan bij ons op tijdens de koffie in het clubhouse van de golf.
Na de koffie werkten we nog veertig fraaie en vermoeiende kilometers af tot de camping in Roskilde.
Roskilde is de oude hoofdstad van Denemarken en bakermat van de Vikings. In het museum liggen vijf oude vikingschepen, of toch een deel van de romp. In het centrum van de stad staat de domkerk waar de hele koninklijke familie van Denemarken begraven ligt. Van Harald met de Blauwe Tand tot de ouders van koningin Margarethe. Het ene graf en de ene grafkapel al protseriger dan de andere. Neen, nog eens wij als
funeraire toeristen geven de voorkeur aan de graven rond het kerkje van Haraldsted, al dan niet met blauwe tand.
De rest van de dag hebben we vrij letterlijk genikst, niet gesnold in de Lidl, niks actiefs gedaan, hoogstens wat gezeverd over Italiaanse, Libanese of Deense ontboezemingen. En om de avond af te ronden: het druppelt wat op de camping en dus zijn we weer blij.
Weer eens warm en zonnig vanochtend. Er stond een korte rit op het programma, maar het werd wel een hevige. Al van bij het buitenrijden van Sorø kregen we een weg als een wasbord en dus trok onze Queen van de Molshoop in de aanval. Telkens weer nam ze de hellingen stormenderhand, dwz tot op een derde van de top. De theorie is dat je de restsnelheid van de afdaling volop moet gebruiken. Maar in de praktijk creëert ze zelf restsnelheid, zelfs zonder afdaling. Indrukwekkend is het wel en daarom krijgt Kristien vandaag de prijs van de vechtlust. Want het moet gezegd dat we Luk weinig op kop zagen. Voor zijn verdediging kunnen we aanhalen dat we flinke stukken grindweg kregen over een heuvelend parcours. En Luk haat zo'n wegen en zeker het stof als je in de achterhoede rijdt. Geen suïcidale neigingen vandaag.
Voor het overige bezochten we in Haraldsted het kerkhof, want we zijn ervaren kerkhoftoeristen. Intussen hebben we een bijna encyclopedische kennis vergaard van de funeraire geplogendheden in grote delen van West-Europa. En het mag gezegd worden dat Haraldsted hiervoor een kleine stop waard is. Het kerkhof lijkt wat op een botanische tuin, een uit de hand gelopen hobby van een dominee of conciërge-hovenier. Deze en andere bespiegelingen borrelden wat later spontaan bij ons op tijdens de koffie in het clubhouse van de golf.
Na de koffie werkten we nog veertig fraaie en vermoeiende kilometers af tot de camping in Roskilde.
Roskilde is de oude hoofdstad van Denemarken en bakermat van de Vikings. In het museum liggen vijf oude vikingschepen, of toch een deel van de romp. In het centrum van de stad staat de domkerk waar de hele koninklijke familie van Denemarken begraven ligt. Van Harald met de Blauwe Tand tot de ouders van koningin Margarethe. Het ene graf en de ene grafkapel al protseriger dan de andere. Neen, nog eens wij als
funeraire toeristen geven de voorkeur aan de graven rond het kerkje van Haraldsted, al dan niet met blauwe tand.
De rest van de dag hebben we vrij letterlijk genikst, niet gesnold in de Lidl, niks actiefs gedaan, hoogstens wat gezeverd over Italiaanse, Libanese of Deense ontboezemingen. En om de avond af te ronden: het druppelt wat op de camping en dus zijn we weer blij.
dinsdag, juli 27, 2010
Singing in the Rain
Dinsdag 27 juli. Guldborg - Sorø. 100km
De ochtend lachte ons breed tegemoet. Het zou weer een memorabele dag, vol gemeende ontsnappingspogingen en schoten met nat kruit. Maar laten we chronologisch de dag beschrijven zodat iedereen kan volgen. Een brug na ons vertrek zaten we alweer op een ander eiland: Falster, dat tot het midden van de 18de eeuw eigendom was van de Deense kroon. Onze cykelruten 7 maakte op het eiland een vreemd ommetje langs Våse, een klein boerendorpje met weer vrolijk gekleurde huizen met een rieten dak en met een prachtig rood kerkje. Vooraan een middeleeuws retabel waarbij het voor ons, slechte katholieken, toch wat gissen was hoe iedere heilige heette aan de hand van wat attributen.
Daarna reden we over een oude lange brug over de Storstrommen naar Sjælland. Wind was er nauwelijks. De zee, een spiegel met de zeilbootjes die op motor onder ons door gleden. In het midden moesten we ons wel letterlijk een weg banen door zwermen kleine steekvliegjes. Hand voor de mond, of we hadden al gegeten voor de koffiepauze. Pas op het eind heb ik ook opgemerkt dat de verroeste betonijzers open en bloot lagen. Betonrot noemen ze dat en da's over het algemeen niet zo goed voor de vervaldatum van bruggen. In Vordingborg aan de overzijde hebben we na de koffie het Vordingborg Slot bezocht, een koninklijke burcht uit 1175. Valdemar I vond de locatie hier wel geschikt voor raids op de Duitse kust. Tja doetjes waren het niet die Denen. Van de burcht blijft maar één toren over: de Ganzetoren. In de (denkbeeldige) burcht werden ook steekspelen georganiseerd. Vermits ons gezelschap alles zegt te weten van elkaar steken onder water te geven, steekpenningen, muggesteken, niemand in de steek laten en verhalen vertellen die geen steek houden -zoals dit - beslisten we om mee te doen. Met de lans in de ene hand en de teugels van ons ros in de andere stormden we onversaagd op ons doel af. En voor wie er mocht aan twijfelen: het was telkens raak, al versplinterde onze lans niet bij de impact zoals je wel eens in films ziet. Naderhand hebben we het wapen braaf teruggegeven aan het jongetje dat ons de hele tijd geamuseerd had gadegeslagen.Verder ging het naar Naestved met ondermeer het oudste stadhuis van Denemarken. Het leek ons een goede zaak dat het pand niet meer in gebruik is. In Naestved deden we ook bijna een overdosis kerken op. Allemaal niet slecht, maar geen pareltjes.
Intussen hing er boven bijna heel Sjælland een fameus onweer. Ten noorden en oosten van Næstved zag de hemel behoorlijk zwart. Het zou een wonder heten als we geen plensbui zouden krijgen. Maar dat kon de strijdlust van ons groepje niet deren. De heuveltjes waren weer van de partij met de leuke klimmetjes. Anit was dus meteen in haar sas. Else vlocht haar armen weer door haar vlinderstuur en dan weten de goede vrienden dat ze niet zal opgeven vooraleer ze de laatste helling achter zich heeft gelaten. Ook al stonden er intussen meer dan 1.400 km op haar teller. En voor mijn schatje Kristien is er niets plezanter dan relatief korte hellingen waar ze telkens opstormt. Allez, toch op de eerste twintig. Daarna luwt die storm wat. Maar ook deze keer gaat de prijs voor de strijdlust naar onze Luk Van Eylen. In eerste instantie had hij zich voorgenomen de koers te controleren, zoals dat heet. Op geen enkele helling zou hij meer dan een meter prijsgeven op Daniek of op mezelf. Na een tijdje begon dat op te vallen natuurlijk en begonnen we telkens stilletjes te versnellen op de hellingen. Dat bleef niet zonder resultaat: "Miljaar. Dood ben ik. Compleet kapot." Eens die fase voorbij - en net daarom verdient Luk ook vandaag weer de prijs voor de strijdlust - ging hij over tot suïcidale aanvalspogingen, die netjes werden gecounterd. "hé mannen, dat was maar om te lachen hé..." We hebben inderdaad een paar keer goed gelachen wanneer we hem weer zagen aanstormen. Maar zo gingen de kilometers snel voorbij en met 100 op de teller reden we de camping op, droog. We hadden letterlijk rond het onweer gefietst. Héhé, dat was ons toch maar weer mooi gelukt. We slaagden er zelfs in vier tenten recht te zetten op 10m2.
Daarna organiseerden we een BBQtje om duimen en vingers van af te likken. Het rook zo overheerlijk dat de Denen kwamen kijken wie daar aan het kokerellen was. Dan plots... Kssjjj op de gloeiende houtskool. En wat later nog eens ... Kssjj en ...kssjjj kssjjj kssjj druppels op onze BBQ. Onze lazy diner werd meteen een walking diner in een paviljoentje met zicht op de Sorø Sø. Het ene onweer had ons niet te grazen gekregen, de andere plensbui wel.
Maar een uurtje later zaten we weer vóór onze tentjes door te bomen over dat we toch wel geluk hadden met het weer op deze trip naar Kopenhagen.
De ochtend lachte ons breed tegemoet. Het zou weer een memorabele dag, vol gemeende ontsnappingspogingen en schoten met nat kruit. Maar laten we chronologisch de dag beschrijven zodat iedereen kan volgen. Een brug na ons vertrek zaten we alweer op een ander eiland: Falster, dat tot het midden van de 18de eeuw eigendom was van de Deense kroon. Onze cykelruten 7 maakte op het eiland een vreemd ommetje langs Våse, een klein boerendorpje met weer vrolijk gekleurde huizen met een rieten dak en met een prachtig rood kerkje. Vooraan een middeleeuws retabel waarbij het voor ons, slechte katholieken, toch wat gissen was hoe iedere heilige heette aan de hand van wat attributen.
Daarna reden we over een oude lange brug over de Storstrommen naar Sjælland. Wind was er nauwelijks. De zee, een spiegel met de zeilbootjes die op motor onder ons door gleden. In het midden moesten we ons wel letterlijk een weg banen door zwermen kleine steekvliegjes. Hand voor de mond, of we hadden al gegeten voor de koffiepauze. Pas op het eind heb ik ook opgemerkt dat de verroeste betonijzers open en bloot lagen. Betonrot noemen ze dat en da's over het algemeen niet zo goed voor de vervaldatum van bruggen. In Vordingborg aan de overzijde hebben we na de koffie het Vordingborg Slot bezocht, een koninklijke burcht uit 1175. Valdemar I vond de locatie hier wel geschikt voor raids op de Duitse kust. Tja doetjes waren het niet die Denen. Van de burcht blijft maar één toren over: de Ganzetoren. In de (denkbeeldige) burcht werden ook steekspelen georganiseerd. Vermits ons gezelschap alles zegt te weten van elkaar steken onder water te geven, steekpenningen, muggesteken, niemand in de steek laten en verhalen vertellen die geen steek houden -zoals dit - beslisten we om mee te doen. Met de lans in de ene hand en de teugels van ons ros in de andere stormden we onversaagd op ons doel af. En voor wie er mocht aan twijfelen: het was telkens raak, al versplinterde onze lans niet bij de impact zoals je wel eens in films ziet. Naderhand hebben we het wapen braaf teruggegeven aan het jongetje dat ons de hele tijd geamuseerd had gadegeslagen.Verder ging het naar Naestved met ondermeer het oudste stadhuis van Denemarken. Het leek ons een goede zaak dat het pand niet meer in gebruik is. In Naestved deden we ook bijna een overdosis kerken op. Allemaal niet slecht, maar geen pareltjes.
Intussen hing er boven bijna heel Sjælland een fameus onweer. Ten noorden en oosten van Næstved zag de hemel behoorlijk zwart. Het zou een wonder heten als we geen plensbui zouden krijgen. Maar dat kon de strijdlust van ons groepje niet deren. De heuveltjes waren weer van de partij met de leuke klimmetjes. Anit was dus meteen in haar sas. Else vlocht haar armen weer door haar vlinderstuur en dan weten de goede vrienden dat ze niet zal opgeven vooraleer ze de laatste helling achter zich heeft gelaten. Ook al stonden er intussen meer dan 1.400 km op haar teller. En voor mijn schatje Kristien is er niets plezanter dan relatief korte hellingen waar ze telkens opstormt. Allez, toch op de eerste twintig. Daarna luwt die storm wat. Maar ook deze keer gaat de prijs voor de strijdlust naar onze Luk Van Eylen. In eerste instantie had hij zich voorgenomen de koers te controleren, zoals dat heet. Op geen enkele helling zou hij meer dan een meter prijsgeven op Daniek of op mezelf. Na een tijdje begon dat op te vallen natuurlijk en begonnen we telkens stilletjes te versnellen op de hellingen. Dat bleef niet zonder resultaat: "Miljaar. Dood ben ik. Compleet kapot." Eens die fase voorbij - en net daarom verdient Luk ook vandaag weer de prijs voor de strijdlust - ging hij over tot suïcidale aanvalspogingen, die netjes werden gecounterd. "hé mannen, dat was maar om te lachen hé..." We hebben inderdaad een paar keer goed gelachen wanneer we hem weer zagen aanstormen. Maar zo gingen de kilometers snel voorbij en met 100 op de teller reden we de camping op, droog. We hadden letterlijk rond het onweer gefietst. Héhé, dat was ons toch maar weer mooi gelukt. We slaagden er zelfs in vier tenten recht te zetten op 10m2.
Daarna organiseerden we een BBQtje om duimen en vingers van af te likken. Het rook zo overheerlijk dat de Denen kwamen kijken wie daar aan het kokerellen was. Dan plots... Kssjjj op de gloeiende houtskool. En wat later nog eens ... Kssjj en ...kssjjj kssjjj kssjj druppels op onze BBQ. Onze lazy diner werd meteen een walking diner in een paviljoentje met zicht op de Sorø Sø. Het ene onweer had ons niet te grazen gekregen, de andere plensbui wel.
Maar een uurtje later zaten we weer vóór onze tentjes door te bomen over dat we toch wel geluk hadden met het weer op deze trip naar Kopenhagen.
maandag, juli 26, 2010
Ring of Fire
Maandag 26 juli. Spodsbjerg - Guldborg. 85 km
Met zeven afspraken maken is niet altijd gemakkelijk. Lang aan de onderhandelingstafel zitten met een glas of een fles wijn, is geen garantie voor een duurzaam akkoord. Er is er altijd wel eentje die het niet zó maar anders begrepen heeft. Halverwege de Store Belt, zo rond half acht, was het water nog diep, Maar na een uitgebreid ontbijtbuffet sprak onze mentor Luk de troepen nieuwe moed in en met een rotvaart schoten we van start. Luk koerste alsof de toekomst van het land ervan af hing. Alleen op grind haalden we geen 27.
We zijn intussen op Lolland en dat is opmerkelijk vlakker dan de andere eilanden en ook minder mooi. De eerste stad, Nakskov, is een industriestadje dat lang niet zo mooi oogt als wat we tot nu toe bezocht hebben.
Bovendien zegt Anit dat ze graag heuveltjes doet. Hier is dus duidelijk de sterke invloed van haar echtgenoot Luk te merken die hoopt haar mee te krijgen voor tien dagen fietsen in de Alpen. Zelf zou hij deze zomer graag nog eens de Stelvio beklimmen, zegt hij, maar dan moet de politieke toestand van het land en de stress bij de banken onder controle zijn. Anders wordt hij naar verluidt opgevorderd.
Kriskras trokken we door Lolland tot we in Maribo geraakten. Een mooie kerk was niet genoeg. Ook niet een vermomde Peter Van Poyer die met zijn Goldwing rondjes draaide rond het marktplein. Snoep is spijtig genoeg blijkbaar van Haribo, niet Maribo, en dus reden we maar door, lichtjes op en neer, gedragen door de wind en aangespoord uit de achterste gelederen.
Deze keer waren we ruim een half uur vóór de volgwagen op onze bestemming. Daarom ook dat het ding een volgwagen heet. Na weer eens een overheerlijke maaltijd trokken we naar het haventje voor een likijsje. Het diminutief zou ik hier willen weglaten, maar dat gaat niet.
Toch nog één bedenking over moderne communicatiemiddelen. Blackberry's zijn een mooi ding. De ene krijgt zijn volledige Telenet-mailbox in zijn Blacky gedumpt op een kwartier tijd omdat Telenet van systeem verandert. De Chef zijn bil trilt er nog van. De andere verneemt in volledig relaxte toestand dat zijn collega's meelezen wat hij allemaal doet en niet doet. Tot zover de relaxte vakantie. Een mens zou voor minder wakker liggen.
Met zeven afspraken maken is niet altijd gemakkelijk. Lang aan de onderhandelingstafel zitten met een glas of een fles wijn, is geen garantie voor een duurzaam akkoord. Er is er altijd wel eentje die het niet zó maar anders begrepen heeft. Halverwege de Store Belt, zo rond half acht, was het water nog diep, Maar na een uitgebreid ontbijtbuffet sprak onze mentor Luk de troepen nieuwe moed in en met een rotvaart schoten we van start. Luk koerste alsof de toekomst van het land ervan af hing. Alleen op grind haalden we geen 27.
We zijn intussen op Lolland en dat is opmerkelijk vlakker dan de andere eilanden en ook minder mooi. De eerste stad, Nakskov, is een industriestadje dat lang niet zo mooi oogt als wat we tot nu toe bezocht hebben.
Bovendien zegt Anit dat ze graag heuveltjes doet. Hier is dus duidelijk de sterke invloed van haar echtgenoot Luk te merken die hoopt haar mee te krijgen voor tien dagen fietsen in de Alpen. Zelf zou hij deze zomer graag nog eens de Stelvio beklimmen, zegt hij, maar dan moet de politieke toestand van het land en de stress bij de banken onder controle zijn. Anders wordt hij naar verluidt opgevorderd.
Kriskras trokken we door Lolland tot we in Maribo geraakten. Een mooie kerk was niet genoeg. Ook niet een vermomde Peter Van Poyer die met zijn Goldwing rondjes draaide rond het marktplein. Snoep is spijtig genoeg blijkbaar van Haribo, niet Maribo, en dus reden we maar door, lichtjes op en neer, gedragen door de wind en aangespoord uit de achterste gelederen.
Deze keer waren we ruim een half uur vóór de volgwagen op onze bestemming. Daarom ook dat het ding een volgwagen heet. Na weer eens een overheerlijke maaltijd trokken we naar het haventje voor een likijsje. Het diminutief zou ik hier willen weglaten, maar dat gaat niet.
Toch nog één bedenking over moderne communicatiemiddelen. Blackberry's zijn een mooi ding. De ene krijgt zijn volledige Telenet-mailbox in zijn Blacky gedumpt op een kwartier tijd omdat Telenet van systeem verandert. De Chef zijn bil trilt er nog van. De andere verneemt in volledig relaxte toestand dat zijn collega's meelezen wat hij allemaal doet en niet doet. Tot zover de relaxte vakantie. Een mens zou voor minder wakker liggen.
zondag, juli 25, 2010
'k Stond voor de brug van Willebroek, 'k stond geblokkeerd aan 't kanaal
Zondag 25 juli. Faaborg - Spodsbjerg. 67 km
Het was nog behoorlijk fris vanmorgen en onze was was er de laatste 12 uren alleen maar natter op geworden. Misschien is het de leeftijd, maar vanmorgen had ik zo wat twijfels. Anderen hebben minder last van een ochtenddipje, trekken hun loopschoenen aan, zien een wegwijzer Odense 25km en denken: "Dat zou een leuk doel zijn." Na drie kilometer blijkt onze frisse en dappere jogger in de Fynse Alpen terechtgekomen
en kiest hij maar een alternatieve bestemming met een onuitspreekbare naam op 1km. Het joggen loopt langs een mooi golfparcours om een half uur later bij dezelfde wegwijzer uit te komen. "Ik heb dan maar besloten in een rechthoekje te lopen." Dat laatste begreep ik niet, maar dat zal aan mij liggen.
Met 30+ naar de haven van Faaborg, wind in de rug en naar beneden en de stemming was opperbest. Jep, ik hou wel van dit land. Het fietsen is echt een verrukking. De mooie asfaltweggetjes slingeren zich door het glooiende landschap. Alleen al maar de wind die akkers vol gerst laten golven als goud en zilverkleurige zeeën en de geur van het rijpe graan zijn een klimmetje waard. (ja toch Anit?) Soms denk je even dat je in de Ardennen bent, of in het Hageland, en het volgende moment rij je weer langs de zee bezaaid met witte zeilen.
Afgesproken voor de koffie hadden we in Svendborg (Daniek: "Waar ligt dat Svendibold?"), maar net vóór de stad werden we (op aangeven van onze Chef LKW) afgeleid naar de brug over een zee-engte naar het eiland Tåsinge. Wreed hoge constructie en helemaal bovenaan stond een eenzame fiets. Van de eigenaar geen spoor...
Na de brug werden we op de vingers getikt door Anit, dat we wel in Svendborg afgesproken hadden en dat we dat nu niet zouden zien. Om het goed te maken ben ik dan maar drie bakjes vers fruit gaan kopen langs de weg. Frambozen, kersen en aalbessen. Om het dubbel goed te maken hebben we na die fruitbakjes en de koffie Valdemars Slot bezocht. Dat is een fraai optrekje dat Christian IV (de stichter van Glückstadt) aan zijn zoon Valdemars cadeau wilde doen. Zo rond 1644 en later nog wat verbouwd en voorzien van wat meer moderne meubels of een kapelletje of theepaviljoentje links of rechts. Ik moet het hier van het gezelschap eigenlijk ook nog hebben over de eeuwenoude vete tussen de Denen en de Zweden, en over de nederlaag
in 1864 tegen de Pruisen enz. Ik ga dat dus niet doen. Daar bestaan andere auteurs voor. Maar om terug te komen op het verhaal, die prins Valdemars stierf wat te vroeg. Koning Christian IV had dus geen bestemming meer voor het optrekje en gaf het dus maar cadeau aan een kolonel of een admiraal. Het slot is nogal gezellig ingericht, maar een beetje boven ons budget. Aan tafel voor de lunch ontspon zich een discussie die hier onder algemene druk gecensureerd wordt, maar volgens sommigen was het heilzame effect wel wetenschappelijk bewezen. Daniek wist ons dan weer te verbazen met: "Wetenschappers zijn als vroedvrouwen. Ze halen eruit wat erin zit." Waarop Kristien aanvoerde dat de adel vroeger ook niet anders deed dan argumenteren over wetenschap.
Bon, na het kasteel tegen een leuk tempo en met een forse rugwind naar Langeland (da's een ander Deens eiland dat nogal lang en smal is, maar dat had u zelf ook kunnen raden.). Onderweg Anit en Else op ralenti losgereden tegen 40 per uur, volgens de dames. Of toch ongeveer. Maar ondanks het tempo waren we te laat voor het veer naar Lolland (da's naar het schijnt het plezantste eiland). Anit stelde voor om dan maar op dit eiland te blijven en morgen over te varen. Weer eens een prima idee van Anit. En dus zitten we hier op een camping op Langeland en hebben we de ferry van 7u15 morgenvroeg geboekt. Vakantie noemen ze dat...
Zoals al lang aangekondigd is Else vanmiddag gaan zwemmen in de Oostzee. Anit ook, allez tot aan de dijen, want er zaten kwallen. En Daniek tot aan de dikke teen. L'année des méduses. Erwin was dan weer werkeloos wegens te fris voor blote dijen en billen. Vanavond hebben we zelf gekookt en hoe kan het anders? Het heeft ons gesmaakt. Apropos het viel ons na acht uur trouwens op dat Daniek eigenlijk wel heel weinig wijn drinkt. Een sportman, die Daniek. Eergisteren in Husum zei hij nog: "I wanna shit onna my bed." Hij heeft vanavond gekregen waar hij om vroeg...
Het was nog behoorlijk fris vanmorgen en onze was was er de laatste 12 uren alleen maar natter op geworden. Misschien is het de leeftijd, maar vanmorgen had ik zo wat twijfels. Anderen hebben minder last van een ochtenddipje, trekken hun loopschoenen aan, zien een wegwijzer Odense 25km en denken: "Dat zou een leuk doel zijn." Na drie kilometer blijkt onze frisse en dappere jogger in de Fynse Alpen terechtgekomen
en kiest hij maar een alternatieve bestemming met een onuitspreekbare naam op 1km. Het joggen loopt langs een mooi golfparcours om een half uur later bij dezelfde wegwijzer uit te komen. "Ik heb dan maar besloten in een rechthoekje te lopen." Dat laatste begreep ik niet, maar dat zal aan mij liggen.
Met 30+ naar de haven van Faaborg, wind in de rug en naar beneden en de stemming was opperbest. Jep, ik hou wel van dit land. Het fietsen is echt een verrukking. De mooie asfaltweggetjes slingeren zich door het glooiende landschap. Alleen al maar de wind die akkers vol gerst laten golven als goud en zilverkleurige zeeën en de geur van het rijpe graan zijn een klimmetje waard. (ja toch Anit?) Soms denk je even dat je in de Ardennen bent, of in het Hageland, en het volgende moment rij je weer langs de zee bezaaid met witte zeilen.
Afgesproken voor de koffie hadden we in Svendborg (Daniek: "Waar ligt dat Svendibold?"), maar net vóór de stad werden we (op aangeven van onze Chef LKW) afgeleid naar de brug over een zee-engte naar het eiland Tåsinge. Wreed hoge constructie en helemaal bovenaan stond een eenzame fiets. Van de eigenaar geen spoor...
Na de brug werden we op de vingers getikt door Anit, dat we wel in Svendborg afgesproken hadden en dat we dat nu niet zouden zien. Om het goed te maken ben ik dan maar drie bakjes vers fruit gaan kopen langs de weg. Frambozen, kersen en aalbessen. Om het dubbel goed te maken hebben we na die fruitbakjes en de koffie Valdemars Slot bezocht. Dat is een fraai optrekje dat Christian IV (de stichter van Glückstadt) aan zijn zoon Valdemars cadeau wilde doen. Zo rond 1644 en later nog wat verbouwd en voorzien van wat meer moderne meubels of een kapelletje of theepaviljoentje links of rechts. Ik moet het hier van het gezelschap eigenlijk ook nog hebben over de eeuwenoude vete tussen de Denen en de Zweden, en over de nederlaag
in 1864 tegen de Pruisen enz. Ik ga dat dus niet doen. Daar bestaan andere auteurs voor. Maar om terug te komen op het verhaal, die prins Valdemars stierf wat te vroeg. Koning Christian IV had dus geen bestemming meer voor het optrekje en gaf het dus maar cadeau aan een kolonel of een admiraal. Het slot is nogal gezellig ingericht, maar een beetje boven ons budget. Aan tafel voor de lunch ontspon zich een discussie die hier onder algemene druk gecensureerd wordt, maar volgens sommigen was het heilzame effect wel wetenschappelijk bewezen. Daniek wist ons dan weer te verbazen met: "Wetenschappers zijn als vroedvrouwen. Ze halen eruit wat erin zit." Waarop Kristien aanvoerde dat de adel vroeger ook niet anders deed dan argumenteren over wetenschap.
Bon, na het kasteel tegen een leuk tempo en met een forse rugwind naar Langeland (da's een ander Deens eiland dat nogal lang en smal is, maar dat had u zelf ook kunnen raden.). Onderweg Anit en Else op ralenti losgereden tegen 40 per uur, volgens de dames. Of toch ongeveer. Maar ondanks het tempo waren we te laat voor het veer naar Lolland (da's naar het schijnt het plezantste eiland). Anit stelde voor om dan maar op dit eiland te blijven en morgen over te varen. Weer eens een prima idee van Anit. En dus zitten we hier op een camping op Langeland en hebben we de ferry van 7u15 morgenvroeg geboekt. Vakantie noemen ze dat...
Zoals al lang aangekondigd is Else vanmiddag gaan zwemmen in de Oostzee. Anit ook, allez tot aan de dijen, want er zaten kwallen. En Daniek tot aan de dikke teen. L'année des méduses. Erwin was dan weer werkeloos wegens te fris voor blote dijen en billen. Vanavond hebben we zelf gekookt en hoe kan het anders? Het heeft ons gesmaakt. Apropos het viel ons na acht uur trouwens op dat Daniek eigenlijk wel heel weinig wijn drinkt. Een sportman, die Daniek. Eergisteren in Husum zei hij nog: "I wanna shit onna my bed." Hij heeft vanavond gekregen waar hij om vroeg...
zaterdag, juli 24, 2010
I want to brake free
Zaterdag 24 juli. Kollund - Faaborg. 69 km
"Als alle vrouwen zo begrijpend zouden zijn als Els(e) dan zou de wereld beter draaien.", aldus Daniek bij dag en dauw. Scoren zou hij doen vandaag.
Sinds we de grens overgestoken zijn is ons opgevallen dat het gedaan is met de vlakke ritten. De rit vandaag zou de hele tijd golven. In feite doet het landschap nog het meest denken aan Kent. Golvende akkers met graan, afgezoomd met houtwallen en holle wegen. Her en der een paar hoeves in vrolijke kleuren en met wat bloemen (stokrozen!) voor de deur en natuurlijk met een rieten dak. Één lange uitnodiging om foto's te nemen, bvb van het fietsgezelschap in het wiegende graan.
Alles ging gelijk rustiger vandaag. Koffie was er op de kade in Sønderborg. En daarna reden we een stukje op een grindweg in een beukenbos op enkele meters van de zee. Beter krijgen we niet meer. Apropos de fietspaden zijn over het algemeen van prima kwaliteit en de nationale fietsroute is heel goed bewegwijzerd. Wat een verademing na Duitsland.
Denemarken bestaat uit vele eilanden en vandaag hebben we er al enkele gedaan. Eerst Als en dan met een oude veerboot naar Fyn. Daar slapen we op een camping buiten Faaborg. En jawel, de tenten stonden net recht toen we een behoorlijke plensbui over ons kregen. ("ten zuiden van Lyon...") We zijn dan maar als een stelletje illegalen afgezakt naar een restaurant in de haven. Lekkere Deense kost. Daarna hebben we nog een wandelingetje gemaakt door de kasseisteegjes van Faaborg en zijn we ons gaan vergapen aan enkele prachtige oude zeilschepen in de haven. Genoeg om meteen bij weg te dromen.
"Als alle vrouwen zo begrijpend zouden zijn als Els(e) dan zou de wereld beter draaien.", aldus Daniek bij dag en dauw. Scoren zou hij doen vandaag.
Sinds we de grens overgestoken zijn is ons opgevallen dat het gedaan is met de vlakke ritten. De rit vandaag zou de hele tijd golven. In feite doet het landschap nog het meest denken aan Kent. Golvende akkers met graan, afgezoomd met houtwallen en holle wegen. Her en der een paar hoeves in vrolijke kleuren en met wat bloemen (stokrozen!) voor de deur en natuurlijk met een rieten dak. Één lange uitnodiging om foto's te nemen, bvb van het fietsgezelschap in het wiegende graan.
Alles ging gelijk rustiger vandaag. Koffie was er op de kade in Sønderborg. En daarna reden we een stukje op een grindweg in een beukenbos op enkele meters van de zee. Beter krijgen we niet meer. Apropos de fietspaden zijn over het algemeen van prima kwaliteit en de nationale fietsroute is heel goed bewegwijzerd. Wat een verademing na Duitsland.
Denemarken bestaat uit vele eilanden en vandaag hebben we er al enkele gedaan. Eerst Als en dan met een oude veerboot naar Fyn. Daar slapen we op een camping buiten Faaborg. En jawel, de tenten stonden net recht toen we een behoorlijke plensbui over ons kregen. ("ten zuiden van Lyon...") We zijn dan maar als een stelletje illegalen afgezakt naar een restaurant in de haven. Lekkere Deense kost. Daarna hebben we nog een wandelingetje gemaakt door de kasseisteegjes van Faaborg en zijn we ons gaan vergapen aan enkele prachtige oude zeilschepen in de haven. Genoeg om meteen bij weg te dromen.
vrijdag, juli 23, 2010
Have you ever seen the rain?
Vrijdag 23 juli. Vollerwiek - Kollund. 102 km
Een warme vochtige ochtend was het met een sportieve Daniek die de herten in de buurt al was gaan opjagen, terwijl wij nog moeite hadden om onze rug te rechten en de plooien uit ons gezicht te masseren. Maar de ochtend liep weer eens spaak voor Daniek. Weer een gebroken spaak in het achterwiel. Dat werd nog eens sleutelen. We gaven elkaar rendez-vous in het alleraardigste stadje Husum achter een grote grijze vrachtwagen van een sonna ma bitch op een leuk terrasje met lekkere koffie en ijsjes die er bijzonder aantrekkelijk uitzagen.
Het landschap werd hoe langer hoe beter en we kregen nu ook mooie asfalt voor de wielen geschoven om lekker tegen 28 over te cruisen. "Ai!", riep Anit plots. "Ik voel een lek." 150 meter verder hielden we een rampoefening met regenjasjes, maar we fietsten nog door met de ijdele hoop de bui te snel af te zijn. 2 km verder werd duidelijk wie er gewonnen had. Zeker twintig minuten hebben we wat beschutting gezocht. Daarna met frisse moed weer de weg op. Maar voor Kristien was de moed té fris en werden de beenstukken en bivakmuts opgediept uit de wintervoorraad.
"Of ik dat nu echt zo plezant vond, dat fietsen in regen en wind enzo?", kreeg ik aan telefoon te horen toen ik probeerde uit te vissen wie de nieuwe CEO van de VRT was geworden. "Da's leven met de natuur." hoorde ik mezelf zeggen in een bushokje tijdens de volgende bui. En ik denk dat ik dat toen ook nog geloofde. Vooraleer we aan de grens waren, gingen we nog een keertje schuilen en wankelde dat geloof toch een ietsiepietsie. Maar intussen zaten we al boven de beloofde 89km en dan wil je er koste wat het kost, zo snel mogelijk zijn. Toen mijn teller de kaap van de honderd nam, dacht ik even aan een dure eed die ik ooit gezworen had over fietsen ten zuiden van Lyon, en net op dat moment gaf Kristien er de brui aan. 100 was genoeg en ze had geen zin meer. Dat werd dus wat bijduwen in een behoorlijk heuvelend landschap (ik zou het in andere omstandigheden alleraardigst hebben durven noemen) en met de regen die intussen de faze van druilregen of motregen had overschreden. Na 102 km waren we dan toch op de camping waar onze Chef LKW nog geen tijd en zin had gevonden tussen de regen en buien door, om aan een tent (laat staan aan vier tenten) te beginnen. Nee er was geen hut meer vrij op de megacamping. Crisisberaad dan maar en de meesten verkozen toch hun tentje op te slaan. K10 wilde in de gegeven omstandigheden een droog bed. Ik vond dat nog 30 seconden spijtig, sociaal als ik ben, tot de eerste tentjes uit de LKW werden gehaald en de regen veranderde in een behoorlijke plensbui.
En zo zit ik hier nu met mijn lief en verstandig vrouwtje in een B&B met een schitterend uitzicht op de Flensborg Fjord, omgeven door weelderig groen beboste heuvels. Toegegeven, de regen is nu weggetrokken en camping Frigård heeft veel te bieden: een internetcafé, een carwash, een oncontroleerbaar plezante Limburger, een zwembad, een aantal jacuzzi's, een Limburger die vreemde vrouwen voorstelt om samen af te wassen, mooi uitgeruste keukens, een speciaal sanitair voor kindjes, een Limburger die we niet zeggen te kennen wanneer hij begint met "Dos cervezas por favor"... maar geen cafetaria of restaurant. Rare jongens die Denen.
Een warme vochtige ochtend was het met een sportieve Daniek die de herten in de buurt al was gaan opjagen, terwijl wij nog moeite hadden om onze rug te rechten en de plooien uit ons gezicht te masseren. Maar de ochtend liep weer eens spaak voor Daniek. Weer een gebroken spaak in het achterwiel. Dat werd nog eens sleutelen. We gaven elkaar rendez-vous in het alleraardigste stadje Husum achter een grote grijze vrachtwagen van een sonna ma bitch op een leuk terrasje met lekkere koffie en ijsjes die er bijzonder aantrekkelijk uitzagen.
Het landschap werd hoe langer hoe beter en we kregen nu ook mooie asfalt voor de wielen geschoven om lekker tegen 28 over te cruisen. "Ai!", riep Anit plots. "Ik voel een lek." 150 meter verder hielden we een rampoefening met regenjasjes, maar we fietsten nog door met de ijdele hoop de bui te snel af te zijn. 2 km verder werd duidelijk wie er gewonnen had. Zeker twintig minuten hebben we wat beschutting gezocht. Daarna met frisse moed weer de weg op. Maar voor Kristien was de moed té fris en werden de beenstukken en bivakmuts opgediept uit de wintervoorraad.
"Of ik dat nu echt zo plezant vond, dat fietsen in regen en wind enzo?", kreeg ik aan telefoon te horen toen ik probeerde uit te vissen wie de nieuwe CEO van de VRT was geworden. "Da's leven met de natuur." hoorde ik mezelf zeggen in een bushokje tijdens de volgende bui. En ik denk dat ik dat toen ook nog geloofde. Vooraleer we aan de grens waren, gingen we nog een keertje schuilen en wankelde dat geloof toch een ietsiepietsie. Maar intussen zaten we al boven de beloofde 89km en dan wil je er koste wat het kost, zo snel mogelijk zijn. Toen mijn teller de kaap van de honderd nam, dacht ik even aan een dure eed die ik ooit gezworen had over fietsen ten zuiden van Lyon, en net op dat moment gaf Kristien er de brui aan. 100 was genoeg en ze had geen zin meer. Dat werd dus wat bijduwen in een behoorlijk heuvelend landschap (ik zou het in andere omstandigheden alleraardigst hebben durven noemen) en met de regen die intussen de faze van druilregen of motregen had overschreden. Na 102 km waren we dan toch op de camping waar onze Chef LKW nog geen tijd en zin had gevonden tussen de regen en buien door, om aan een tent (laat staan aan vier tenten) te beginnen. Nee er was geen hut meer vrij op de megacamping. Crisisberaad dan maar en de meesten verkozen toch hun tentje op te slaan. K10 wilde in de gegeven omstandigheden een droog bed. Ik vond dat nog 30 seconden spijtig, sociaal als ik ben, tot de eerste tentjes uit de LKW werden gehaald en de regen veranderde in een behoorlijke plensbui.
En zo zit ik hier nu met mijn lief en verstandig vrouwtje in een B&B met een schitterend uitzicht op de Flensborg Fjord, omgeven door weelderig groen beboste heuvels. Toegegeven, de regen is nu weggetrokken en camping Frigård heeft veel te bieden: een internetcafé, een carwash, een oncontroleerbaar plezante Limburger, een zwembad, een aantal jacuzzi's, een Limburger die vreemde vrouwen voorstelt om samen af te wassen, mooi uitgeruste keukens, een speciaal sanitair voor kindjes, een Limburger die we niet zeggen te kennen wanneer hij begint met "Dos cervezas por favor"... maar geen cafetaria of restaurant. Rare jongens die Denen.
donderdag, juli 22, 2010
Plus est en vous
Donderdag 22 juli. Glückstadt - Vollerwiek. 98 km
De hitte van de voorbije dagen was weg, maar van onweer was geen sprake. Bewolkt, zo'n 24 graden, westenwind, maar geen regen. De eerste kilometers stonden in het teken van schapenstront. Opspattend van het achterwiel van de voorganger tot achter de oren bij sommigen. Gezond heet dat te zijn. Daarna slalomden we tussen twee kerncentrales, windmolenparken en boerderijen die graanteelt en het houden van melkvee hebben ingeruild voor elektriciteitsproductie. Op eentje kwamen we in de buurt van de 1.500 zonnepanelen.
Voor koffie pauzeerden we in Café Creativ, een soort Old Curiosity Shop met lekkere koffie. Ongetwijfeld het opmerkelijkste café van uren in de omtrek. Een uitstekend voorbeeld van serendipiteit volgens Luk die ons het volgende kwartier en een stuk van de avond probeerde uit te leggen wat dat betekent. Tevergeefs.
Langs de stilte van een groot natuurpark belandden we pardoes in Büsum, een soort Blankenberge met massa's toeristen in drukke winkelstraten met gezellig eetgelegenheden en jengelende kinderen. En vijf kilometer verder waren we weer midden het niets. Genoeg voor de gele trui om kort na elkaar twee ontsnappingspogingen te wagen. Telkens werd hij weer gegrepen door het peloton aangevoerd door de groene trui. De derde keer was de goede keer. Opgezweept probeerde Luk de muur van 40 km/u te slopen, maar hij reed er zich op tepletter. Met twee ging het door. Daniek perste er een spurtje uit van een kilometerje tegen 44 km/u waarna Wim overnam aan een iets lager tempo voor de volgende kilometers. Ook de dames verbaasden: Anit haalde 35,8 en was daarna nog kiplekker (al wilde ze een vers koekje en niet eentje dat al twee jaar vervallen was) en Else haalde zelfs 37 met te kleine plateaus. Plus est en vous.
Toen we wat later aankwamen op de microcamping Olendiek in Vollerwiek, stonden onze bedjes al gespreid. Het is gepast om hier een Ode am Chef LKW aan te heffen, niet op rijm gezet want dat lukt me niet. Maar sta me toe hier te vermelden dat onze Chef LKW ons al vaak gered heeft van uitdroging, oververhitting, van een tekort aan 'bijval' en van ontwenningsverschijnselen, van gebroken spaken en gevaarlijke dynamo's, van zere mannenschouders en pijnlijke vrouwenbenen. Het mag dan voortaan ook geproclameerd worden in de koninkrijken de Belgen, Ollandezen en Denen en in de Republiek der Dikke Duitsers, dat de beste Chef LKW onzen Erwin is, met of zonder krullende snor.
De hitte van de voorbije dagen was weg, maar van onweer was geen sprake. Bewolkt, zo'n 24 graden, westenwind, maar geen regen. De eerste kilometers stonden in het teken van schapenstront. Opspattend van het achterwiel van de voorganger tot achter de oren bij sommigen. Gezond heet dat te zijn. Daarna slalomden we tussen twee kerncentrales, windmolenparken en boerderijen die graanteelt en het houden van melkvee hebben ingeruild voor elektriciteitsproductie. Op eentje kwamen we in de buurt van de 1.500 zonnepanelen.
Voor koffie pauzeerden we in Café Creativ, een soort Old Curiosity Shop met lekkere koffie. Ongetwijfeld het opmerkelijkste café van uren in de omtrek. Een uitstekend voorbeeld van serendipiteit volgens Luk die ons het volgende kwartier en een stuk van de avond probeerde uit te leggen wat dat betekent. Tevergeefs.
Langs de stilte van een groot natuurpark belandden we pardoes in Büsum, een soort Blankenberge met massa's toeristen in drukke winkelstraten met gezellig eetgelegenheden en jengelende kinderen. En vijf kilometer verder waren we weer midden het niets. Genoeg voor de gele trui om kort na elkaar twee ontsnappingspogingen te wagen. Telkens werd hij weer gegrepen door het peloton aangevoerd door de groene trui. De derde keer was de goede keer. Opgezweept probeerde Luk de muur van 40 km/u te slopen, maar hij reed er zich op tepletter. Met twee ging het door. Daniek perste er een spurtje uit van een kilometerje tegen 44 km/u waarna Wim overnam aan een iets lager tempo voor de volgende kilometers. Ook de dames verbaasden: Anit haalde 35,8 en was daarna nog kiplekker (al wilde ze een vers koekje en niet eentje dat al twee jaar vervallen was) en Else haalde zelfs 37 met te kleine plateaus. Plus est en vous.
Toen we wat later aankwamen op de microcamping Olendiek in Vollerwiek, stonden onze bedjes al gespreid. Het is gepast om hier een Ode am Chef LKW aan te heffen, niet op rijm gezet want dat lukt me niet. Maar sta me toe hier te vermelden dat onze Chef LKW ons al vaak gered heeft van uitdroging, oververhitting, van een tekort aan 'bijval' en van ontwenningsverschijnselen, van gebroken spaken en gevaarlijke dynamo's, van zere mannenschouders en pijnlijke vrouwenbenen. Het mag dan voortaan ook geproclameerd worden in de koninkrijken de Belgen, Ollandezen en Denen en in de Republiek der Dikke Duitsers, dat de beste Chef LKW onzen Erwin is, met of zonder krullende snor.
woensdag, juli 21, 2010
I get the news I need on the weather report
Woensdag 21 juli. Bremerhaven - Glückstadt. 73 km
Buiten Bremerhaven fietsten we meteen langs aangenaam belommerde wegen naar Bad Bederkesa. De burg daar heeft z'n wortels in de Middeleeuwen, maar is net iets té grondig gerestaureerd. We werden er wel wat wijzer over hoe de mensen in het bronzen tijdperk leefden. Kennis die we bij het vertrek grotendeels in de burg achterlieten.
Op het binnenplein hebben we wat meegenoten van een trouwpartij van een adelborst van de Duitse marine. (in feite weet ik niet of het een adelborst was, maar ik wilde het woord wel eens gebruiken). De bruidegom moest een meertouw doorsnijden terwijl laag over de burg een heli van de marine cirkelde. Dat van dat doorsnijden lukte niet te best, maar ik neem aan dat dat niet cruciaal meer is bij de marine en in mijn eigen huwelijkse staat ben ik nog nooit oog in oog komen te staan met een armdik meertouw dat ik zonodig in twee moest hakken.
Nauwelijks vijf kilometer verder kreeg Daniek in de gaten dat er een slag zat in zijn wiel. Er was een spaak gebroken en de herstelling zou wat tijd vergen. Het is overigens niet de eerste keer dat Daniek geconfronteerd wordt met spaakbreuk. Erwin, gespecialiseerd in het aftrochelen van karretjes in de Delhaize, het charmeren van Duitse zotte paterkes in Spanje, het masseren van vrouwenbenen met recyclage-
olie (of was het nu recuperatie-olie) is ook een specialist in het opereren van breuken. Op een uurtje zaten Daniek en Erwin wreed onder het vet en was de klus geklaard. Het wiel bolt weer al nooit tevoren.
Intussen hadden we elkaar teruggevonden aan het zwevend veer van Osten. Het ding vaart dus niet, maar zweeft boven het water opgehangen aan een behoorlijk grote ijzeren constructie. De ontwerper had z'n mosterd gehaald bij Gustave Eiffel naar verluidt.
En verder ging het weer met z'n zessen over de Duitse fietspaden. Die zijn overigens slecht van kwaliteit: stomme klinkers, op en neer golvend voor opritten van woningen, draaiend en kerend langs straatmeubilair, of van opgelapte of niet opgelapte asfalt vol putten. Ze zouden de ingenieurs en gezagsdragers moeten verplichten om eerst 10.000 km te fietsen vóór ze een fietspad mogen aanleggen. Fietsers willen brede en rechte fietspaden; op een veilige afstand van constructies en wagens en vooral met een glad wegdek. Niks bolt zo goed als een gladde (dichte) asfalt. Op de tweede plaats komt een gladde beton en klinkers zijn vrijwel nooit goed. Toch blijft het verbazen hoeveel fietspaden er nog in klinkers worden aangelegd. Passeer daar na vijf jaar eens over en je hebt het perfecte recept voor zadelpijn. Dan nog liever geen fietspaden zoals in Frankrijk. Fietsers verplichten op slechte fietspaden te rijden is dom. Leg goede fietspaden, of fietswegen, aan en de fietsers (ook de wielertoeristen) zullen er dankbaar gebruik van maken. Maar het vergt politieke moed en die is er bvb in Keerbergen duidelijk niet. Ga aub eens kijken in Nederland. Zoiets vergeet je niet snel.
Genoeg gepreekt. Op het veer over de Elbe waren we bijna omgekomen van hitte en verdamping. Mediterraans heet was het. Zolang je fietst, staat de ventilator aan, maar eens je stilstaat is het bakken. We konden ons nog net redden op een terrasje in Glückstadt met wat halve liters bier. Bananenbier voor Kristien. "Nu heb ik het gevonden, joh. Dat is het. Lekker!" Toen Erwin ook eindelijk over de Elbe was geraakt, konden we hem natuurlijk niet aan z'n lot overlaten en dus bestelden we nog eens een rondje. En daarna was het tijd voor ijsjes, vóór en ná het eten.
Morgen zal dat wellicht wat anders liggen want dan zouden we wel eens
wat onweer kunnen krijgen...
Buiten Bremerhaven fietsten we meteen langs aangenaam belommerde wegen naar Bad Bederkesa. De burg daar heeft z'n wortels in de Middeleeuwen, maar is net iets té grondig gerestaureerd. We werden er wel wat wijzer over hoe de mensen in het bronzen tijdperk leefden. Kennis die we bij het vertrek grotendeels in de burg achterlieten.
Op het binnenplein hebben we wat meegenoten van een trouwpartij van een adelborst van de Duitse marine. (in feite weet ik niet of het een adelborst was, maar ik wilde het woord wel eens gebruiken). De bruidegom moest een meertouw doorsnijden terwijl laag over de burg een heli van de marine cirkelde. Dat van dat doorsnijden lukte niet te best, maar ik neem aan dat dat niet cruciaal meer is bij de marine en in mijn eigen huwelijkse staat ben ik nog nooit oog in oog komen te staan met een armdik meertouw dat ik zonodig in twee moest hakken.
Nauwelijks vijf kilometer verder kreeg Daniek in de gaten dat er een slag zat in zijn wiel. Er was een spaak gebroken en de herstelling zou wat tijd vergen. Het is overigens niet de eerste keer dat Daniek geconfronteerd wordt met spaakbreuk. Erwin, gespecialiseerd in het aftrochelen van karretjes in de Delhaize, het charmeren van Duitse zotte paterkes in Spanje, het masseren van vrouwenbenen met recyclage-
olie (of was het nu recuperatie-olie) is ook een specialist in het opereren van breuken. Op een uurtje zaten Daniek en Erwin wreed onder het vet en was de klus geklaard. Het wiel bolt weer al nooit tevoren.
Intussen hadden we elkaar teruggevonden aan het zwevend veer van Osten. Het ding vaart dus niet, maar zweeft boven het water opgehangen aan een behoorlijk grote ijzeren constructie. De ontwerper had z'n mosterd gehaald bij Gustave Eiffel naar verluidt.
En verder ging het weer met z'n zessen over de Duitse fietspaden. Die zijn overigens slecht van kwaliteit: stomme klinkers, op en neer golvend voor opritten van woningen, draaiend en kerend langs straatmeubilair, of van opgelapte of niet opgelapte asfalt vol putten. Ze zouden de ingenieurs en gezagsdragers moeten verplichten om eerst 10.000 km te fietsen vóór ze een fietspad mogen aanleggen. Fietsers willen brede en rechte fietspaden; op een veilige afstand van constructies en wagens en vooral met een glad wegdek. Niks bolt zo goed als een gladde (dichte) asfalt. Op de tweede plaats komt een gladde beton en klinkers zijn vrijwel nooit goed. Toch blijft het verbazen hoeveel fietspaden er nog in klinkers worden aangelegd. Passeer daar na vijf jaar eens over en je hebt het perfecte recept voor zadelpijn. Dan nog liever geen fietspaden zoals in Frankrijk. Fietsers verplichten op slechte fietspaden te rijden is dom. Leg goede fietspaden, of fietswegen, aan en de fietsers (ook de wielertoeristen) zullen er dankbaar gebruik van maken. Maar het vergt politieke moed en die is er bvb in Keerbergen duidelijk niet. Ga aub eens kijken in Nederland. Zoiets vergeet je niet snel.
Genoeg gepreekt. Op het veer over de Elbe waren we bijna omgekomen van hitte en verdamping. Mediterraans heet was het. Zolang je fietst, staat de ventilator aan, maar eens je stilstaat is het bakken. We konden ons nog net redden op een terrasje in Glückstadt met wat halve liters bier. Bananenbier voor Kristien. "Nu heb ik het gevonden, joh. Dat is het. Lekker!" Toen Erwin ook eindelijk over de Elbe was geraakt, konden we hem natuurlijk niet aan z'n lot overlaten en dus bestelden we nog eens een rondje. En daarna was het tijd voor ijsjes, vóór en ná het eten.
Morgen zal dat wellicht wat anders liggen want dan zouden we wel eens
wat onweer kunnen krijgen...
dinsdag, juli 20, 2010
Summertime, summertime
Dinsdag 20 juli. Leer - Bremerhaven. 107 km.
En toen waren we nog met zeven. Charlotte, Pascale en de Stanne zijn na de rit gisteren weer naar Haacht gereden. Het was leuk. Met zeven rijden we nu verder door Duitsland en Denemarken.
Bij het buitenrijden van Leer zijn we toch nog maar eens gestopt voor een paar foto's van het gerenoveerde havendok: modern en gezellig. Best wel leuk om hier te wonen.
Buiten Leer (na wat gesukkel met de weg) reden we door een wat rommelig landschap, een beetje zoals tussen Rijmenam en Muizen, met lelijke sleufsilo's vol autobanden. De boerderijen hadden hier wel indrukwekkend veel zonnepanelen liggen. Bij eentje kwamen we al snel op enkele honderden.
Een koffiepauze hielden we in Westerstede. Dat is een klein stadje met een leuk centrum. Ze hebben er ondermeer een scheve campanile (al heet dat hier natuurlijk anders) en een Belgisch Manneken Pis.
Langs een saai fietspad ging het daarna vele tientallen kilometers verder tegen zo'n 25 km/u zonder noemenswaardige problemen. Intussen was de thermometer wel van warm op heet gesprongen en hadden we vrij collectief zin in een grote frisse pint. Die kwam er helaas niet meer tijdens de rit, wegens geen terras, en ook niet in de jeugdherberg, wegens geen bier.
De prijs voor de strijdlust ging vandaag zonder twijfel naar Luk Van Eylen. Na de hele dag achteraan gefreewheeld te hebben lanceerde hij in Atens een snijdende démarrage, net op het moment dat ik mijn remmen dichtkneep om naar Erwin te bellen. Prompt was onze maillot jaune uit het zicht verdwenen en... verkeerd gereden. Het daarop volgende kwartier heeft hij ettelijke toertjes door Atens gedraaid vooraleer we weer een glimp van hem opvingen.
Allemaal samen daarna het veer op en de laatste kilometers dwars door Bremerhaven. Bij de aankomst van deze marathonetappe begonnen de meisjes van blijdschap te paaldansen.
Vanavond zijn we nog eens het centrum gaan verkennen. Bremerhaven is een grote havenstad met een volledig vernieuwde stadskern met enerzijds winkelstraten en shoppingcentra en anderzijds de culturele troeven van de stad gegroepeerd rond een oud havendok. Patrick Janssens zou hier toch eens moeten komen kijken. Bovenop een futuristisch hotel zijn we nog van het uizicht gaan genieten. 88 meter
hoog met zicht op Weser, Noordzee, haven en stad. En dan met een bus vol jengelende pubers terug naar de JH.
En toen waren we nog met zeven. Charlotte, Pascale en de Stanne zijn na de rit gisteren weer naar Haacht gereden. Het was leuk. Met zeven rijden we nu verder door Duitsland en Denemarken.
Bij het buitenrijden van Leer zijn we toch nog maar eens gestopt voor een paar foto's van het gerenoveerde havendok: modern en gezellig. Best wel leuk om hier te wonen.
Buiten Leer (na wat gesukkel met de weg) reden we door een wat rommelig landschap, een beetje zoals tussen Rijmenam en Muizen, met lelijke sleufsilo's vol autobanden. De boerderijen hadden hier wel indrukwekkend veel zonnepanelen liggen. Bij eentje kwamen we al snel op enkele honderden.
Een koffiepauze hielden we in Westerstede. Dat is een klein stadje met een leuk centrum. Ze hebben er ondermeer een scheve campanile (al heet dat hier natuurlijk anders) en een Belgisch Manneken Pis.
Langs een saai fietspad ging het daarna vele tientallen kilometers verder tegen zo'n 25 km/u zonder noemenswaardige problemen. Intussen was de thermometer wel van warm op heet gesprongen en hadden we vrij collectief zin in een grote frisse pint. Die kwam er helaas niet meer tijdens de rit, wegens geen terras, en ook niet in de jeugdherberg, wegens geen bier.
De prijs voor de strijdlust ging vandaag zonder twijfel naar Luk Van Eylen. Na de hele dag achteraan gefreewheeld te hebben lanceerde hij in Atens een snijdende démarrage, net op het moment dat ik mijn remmen dichtkneep om naar Erwin te bellen. Prompt was onze maillot jaune uit het zicht verdwenen en... verkeerd gereden. Het daarop volgende kwartier heeft hij ettelijke toertjes door Atens gedraaid vooraleer we weer een glimp van hem opvingen.
Allemaal samen daarna het veer op en de laatste kilometers dwars door Bremerhaven. Bij de aankomst van deze marathonetappe begonnen de meisjes van blijdschap te paaldansen.
Vanavond zijn we nog eens het centrum gaan verkennen. Bremerhaven is een grote havenstad met een volledig vernieuwde stadskern met enerzijds winkelstraten en shoppingcentra en anderzijds de culturele troeven van de stad gegroepeerd rond een oud havendok. Patrick Janssens zou hier toch eens moeten komen kijken. Bovenop een futuristisch hotel zijn we nog van het uizicht gaan genieten. 88 meter
hoog met zicht op Weser, Noordzee, haven en stad. En dan met een bus vol jengelende pubers terug naar de JH.
maandag, juli 19, 2010
Country roads
Maandag 19 juli. Appingedam - Leer. 71 km.
"Goeiemorgen. Kent u ons nog?" Zoals beloofd in Goedereede, vorige maandag, gingen we vanmorgen bij een koppel super gezellige Nederlanders langs. Gree zat er wat mee verveeld dat we er om half tien al waren, want Piet was nog om appelgebak. Alvast tijd zat voor een kop koffie. En net toen we na drie kwartier vertrokken, kwam Piet aangereden met het gebak. Overheerlijk, ook de Kirschentorte en de Groninger worst.
Even voor elven en met genoeg calorieën in de benen voor twee dagtochten, namen we afscheid. Eerst langs het centrum en daarna door de haven van Delfzijl, een haven die ook hier al wat dorpjes heeft opgeslokt. Het laatste stuk Nederland had alleen ellenlange rechte wegen en akkers met graan en aardappelen voor ons in petto. En in tegenstelling tot de vorige dagen had we nu meestal geen voordeelwind. 30km lang tegen 23 tot 25 deed enig sloopwerk, al ontkent Anit vanavond op het terrasje dat ze behoorlijk choco was. Luk: "Wim is soms erg, maar als Daniek mee op kop komt, hou ik mijn hart vast." Country roads take me home...
Bij Nieuweschans reden we de grens over en opmerkelijk hoe alles plots veranderde. Nederland is een geweldig doordacht en georganiseerd land. Kleine dorpskernen met kleine huizen op kleine stukken grond en tussen de dorpen een zee van ruimte. In heel Nederland (buiten de steden) geen tien onverzorgde huizen of tuinen gezien. Onkruid bestaat niet in Nederland, alleen in natuurreservaten staat er. Maar daar staat dat op
z'n plaats. Fietspaden zijn er in asfalt omdat dat lekker bolt. En letterlijk één meter over de onzichtbare grens liggen er stomme klinkers op het fietspad. Voor de huizen staat er weer onkruid in de tuinen die zijn afgezet met een haag. De huizen zijn dubbel zo groot en het asfalt is al tien keer opgelapt. Je zou je zo weer in België wanen. Maar de pinten zijn hier groter, alles is minder gereguleerd en ze slopen hier niet in een keer tientallen huizen zoals in Delfzijl, omdat dat beter past in Het Grote Plan.
Intussen zitten we op het binnenplein van de alleraardigste jeugdherberg in Leer liedjes van John Denver mee te zingen als oude bakvissen, of dansen we nog es de openingsdans van ons trouwfeest. Het is heet geweest vandaag.
"Goeiemorgen. Kent u ons nog?" Zoals beloofd in Goedereede, vorige maandag, gingen we vanmorgen bij een koppel super gezellige Nederlanders langs. Gree zat er wat mee verveeld dat we er om half tien al waren, want Piet was nog om appelgebak. Alvast tijd zat voor een kop koffie. En net toen we na drie kwartier vertrokken, kwam Piet aangereden met het gebak. Overheerlijk, ook de Kirschentorte en de Groninger worst.
Even voor elven en met genoeg calorieën in de benen voor twee dagtochten, namen we afscheid. Eerst langs het centrum en daarna door de haven van Delfzijl, een haven die ook hier al wat dorpjes heeft opgeslokt. Het laatste stuk Nederland had alleen ellenlange rechte wegen en akkers met graan en aardappelen voor ons in petto. En in tegenstelling tot de vorige dagen had we nu meestal geen voordeelwind. 30km lang tegen 23 tot 25 deed enig sloopwerk, al ontkent Anit vanavond op het terrasje dat ze behoorlijk choco was. Luk: "Wim is soms erg, maar als Daniek mee op kop komt, hou ik mijn hart vast." Country roads take me home...
Bij Nieuweschans reden we de grens over en opmerkelijk hoe alles plots veranderde. Nederland is een geweldig doordacht en georganiseerd land. Kleine dorpskernen met kleine huizen op kleine stukken grond en tussen de dorpen een zee van ruimte. In heel Nederland (buiten de steden) geen tien onverzorgde huizen of tuinen gezien. Onkruid bestaat niet in Nederland, alleen in natuurreservaten staat er. Maar daar staat dat op
z'n plaats. Fietspaden zijn er in asfalt omdat dat lekker bolt. En letterlijk één meter over de onzichtbare grens liggen er stomme klinkers op het fietspad. Voor de huizen staat er weer onkruid in de tuinen die zijn afgezet met een haag. De huizen zijn dubbel zo groot en het asfalt is al tien keer opgelapt. Je zou je zo weer in België wanen. Maar de pinten zijn hier groter, alles is minder gereguleerd en ze slopen hier niet in een keer tientallen huizen zoals in Delfzijl, omdat dat beter past in Het Grote Plan.
Intussen zitten we op het binnenplein van de alleraardigste jeugdherberg in Leer liedjes van John Denver mee te zingen als oude bakvissen, of dansen we nog es de openingsdans van ons trouwfeest. Het is heet geweest vandaag.
It's such a beautiful day
Zondag 18 juli. Lauwersoog-Appingedam. 66km
Na wat nachtelijke escapades en geritsel kon iedereen instemmen met een dag die zich prachtig aandiende.
De aftrap deden we langs de dijk. "Ging het al wat beter? (trager dus) " wilde Erwin na een uurtje weten. "Belange niet. Die (Kristien) doet gewoon mee." was het antwoord dat hij kreeg. Wat ook niet helemaal waar was, want Kristien was de eerste die protesteerde toen ik met Daniek bewust het tempo opvoerde om te zien hoe lang het zou duren voor er protest kwam. Apropos, dat kwam bij 28.
In Pieterburen bezochten we de zeehondencrèche van Lenie 't Hart. Kristien zag meteen dat het beter georganiseerd was dan sommige gerenomeerde dierenparken in Europa. En die puppies met die grote onschuldige ogen... allerschattigst. Huilertjes noemen ze dat hier. Het gezelschap kon zich ook niet bedwingen bij de locatie en liet zich gewillig fotograferen als zesjarigen. What a beautiful day.
Een twintigtal kilometer verder konden we ons wel vinden in Menkemaborg, een gezellig landhuis uit de 18de eeuw dat smaakvol was ingericht. De rozentuin bracht dan weer de meest romantische gevoelens bij iedereen naar boven.
Spanningen waren er op het eind van de tocht toen Kristien een opmerking durfde maken over het onvoorzichtige rijgedrag van de Stanne. Die zou namelijk chauffeurs van tegenliggers niet in de ogen kijken. Kritiek waar Stanne het toch wel moeilijk mee had. Terwijl Anit naar eigen zeggen wel open staat voor kritiek. Kristien : als het over een ander gaat. Waarop Luk liet weten dat z'n avond niet meer stuk kon.
PS op uitdrukkelijk verzoek deze voetnoot: Daniek had vandaag geen slagroom, Wim en Luk één portie en Anit twee omdat ze goed gescoord had bij een test van Herbalife. De eenheden alcohol vallen buiten het uitdrukkelijke verzoek.
Na wat nachtelijke escapades en geritsel kon iedereen instemmen met een dag die zich prachtig aandiende.
De aftrap deden we langs de dijk. "Ging het al wat beter? (trager dus) " wilde Erwin na een uurtje weten. "Belange niet. Die (Kristien) doet gewoon mee." was het antwoord dat hij kreeg. Wat ook niet helemaal waar was, want Kristien was de eerste die protesteerde toen ik met Daniek bewust het tempo opvoerde om te zien hoe lang het zou duren voor er protest kwam. Apropos, dat kwam bij 28.
In Pieterburen bezochten we de zeehondencrèche van Lenie 't Hart. Kristien zag meteen dat het beter georganiseerd was dan sommige gerenomeerde dierenparken in Europa. En die puppies met die grote onschuldige ogen... allerschattigst. Huilertjes noemen ze dat hier. Het gezelschap kon zich ook niet bedwingen bij de locatie en liet zich gewillig fotograferen als zesjarigen. What a beautiful day.
Een twintigtal kilometer verder konden we ons wel vinden in Menkemaborg, een gezellig landhuis uit de 18de eeuw dat smaakvol was ingericht. De rozentuin bracht dan weer de meest romantische gevoelens bij iedereen naar boven.
Spanningen waren er op het eind van de tocht toen Kristien een opmerking durfde maken over het onvoorzichtige rijgedrag van de Stanne. Die zou namelijk chauffeurs van tegenliggers niet in de ogen kijken. Kritiek waar Stanne het toch wel moeilijk mee had. Terwijl Anit naar eigen zeggen wel open staat voor kritiek. Kristien : als het over een ander gaat. Waarop Luk liet weten dat z'n avond niet meer stuk kon.
PS op uitdrukkelijk verzoek deze voetnoot: Daniek had vandaag geen slagroom, Wim en Luk één portie en Anit twee omdat ze goed gescoord had bij een test van Herbalife. De eenheden alcohol vallen buiten het uitdrukkelijke verzoek.
zaterdag, juli 17, 2010
Min moaten
Zaterdag 17 juli. Vlieland - Lauwersoog. 77km
Zo vroeg zijn we opgestaan dat we nog niet wakker waren bij 't ontbijt en met een rubberen hoofd inscheepten. Else en Erwin, die vannacht het meeste hebben genoten van straatlawaai op het onooglijk kleine Vlieland, lagen binnen de kortste keren alweer te knikkebollen terwijl de rest van het gezelschap zich onledig hield met sudoku's en zeehondspotten.
Vandaag zijn we gewoon rond Friesland gereden. Friesland dat zijn heel veel dijken, heel veel polders, heel veel schapen en het meest van al niks, open ruimte. En dan een paar wetenswaardigheden: aan de voet van de Groate Kerk in de St. Jakobiparochie (volgens Wikipedia de meest ontkerkelijkte gemeente van Nederland, maar dat is volgens mij flauwekul) vonden we al schuilend voor de eerste plensbui van de dag, de naam Santiago de Compostela. Nu zal de opmerkelijke lezer al sneller de link gezien hebben. Wij hadden een toertje rond de kerk nodig om aan de hand van nog wat plaatsnamen de ons bekende route te reconstrueren. Blijkt dat hier het Jabikpaad vertrekt naar Hasselt in Overijssel. 's avonds wist Daniek dat St. Geertruidis in 1169 vertrok als allereerste Friese pelgrim naar Compostela. Maar wat die met de streek te maken had kon hij niet precies zeggen buiten de wetenswaardigheid dat Rembrandt van Rijn in het naburige St. Annaparochie huwde met Saskia.
En "schatjes van patatjes" gedenk bij uw volgende aankopen de bilstar, want die komt van het Bildt of de polders rond de Bildterdijk.
Tussendoor nog eens vermelden dat we stevige voordeelwind hadden. Maar Else kon hier niet volop van genieten omdat Erwin kleine plateaus gestoken had en nu begint ze te boteren boven de 35. Else leed dus in stilte, was het niet voor die gesmoorde eenzame vloek. Charlie daarentegen was niet in te tomen. Ze reed soms een kilometer voor ons uit en werd de schrik van de arme voorgezouten lamskotelletjes. Ook opmerkelijk was de wereldstad Moddergat alwaar we ons tegoed deden aan Oranjekoeken die gelukkig niet oranje waren en flink wat slagroom konden torsen.
Letterlijk in het zicht van de meet reed Else lek en zoals het een echte man betaamt kieperde Erwin de binnenband meteen in de vuilniszak ipv. hem te plakken. Apropos: Anit heeft per sms laten weten dat ze op zoek is naar een man en Luk heeft gesmst dat het koetje van Pascale constant loeit. Al een geluk dat we alle alcohol al hebben verwerkt. Ja, dat zij ze, min moaten.
Zo vroeg zijn we opgestaan dat we nog niet wakker waren bij 't ontbijt en met een rubberen hoofd inscheepten. Else en Erwin, die vannacht het meeste hebben genoten van straatlawaai op het onooglijk kleine Vlieland, lagen binnen de kortste keren alweer te knikkebollen terwijl de rest van het gezelschap zich onledig hield met sudoku's en zeehondspotten.
Vandaag zijn we gewoon rond Friesland gereden. Friesland dat zijn heel veel dijken, heel veel polders, heel veel schapen en het meest van al niks, open ruimte. En dan een paar wetenswaardigheden: aan de voet van de Groate Kerk in de St. Jakobiparochie (volgens Wikipedia de meest ontkerkelijkte gemeente van Nederland, maar dat is volgens mij flauwekul) vonden we al schuilend voor de eerste plensbui van de dag, de naam Santiago de Compostela. Nu zal de opmerkelijke lezer al sneller de link gezien hebben. Wij hadden een toertje rond de kerk nodig om aan de hand van nog wat plaatsnamen de ons bekende route te reconstrueren. Blijkt dat hier het Jabikpaad vertrekt naar Hasselt in Overijssel. 's avonds wist Daniek dat St. Geertruidis in 1169 vertrok als allereerste Friese pelgrim naar Compostela. Maar wat die met de streek te maken had kon hij niet precies zeggen buiten de wetenswaardigheid dat Rembrandt van Rijn in het naburige St. Annaparochie huwde met Saskia.
En "schatjes van patatjes" gedenk bij uw volgende aankopen de bilstar, want die komt van het Bildt of de polders rond de Bildterdijk.
Tussendoor nog eens vermelden dat we stevige voordeelwind hadden. Maar Else kon hier niet volop van genieten omdat Erwin kleine plateaus gestoken had en nu begint ze te boteren boven de 35. Else leed dus in stilte, was het niet voor die gesmoorde eenzame vloek. Charlie daarentegen was niet in te tomen. Ze reed soms een kilometer voor ons uit en werd de schrik van de arme voorgezouten lamskotelletjes. Ook opmerkelijk was de wereldstad Moddergat alwaar we ons tegoed deden aan Oranjekoeken die gelukkig niet oranje waren en flink wat slagroom konden torsen.
Letterlijk in het zicht van de meet reed Else lek en zoals het een echte man betaamt kieperde Erwin de binnenband meteen in de vuilniszak ipv. hem te plakken. Apropos: Anit heeft per sms laten weten dat ze op zoek is naar een man en Luk heeft gesmst dat het koetje van Pascale constant loeit. Al een geluk dat we alle alcohol al hebben verwerkt. Ja, dat zij ze, min moaten.
vrijdag, juli 16, 2010
Zee, wind, zon, oceaan. Ik kom eraan...
Vrijdag 16 juli. Schoorl - Vlieland: 78 km
Na wat draaien en keren door de Schoorlse duinen waren die plots gedaan. Voor ons nu alleen maar polders en een flinke dijk, de Hondsbossezeewering. Apropos, da's een van de zwakke punten van de Nederlandse kustverdediging omdat die niet bestand zou zijn tegen een storm van één keer in de 10.000 jaar. Maar da's een detail in vergelijking met die krachtige zuidwester die in ons voordeel blies. Kilometers lang tegen veertig of meer langs de woelige zee. Leuk.
Wat verder maakte een kiezelsteentje een tijdelijk eind aan de pret. De eerste lekke band van de trip is op mijn conto te schrijven. Daarna weer verder langs en door de duinen (wel een bui moeten verwerken) en dan nog eens zo'n enorme dijk met voordeelwind, langs Lange Jan, Den Helder binnen.
Vandaag fietsen we langs de waddeneilanden. Eerst op Texel een punt gemengd suikergoed gekocht. En daarna een ijsje met boerenjongens. Stanne kende dat niet. "Wel dat zijn krieken op jenever.""Een volledig kieken op jenever?" Het leek Stanne van het goede te veel. Overigens zijn het hier rozijnen (en geen krenten) op brandewijn. "Neen meneer. Geen krieken en hun kunnen het weten wat ze serveren dat al 42 jaar."
In De Cocksdorp hebben we dan een bootje genomen naar Vlieland. Fietsen aan de reling gesjord, een leuke babbel ("De verdoemde zielen kennen geen rust." "Tja, 'k heb het altijd geweten.") en een druppel Jutter tegen de wind en 'second thoughts'.
Op de Vliehors reden we dan met de fiets in een kruising van een afgedankte raketwerper en een amfibievoertuig. Een bakbeest met 750 PK onder de motorkap. Overigens is fietsen op het westelijke stuk van Vlieland geen goed idee en wel voor twee redenen: 1) er is flink wat drijfzand en 2) het is het geliefkoosde schietterrein voor alle militaire vliegtuigen van Noord-West Europa.
Intussen hebben we veilig en wel het enige dorpje Oost-Vlieland bereikt en opnieuw genoten van een lekkere maaltijd en wat straffe stoten.
Na wat draaien en keren door de Schoorlse duinen waren die plots gedaan. Voor ons nu alleen maar polders en een flinke dijk, de Hondsbossezeewering. Apropos, da's een van de zwakke punten van de Nederlandse kustverdediging omdat die niet bestand zou zijn tegen een storm van één keer in de 10.000 jaar. Maar da's een detail in vergelijking met die krachtige zuidwester die in ons voordeel blies. Kilometers lang tegen veertig of meer langs de woelige zee. Leuk.
Wat verder maakte een kiezelsteentje een tijdelijk eind aan de pret. De eerste lekke band van de trip is op mijn conto te schrijven. Daarna weer verder langs en door de duinen (wel een bui moeten verwerken) en dan nog eens zo'n enorme dijk met voordeelwind, langs Lange Jan, Den Helder binnen.
Vandaag fietsen we langs de waddeneilanden. Eerst op Texel een punt gemengd suikergoed gekocht. En daarna een ijsje met boerenjongens. Stanne kende dat niet. "Wel dat zijn krieken op jenever.""Een volledig kieken op jenever?" Het leek Stanne van het goede te veel. Overigens zijn het hier rozijnen (en geen krenten) op brandewijn. "Neen meneer. Geen krieken en hun kunnen het weten wat ze serveren dat al 42 jaar."
In De Cocksdorp hebben we dan een bootje genomen naar Vlieland. Fietsen aan de reling gesjord, een leuke babbel ("De verdoemde zielen kennen geen rust." "Tja, 'k heb het altijd geweten.") en een druppel Jutter tegen de wind en 'second thoughts'.
Op de Vliehors reden we dan met de fiets in een kruising van een afgedankte raketwerper en een amfibievoertuig. Een bakbeest met 750 PK onder de motorkap. Overigens is fietsen op het westelijke stuk van Vlieland geen goed idee en wel voor twee redenen: 1) er is flink wat drijfzand en 2) het is het geliefkoosde schietterrein voor alle militaire vliegtuigen van Noord-West Europa.
Intussen hebben we veilig en wel het enige dorpje Oost-Vlieland bereikt en opnieuw genoten van een lekkere maaltijd en wat straffe stoten.
donderdag, juli 15, 2010
Et le vent nous portera
Donderdag 15 juli. Amsterdam - Schoorl. &3 km
"Vandaag windkracht 6 tot 7. Wie niet wil gezandstraald worden gaat best niet naar het strand..." Het eerste stukje tot Haarlem zat die wind niet echt mee, maar dat werd dan goed gemaakt door het genot van een landschap dat even begon te blozen.
Daarna draaiden we naar het noorden en hadden we vrijwel altijd een flinke rugwind en duinen. Leuk bollen tot aan het Noordzeekanaal.
Daarna bij wijlen tegen meer dan 30 verder. De bestuurder van de volgwagen vraagt bij deze dringend dat de groep een lager tempo aanhoudt, zodat hij al eens een terrasje kan doen en zich niet constant moet reppen.
Boven Ijmuiden eerst langs Holland op z'n smalst. Da's echt waar de naam van een straat en er zit trouwens nog een hele geschiedenis aan vast, maar dat is voor een andere keer. Daarna het Noordhollands Duinreservaat ingedoken en er eigenlijk niet meer uitgekomen. Een prachtig golvend fietspad in een natuurreservaat zonder einde. Apropos, de Noordzee hebben we alleen in Bergen aan Zee eventjes gezien. Vooral in de buurt van dat plekje met de toepasselijke naam is het landschap behoorlijk spectaculair.
Het fietsen zelf verliep probleemloos. Hoe kan het anders met zo'n rugwind? Charlie ging naarmate de dag vorderde steeds sneller fietsen. Hetzelfde kan ook gezegd worden voor Daniek en Stanne, in die mate dat het soms op koersen leek en ik moest ingrijpen. Apropos massagesalon Snelle Erwin had weer goed te doen na afloop. 't Belooft druk te worden in het weekend.
Op de alleraardigste familiecamping Duinvoet in Schoorl een fameus receptieke gedaan op kosten van het jonggehuwde stel Vervloet-Van Looy. Genoeg bubbels in ieder geval om Else los te krijgen. Was ze 's ochtends nog de rust zelve en lag er vanmiddag nog een versteende grijns om de lippen van "plezante mannekes, wa denkte gaale na aagelek te bewaaze?"; dan was het vanavond toch vooral een gezellig gegiechel en gegniffel dat de overhand haalde. Bij Daniek zorgde het aperitiefje ervoor dat z'n Italiaans nog nooit zo vloeiend had geklonken en de weg naar en van het restaurant nog nooit zo kronkelig was geweest. "A domani signore Daniek!"
Om de alcohol wat te laten evaporeren zijn we bij valavond nog op het hoogste duin geklommen om sprakeloos (behalve bij een enkeling) de zon net niet in zee te zien zakken. Als afsluitertje tot slot een halve Limburgse vlaai en een half gelukte poging van Charlie om meer te weten te komen van het amoureuze leven van Daniek. En daarna: "Ogen toe en omdraaien."
"Vandaag windkracht 6 tot 7. Wie niet wil gezandstraald worden gaat best niet naar het strand..." Het eerste stukje tot Haarlem zat die wind niet echt mee, maar dat werd dan goed gemaakt door het genot van een landschap dat even begon te blozen.
Daarna draaiden we naar het noorden en hadden we vrijwel altijd een flinke rugwind en duinen. Leuk bollen tot aan het Noordzeekanaal.
Daarna bij wijlen tegen meer dan 30 verder. De bestuurder van de volgwagen vraagt bij deze dringend dat de groep een lager tempo aanhoudt, zodat hij al eens een terrasje kan doen en zich niet constant moet reppen.
Boven Ijmuiden eerst langs Holland op z'n smalst. Da's echt waar de naam van een straat en er zit trouwens nog een hele geschiedenis aan vast, maar dat is voor een andere keer. Daarna het Noordhollands Duinreservaat ingedoken en er eigenlijk niet meer uitgekomen. Een prachtig golvend fietspad in een natuurreservaat zonder einde. Apropos, de Noordzee hebben we alleen in Bergen aan Zee eventjes gezien. Vooral in de buurt van dat plekje met de toepasselijke naam is het landschap behoorlijk spectaculair.
Het fietsen zelf verliep probleemloos. Hoe kan het anders met zo'n rugwind? Charlie ging naarmate de dag vorderde steeds sneller fietsen. Hetzelfde kan ook gezegd worden voor Daniek en Stanne, in die mate dat het soms op koersen leek en ik moest ingrijpen. Apropos massagesalon Snelle Erwin had weer goed te doen na afloop. 't Belooft druk te worden in het weekend.
Op de alleraardigste familiecamping Duinvoet in Schoorl een fameus receptieke gedaan op kosten van het jonggehuwde stel Vervloet-Van Looy. Genoeg bubbels in ieder geval om Else los te krijgen. Was ze 's ochtends nog de rust zelve en lag er vanmiddag nog een versteende grijns om de lippen van "plezante mannekes, wa denkte gaale na aagelek te bewaaze?"; dan was het vanavond toch vooral een gezellig gegiechel en gegniffel dat de overhand haalde. Bij Daniek zorgde het aperitiefje ervoor dat z'n Italiaans nog nooit zo vloeiend had geklonken en de weg naar en van het restaurant nog nooit zo kronkelig was geweest. "A domani signore Daniek!"
Om de alcohol wat te laten evaporeren zijn we bij valavond nog op het hoogste duin geklommen om sprakeloos (behalve bij een enkeling) de zon net niet in zee te zien zakken. Als afsluitertje tot slot een halve Limburgse vlaai en een half gelukte poging van Charlie om meer te weten te komen van het amoureuze leven van Daniek. En daarna: "Ogen toe en omdraaien."
woensdag, juli 14, 2010
Zo dichtbij en toch zo ver...
Woensdag 14 juli. Amsterdam.
Een dagje zonder fiets in Amsterdam. "Je kan er naar Van Gogh gaan kijken. Dat zou je eigenlijk wel eens moeten doen." Maar wij gingen, tot lichte wanhoop van Charlotte naar het Rijksmuseum. Een huishouden van Jan Steen gezien. Genoten van De Liefdesbrief van Vermeer en onder de indruk van de Nachtwacht van Rembrandt.
Rustig nakaarten deden we met een machiatto, een americano of een latte machiatto op het Museumplein (de stilte NA de Oranje-storm) in café Cobra. Kan de keuze toepasselijker?
Massagesalon Erwin deed op deze rustdag gouden zaken. Nadat gisteravond Daniek als een lamme weer tot bewegen werd gewekt, masseerde Erwin vanmiddag vakkundig de reuma uit de rug van Stanne. En daarna was voor Charlotte hét hoogtepunt aangebroken: shopping time. Al viel de oogst verdeeld over tien shopping bags nog wat tegen. De meesten hebben zich trouwens wel laten gaan.
Leuk struinen ook langs het Leidse plein, de Kalvermarkt, de Dam, de walletjes en de Spui. Flaneren langs de grachten, gratis binnenglippen in de Nieuwe Kerk en de sfeer opsnuiven aan de koffieshops.
Een rustig (maar vermoeiend) dagje. Wat zal bijblijven is dat optreden op de Kalvermarkt van wat Deense jongeren met halfvolle en halflege bierflesjes (tuborg natuurlijk). Hoe zouden ze op dat idee zijn gekomen?
Een dagje zonder fiets in Amsterdam. "Je kan er naar Van Gogh gaan kijken. Dat zou je eigenlijk wel eens moeten doen." Maar wij gingen, tot lichte wanhoop van Charlotte naar het Rijksmuseum. Een huishouden van Jan Steen gezien. Genoten van De Liefdesbrief van Vermeer en onder de indruk van de Nachtwacht van Rembrandt.
Rustig nakaarten deden we met een machiatto, een americano of een latte machiatto op het Museumplein (de stilte NA de Oranje-storm) in café Cobra. Kan de keuze toepasselijker?
Massagesalon Erwin deed op deze rustdag gouden zaken. Nadat gisteravond Daniek als een lamme weer tot bewegen werd gewekt, masseerde Erwin vanmiddag vakkundig de reuma uit de rug van Stanne. En daarna was voor Charlotte hét hoogtepunt aangebroken: shopping time. Al viel de oogst verdeeld over tien shopping bags nog wat tegen. De meesten hebben zich trouwens wel laten gaan.
Leuk struinen ook langs het Leidse plein, de Kalvermarkt, de Dam, de walletjes en de Spui. Flaneren langs de grachten, gratis binnenglippen in de Nieuwe Kerk en de sfeer opsnuiven aan de koffieshops.
Een rustig (maar vermoeiend) dagje. Wat zal bijblijven is dat optreden op de Kalvermarkt van wat Deense jongeren met halfvolle en halflege bierflesjes (tuborg natuurlijk). Hoe zouden ze op dat idee zijn gekomen?
Omspoeld door een Oranje vloedgolf
Dinsdag 13 juli. Hoek van Holland - Amsterdam. 102 km
"Ja...euh...ik had...euh...goede benen. En...euh...een echte topsporter verzorgt...euh zichzelf wel natuurlijk hè?" "Maar het kon toch wel beter? Wat ga je daar vandaag aan doen?" "Euh... Beter?..." En daarmee werd onze flandrien Marc Van de Weyer definitief de mond gesnoerd en was het live interview door onze reporter op de 'moto' Daniek Braet meteen afgelopen.
Met vijven zaten we nog op de fiets, want Stanne had problemen met de kogellagers in het achterwiel. Een euvel dat met enige spoed moest opgelost worden en daarom reed hij in de voormiddag met de volgwagen mee. Wij dus met vijf langs een zee van kassen, serres dus, de duinen in. Heel de dag in feite hebben we door de duinen gefietst. Meestal waren ze een paar kilometer breed en uren lang. De Noordzee hebben we amper gezien. En die keer in Katwijk [overigens leuk dorpje aan zee] was het niet duidelijk waar de grijze hemel begon en de grijze zee eindigde. Zo zomers was die dag dus.
Wat we wel zagen, in avant première voor Nederland, waren de spelers van Oranje die net een bezoekje hadden gebracht aan de koningin in Den Haag. Allemaal strak in het pak. Helaas wilden ze niet meteen stoppen om handtekeningen uit te delen.
Het tempo lag wel lekker hoog, zo rond de 27, aangespoord door een aangename rugwind en Charlotte door de afwezigheid van haar vake.
Bij Estec waren we zelfs nog sneller dan de volgwagen. Estec is de grootste vestiging van de Europese ruimtevaartorganisatie in Europa, met een niet onaardige expositieruimte. Hands on. Zo konden we in geen tijd ons gewicht terugbrengen naar een slordige 50 gram of de planeten in de vreemdste constellaties aan de hemel brengen, of gebruik maken van het kleinste kamertje in het ruimtestation. Voor een gein is Marc altijd vrijwilliger.
Na de lunch weer de duinen ingedoken en verder langs Noordwijk [spuuglelijk, nog erger dan Middelkerke] en Zandvoort. Een eindeloze duinenzee die in combinatie met de wind op kop flink op het gemoed van Charlotte bleek te werken. Daar zou gedonder van komen.
Op aangeven van onze volger deden we een korte omweg langs het centrum van Haarlem. "Vaut un detour" Echt wel de moeite, inclusief het dorstige terrasje, waar de dienster spontaan zei dat het Belgische bier toch wel het beste van de wereld was. Het dorstige terrasje werd met de flinke plensbui - de enige in heel Nederland die dag - toch te vochtig en dus volgden we binnen de viering van Oranje op de buis. Het zag er allemaal heel kleurrijk en vredig uit... Tot je er zelf in zit natuurlijk. Rond zes kreeg ik de volgende alarmerende sms van Erwin: "Help kamionet omspoeld door oranje vloedgolf sta al 5 min stil in oranje zee nooit gezien."
Hij heeft het overleefd, maar dat voetbalsjaaltje van Viva España heeft hij toch niet durven bovenhalen. Marc hebben we wel moeten laten gaan met de oranje massa. Terug naar België. En toen waren we nog met zes.
"Ja...euh...ik had...euh...goede benen. En...euh...een echte topsporter verzorgt...euh zichzelf wel natuurlijk hè?" "Maar het kon toch wel beter? Wat ga je daar vandaag aan doen?" "Euh... Beter?..." En daarmee werd onze flandrien Marc Van de Weyer definitief de mond gesnoerd en was het live interview door onze reporter op de 'moto' Daniek Braet meteen afgelopen.
Met vijven zaten we nog op de fiets, want Stanne had problemen met de kogellagers in het achterwiel. Een euvel dat met enige spoed moest opgelost worden en daarom reed hij in de voormiddag met de volgwagen mee. Wij dus met vijf langs een zee van kassen, serres dus, de duinen in. Heel de dag in feite hebben we door de duinen gefietst. Meestal waren ze een paar kilometer breed en uren lang. De Noordzee hebben we amper gezien. En die keer in Katwijk [overigens leuk dorpje aan zee] was het niet duidelijk waar de grijze hemel begon en de grijze zee eindigde. Zo zomers was die dag dus.
Wat we wel zagen, in avant première voor Nederland, waren de spelers van Oranje die net een bezoekje hadden gebracht aan de koningin in Den Haag. Allemaal strak in het pak. Helaas wilden ze niet meteen stoppen om handtekeningen uit te delen.
Het tempo lag wel lekker hoog, zo rond de 27, aangespoord door een aangename rugwind en Charlotte door de afwezigheid van haar vake.
Bij Estec waren we zelfs nog sneller dan de volgwagen. Estec is de grootste vestiging van de Europese ruimtevaartorganisatie in Europa, met een niet onaardige expositieruimte. Hands on. Zo konden we in geen tijd ons gewicht terugbrengen naar een slordige 50 gram of de planeten in de vreemdste constellaties aan de hemel brengen, of gebruik maken van het kleinste kamertje in het ruimtestation. Voor een gein is Marc altijd vrijwilliger.
Na de lunch weer de duinen ingedoken en verder langs Noordwijk [spuuglelijk, nog erger dan Middelkerke] en Zandvoort. Een eindeloze duinenzee die in combinatie met de wind op kop flink op het gemoed van Charlotte bleek te werken. Daar zou gedonder van komen.
Op aangeven van onze volger deden we een korte omweg langs het centrum van Haarlem. "Vaut un detour" Echt wel de moeite, inclusief het dorstige terrasje, waar de dienster spontaan zei dat het Belgische bier toch wel het beste van de wereld was. Het dorstige terrasje werd met de flinke plensbui - de enige in heel Nederland die dag - toch te vochtig en dus volgden we binnen de viering van Oranje op de buis. Het zag er allemaal heel kleurrijk en vredig uit... Tot je er zelf in zit natuurlijk. Rond zes kreeg ik de volgende alarmerende sms van Erwin: "Help kamionet omspoeld door oranje vloedgolf sta al 5 min stil in oranje zee nooit gezien."
Hij heeft het overleefd, maar dat voetbalsjaaltje van Viva España heeft hij toch niet durven bovenhalen. Marc hebben we wel moeten laten gaan met de oranje massa. Terug naar België. En toen waren we nog met zes.
maandag, juli 12, 2010
Wanneer de lage lucht vlak over 't water scheert...
Maandag 12 juli. Renesse-Hoek van Holland: 73 km
Het beloofde een mooie dag te worden met het zonnetje dat onze tent snel opwarmde. Tegen het ontbijt was de zon weg en zonne-olie bleek zachtjesaan een overbodige luxe. Op de Brouwersdam een half uurtje later, was het al vechten tegen een zogezegde zuidwester, terwijl we naar het noorden kropen tegen 20 km/u. Aan een kleurrijke akker in Goeree, begonnen het te druppen en in het alleraardigste stadje Goedereede, al
dan niet echt verbonden met Adriaen Boeyens, of paus Adrianus, die hier nog af en toe een mis kwam opdragen in zijn vrije tijd, zagen we de bui hangen. De koffie op het terras was van korte duur omdat het terras onderliep. Nog een koffie, deze keer mét appelpunt, binnen in aangenaam gezelschap. Een Vlaams koppeltje dat we konden geruststellen met de voorspelling dat het weer vandaag zou variëren tussen regen en onweersbuien. En dan was er nog een koppel gezellige Nederlanders die ons voor maandag op de koffie uitnodigden in Delfzijl. Aan het einde van onze trip door Nederland dus.
Toen de regen was geweken voor gedrup, trokken we verder over de Haringvlietdam. De wind woei nu volop in ons voordeel en ons Charlotte was niet te houden, heimelijk aangespoord door Marky Boy. 30, 35, 40 moest ik doen om ze in te halen. Wat dan weer gemopper opleverde achteraan in het pak bij de Stanne en Else. Tegen een wat gematigder tempo bolden we naar Brielle of Den Briel. Van het leger van Jan
Klaassen geen spoor. Wel een Groote Kerk gezien en de Grooote Toren bezocht. Zoals nogal gebruikelijk voor kerktorens uit de 15de eeuw was er geen lift, wel een wenteltrap met 318 of 330 treden. De meningen lopen uiteen. En dat met klikpedalen. Letterlijk dolgedraaid. Daarna het regenjasje zowaar weggestopt en dwars door de haven van Rotterdam en met een heen-en-weerveer naar Maassluis. En daarna langs
de Nieuwe Waterweg naar zee.
"Zo vind ik fietsen wel leuk." zei Charlotte om precies 15u02 toen we tegen 31 gejaagd door de wind naar zee waaiden. Aan de Maeslantkering, de Maaslandkering uit 1999 dus, stopten we wel om ons te vergapen aan dit indrukwekkend staaltje Hollands vernuft. Twee gigantische bogen die op commando de Nieuwe Waterweg kunnen afsluiten om Rotterdam droog te houden.
In Hoek van Holland stonden onze tentjes net recht toen er weer een flink onweer losbarstte. Héhé deze keer lekker droog gebleven. Van de avond die volgde is de Billboard-gate (van Sloggy) toch een kleine vermelding in deze kroniek waard. Ondergetekende werd aan de haven geïnterpelleerd door de marechaussee. "Mag ik die foto van onze combi even zien, mijnheer? Oh... Ik zou die oranje nemen." Hoek van af, hier in Holland...
Het beloofde een mooie dag te worden met het zonnetje dat onze tent snel opwarmde. Tegen het ontbijt was de zon weg en zonne-olie bleek zachtjesaan een overbodige luxe. Op de Brouwersdam een half uurtje later, was het al vechten tegen een zogezegde zuidwester, terwijl we naar het noorden kropen tegen 20 km/u. Aan een kleurrijke akker in Goeree, begonnen het te druppen en in het alleraardigste stadje Goedereede, al
dan niet echt verbonden met Adriaen Boeyens, of paus Adrianus, die hier nog af en toe een mis kwam opdragen in zijn vrije tijd, zagen we de bui hangen. De koffie op het terras was van korte duur omdat het terras onderliep. Nog een koffie, deze keer mét appelpunt, binnen in aangenaam gezelschap. Een Vlaams koppeltje dat we konden geruststellen met de voorspelling dat het weer vandaag zou variëren tussen regen en onweersbuien. En dan was er nog een koppel gezellige Nederlanders die ons voor maandag op de koffie uitnodigden in Delfzijl. Aan het einde van onze trip door Nederland dus.
Toen de regen was geweken voor gedrup, trokken we verder over de Haringvlietdam. De wind woei nu volop in ons voordeel en ons Charlotte was niet te houden, heimelijk aangespoord door Marky Boy. 30, 35, 40 moest ik doen om ze in te halen. Wat dan weer gemopper opleverde achteraan in het pak bij de Stanne en Else. Tegen een wat gematigder tempo bolden we naar Brielle of Den Briel. Van het leger van Jan
Klaassen geen spoor. Wel een Groote Kerk gezien en de Grooote Toren bezocht. Zoals nogal gebruikelijk voor kerktorens uit de 15de eeuw was er geen lift, wel een wenteltrap met 318 of 330 treden. De meningen lopen uiteen. En dat met klikpedalen. Letterlijk dolgedraaid. Daarna het regenjasje zowaar weggestopt en dwars door de haven van Rotterdam en met een heen-en-weerveer naar Maassluis. En daarna langs
de Nieuwe Waterweg naar zee.
"Zo vind ik fietsen wel leuk." zei Charlotte om precies 15u02 toen we tegen 31 gejaagd door de wind naar zee waaiden. Aan de Maeslantkering, de Maaslandkering uit 1999 dus, stopten we wel om ons te vergapen aan dit indrukwekkend staaltje Hollands vernuft. Twee gigantische bogen die op commando de Nieuwe Waterweg kunnen afsluiten om Rotterdam droog te houden.
In Hoek van Holland stonden onze tentjes net recht toen er weer een flink onweer losbarstte. Héhé deze keer lekker droog gebleven. Van de avond die volgde is de Billboard-gate (van Sloggy) toch een kleine vermelding in deze kroniek waard. Ondergetekende werd aan de haven geïnterpelleerd door de marechaussee. "Mag ik die foto van onze combi even zien, mijnheer? Oh... Ik zou die oranje nemen." Hoek van af, hier in Holland...
De Zilvervloo-oo-oot
Zondag 11 juli: Philippine - Renesse, 82 Km
De hele nacht had het gedruppeld, zegt men. Ik zou het niet durven bevestigen al was onze was nog zo nat als de avond voordien. Een heel rustige minicamping was het daar in Philippine en na ons vertrek was het er nog veel rustiger.
Een paar woordjes over onze twee special guest stars lijkt me hier wel gepast. Nieuwe Els, zoals we ze wel eens noemen, had zich gisteren al laten opmerken natuurlijk met de nieuwe shirts. De hele dag heeft ze alert meegefietst en als ze niet op de fiets zaten plakten Daniek en Els meestal aan elkaar. Ah.. de liefde... Mooi om die twee bezig te zien.
Gisteravond was Marc ook naar Philippine afgezakt (met de auto weliswaar) om mee mosselen te eten. Voor Marc ook geen probleem om zich te laten opmerken. Vandaag liet hij het de hele dag démarrages regenen. De meeste van niet langer dan 100 meter. Maar enige spektakelwaarde hadden ze wel.
Bij gebrek aan campingwinkeltje zijn we vanmorgen nuchter op de fiets gestapt. Ontbijten zouden we doen in IJzendijke, een vestingstadje ook al uit de Tachtigjarige Oorlog. Door prins Maurits veroverd op de Spanjaarden. Zou Oranje de Spanjaarden vanavond weer kunnen verslaan?
Op het pleintje onder de lindebomen had Erwin een ontbijtbuffet georganiseerd met croissants, chocoladebroodjes, sandwiches, kadetjes, bruine broodjes... Noem het maar op. En daarna met wind in de rug naar Breskens waar we het veer namen naar Vlissingen. Dat veer bleek de Fast Ferry prins Willem-Alexander (de Nederlanders kunnen duidelijk goed verkopen) die ons tegen een rotvaart over de Schelde bracht.
Dan langs het kanaal naar Middelburg voor het middagbuffet. Middelburg is een wandeling waard. En hadden de Duitsers het in 1940 niet compleet kapotgeschoten was het zelfs twee wandelingen waard geweest. Indrukwekkend ook hoe Lange Jan, de abdijtoren, tot ver de polders domineert. Her en der waren ook wat sporen van Oranjegekte waar te nemen, zoals die fontein met orangeade. Na ons stadsbezoek moesten we afscheid nemen van Els, Nieuwe Els dus. Ze zou terugfietsen tot Knokke om daar de trein te nemen.
Wij fietsten, nu met zes, verder naar het middeleeuwse havenstadje Veere. Het mekka van de zeilfanaten uit de Lage Landen. Prima terrasje in de lommer van hoge lindebomen terwijl het carillon van het stadhuis vrolijk klepperde. We waren wel niet de enigen die Veere een allerleukst stadje vonden.
En dan langs een gigantische Nederlandse driekleur op naar het volgende hoogtepunt : de Oosterscheldekering. Indrukwekkende constructie die we in een rotvaart pakten, voortdurend gegeseld door uitvallen van onze Marc.
Rond 17u20 toegekomen op camping De Wijde Blick in Renesse. Mooi maar duidelijk geen minicamping.
's Avonds zijn we dan een visje gaan eten in het centrum van Renesse en dan... de finale van het WK.
Oranje vlaggetjes, oranje t-shirts, oranje rokjes, rotjes en vuurwerk... In de match zelf waren beide ploegen aan elkaar gewaagd. Mooie kansen voor ondermeer Robben. 0-0 na 90 minuten en daarna verlengingen die ook tot niets leken te leiden tot twee minuten voor het einde Iniesta toch scoorde en Spanje wereldkampioen maakte en Holland even in diepe rouw hulde. Geen gejuich meer, alleen maar heel veel (al wat dronken) oranje jongens en meisjes die plots heel stil waren. Geen Zilvervloot. Geen vuurwerk of zat gelal. Wel een perfecte nachtrust.
De hele nacht had het gedruppeld, zegt men. Ik zou het niet durven bevestigen al was onze was nog zo nat als de avond voordien. Een heel rustige minicamping was het daar in Philippine en na ons vertrek was het er nog veel rustiger.
Een paar woordjes over onze twee special guest stars lijkt me hier wel gepast. Nieuwe Els, zoals we ze wel eens noemen, had zich gisteren al laten opmerken natuurlijk met de nieuwe shirts. De hele dag heeft ze alert meegefietst en als ze niet op de fiets zaten plakten Daniek en Els meestal aan elkaar. Ah.. de liefde... Mooi om die twee bezig te zien.
Gisteravond was Marc ook naar Philippine afgezakt (met de auto weliswaar) om mee mosselen te eten. Voor Marc ook geen probleem om zich te laten opmerken. Vandaag liet hij het de hele dag démarrages regenen. De meeste van niet langer dan 100 meter. Maar enige spektakelwaarde hadden ze wel.
Bij gebrek aan campingwinkeltje zijn we vanmorgen nuchter op de fiets gestapt. Ontbijten zouden we doen in IJzendijke, een vestingstadje ook al uit de Tachtigjarige Oorlog. Door prins Maurits veroverd op de Spanjaarden. Zou Oranje de Spanjaarden vanavond weer kunnen verslaan?
Op het pleintje onder de lindebomen had Erwin een ontbijtbuffet georganiseerd met croissants, chocoladebroodjes, sandwiches, kadetjes, bruine broodjes... Noem het maar op. En daarna met wind in de rug naar Breskens waar we het veer namen naar Vlissingen. Dat veer bleek de Fast Ferry prins Willem-Alexander (de Nederlanders kunnen duidelijk goed verkopen) die ons tegen een rotvaart over de Schelde bracht.
Dan langs het kanaal naar Middelburg voor het middagbuffet. Middelburg is een wandeling waard. En hadden de Duitsers het in 1940 niet compleet kapotgeschoten was het zelfs twee wandelingen waard geweest. Indrukwekkend ook hoe Lange Jan, de abdijtoren, tot ver de polders domineert. Her en der waren ook wat sporen van Oranjegekte waar te nemen, zoals die fontein met orangeade. Na ons stadsbezoek moesten we afscheid nemen van Els, Nieuwe Els dus. Ze zou terugfietsen tot Knokke om daar de trein te nemen.
Wij fietsten, nu met zes, verder naar het middeleeuwse havenstadje Veere. Het mekka van de zeilfanaten uit de Lage Landen. Prima terrasje in de lommer van hoge lindebomen terwijl het carillon van het stadhuis vrolijk klepperde. We waren wel niet de enigen die Veere een allerleukst stadje vonden.
En dan langs een gigantische Nederlandse driekleur op naar het volgende hoogtepunt : de Oosterscheldekering. Indrukwekkende constructie die we in een rotvaart pakten, voortdurend gegeseld door uitvallen van onze Marc.
Rond 17u20 toegekomen op camping De Wijde Blick in Renesse. Mooi maar duidelijk geen minicamping.
's Avonds zijn we dan een visje gaan eten in het centrum van Renesse en dan... de finale van het WK.
Oranje vlaggetjes, oranje t-shirts, oranje rokjes, rotjes en vuurwerk... In de match zelf waren beide ploegen aan elkaar gewaagd. Mooie kansen voor ondermeer Robben. 0-0 na 90 minuten en daarna verlengingen die ook tot niets leken te leiden tot twee minuten voor het einde Iniesta toch scoorde en Spanje wereldkampioen maakte en Holland even in diepe rouw hulde. Geen gejuich meer, alleen maar heel veel (al wat dronken) oranje jongens en meisjes die plots heel stil waren. Geen Zilvervloot. Geen vuurwerk of zat gelal. Wel een perfecte nachtrust.
zaterdag, juli 10, 2010
Riders on the Storm
Zaterdag 10 juli: Haacht - Philippine, 103km
Uitwijven deden we zoals dat hoort met klasse: koffiekoeken, aardbeien en cava. De combinatie van alle drie de ingrediënten kan, toegegeven, wat vreemd lijken maar toch waren we Pascale heel erg dankbaar. En gesmaakt heeft het heel erg. Voor ondergetekende had Jan nog een specialleke: café frappé. Beloofd van tijdens onze reis naar Venetië, als het al niet van Compostela dateerde Heerlijk verfrissend was het in de ochtendhitte. Een nieuwe outfit was er ook voor iedereen, met dank aan Nieuwe Els om te poseren voor de obligate foto.
En dan waren we plots weg. Langs de vaart naar Planckendael voor een laatste hug aan vrouwtje en dochter.
Aardig warm was het intussen, zeg maar drukkend zwoel. Weer dat mij onveranderlijk doet denken aan The Doors. Zolang je fietst valt het eigenlijk best mee, maar bij de eerste korte stop in Klein-Willebroek liep het zweet gewoon in beekjes van ons lijf. In ieder geval veel leuker dan fietsen bij min vijf. Even hebben we overwogen om een Sherman tank die daar toevallig geparkeerd stond, te gebruiken als volgwagen, maar het ding had geen omnium verzekering en we wisten ook niet zeker hoe de Duitsers zouden reageren wanneer we over goed een week hun land zo zouden binnenrijden.
Langs Stille Waters verder naar Temse, waar we onder de brug een rendez vous hadden met Erwin. Die had zich in de voormiddag geamuseerd met het verbeteren van de elektrische installatie van de bestelwagen op aangeven van Javapo. Het enige tastbare resultaat was dat er nu bijna helemaal geen elektriciteit meer was. Maar dat komt de volgende dagen wel goed. Verder langs Sint Niklaas en café Kopenhagen dat helaas gesloten was. Nog wat verder picknicken langs het fietspad naar Nederland. Dos cervezas por favor...
Dan op een diefje Nederland binnen en in het fietsparadijs toch flink moeten zoeken naar bewegwijzering van de route. Als opwarmertje voor de clash van morgenavond wat Spaanse forten uit de 16de eeuw tegen de Nederlanders bezocht. Nu ja fortjes.
Verder probleemloos langs akkers en lange populierenlanen met flink wat schaduw. Rond vijf uur zijn we dan toegekomen in Philippine met zowaar tien druppels als welgekomen douche. We hebben onze tenten opgeslagen op Minicamping Sattva. Een alleraardigst plekje met massa's bomen en nog lekker groen gras. Maar schaduw was niet echt het probleem want het begon hier te regenen en dat heeft het eigenlijk heel de avond gedaan.
Rond zevenen zijn we mosselen gaan eten, of scampi's in lookboter of een roodbaars en een flink glas pinot blanc als beloning voor de drinkbussen. We zijn dus rustig begonnen. Nog 1400 kilometer...
Uitwijven deden we zoals dat hoort met klasse: koffiekoeken, aardbeien en cava. De combinatie van alle drie de ingrediënten kan, toegegeven, wat vreemd lijken maar toch waren we Pascale heel erg dankbaar. En gesmaakt heeft het heel erg. Voor ondergetekende had Jan nog een specialleke: café frappé. Beloofd van tijdens onze reis naar Venetië, als het al niet van Compostela dateerde Heerlijk verfrissend was het in de ochtendhitte. Een nieuwe outfit was er ook voor iedereen, met dank aan Nieuwe Els om te poseren voor de obligate foto.
En dan waren we plots weg. Langs de vaart naar Planckendael voor een laatste hug aan vrouwtje en dochter.
Aardig warm was het intussen, zeg maar drukkend zwoel. Weer dat mij onveranderlijk doet denken aan The Doors. Zolang je fietst valt het eigenlijk best mee, maar bij de eerste korte stop in Klein-Willebroek liep het zweet gewoon in beekjes van ons lijf. In ieder geval veel leuker dan fietsen bij min vijf. Even hebben we overwogen om een Sherman tank die daar toevallig geparkeerd stond, te gebruiken als volgwagen, maar het ding had geen omnium verzekering en we wisten ook niet zeker hoe de Duitsers zouden reageren wanneer we over goed een week hun land zo zouden binnenrijden.
Langs Stille Waters verder naar Temse, waar we onder de brug een rendez vous hadden met Erwin. Die had zich in de voormiddag geamuseerd met het verbeteren van de elektrische installatie van de bestelwagen op aangeven van Javapo. Het enige tastbare resultaat was dat er nu bijna helemaal geen elektriciteit meer was. Maar dat komt de volgende dagen wel goed. Verder langs Sint Niklaas en café Kopenhagen dat helaas gesloten was. Nog wat verder picknicken langs het fietspad naar Nederland. Dos cervezas por favor...
Dan op een diefje Nederland binnen en in het fietsparadijs toch flink moeten zoeken naar bewegwijzering van de route. Als opwarmertje voor de clash van morgenavond wat Spaanse forten uit de 16de eeuw tegen de Nederlanders bezocht. Nu ja fortjes.
Verder probleemloos langs akkers en lange populierenlanen met flink wat schaduw. Rond vijf uur zijn we dan toegekomen in Philippine met zowaar tien druppels als welgekomen douche. We hebben onze tenten opgeslagen op Minicamping Sattva. Een alleraardigst plekje met massa's bomen en nog lekker groen gras. Maar schaduw was niet echt het probleem want het begon hier te regenen en dat heeft het eigenlijk heel de avond gedaan.
Rond zevenen zijn we mosselen gaan eten, of scampi's in lookboter of een roodbaars en een flink glas pinot blanc als beloning voor de drinkbussen. We zijn dus rustig begonnen. Nog 1400 kilometer...
zondag, april 11, 2010
Van een marathon en een spurtje
Zondag 11 april
Parijs 25km
Elk nadeel heb zijn voordeel. Wat we niet wisten bij vertrek was dat
vanmorgen in Parijs de marathon zou worden gelopen. Op zich vrij
onbelangrijk voor ons, ware het niet dat de start werd gegeven op de
Champs Elysées. Met de vele tienduizenden deelnemers was daar fietsen
natuurlijk uitgesloten. Tenzij, tenzij we wat zouden wachten, zoals
Erwin voorstelde.
Onze eerste taak was het zoeken van een huurfiets voor Els, de
sympathieke kersverse vriendin van Daniek. Na eerst vruchteloos
gewacht te hebben bij een zaak aan Canal de l'Ourcq, vonden we een
fietsenzaak in de schaduw van Montmartre, die wel open was.
Daarna kon het sightseeën beginnen. Langs de Opéra en La Madeleine
naar de Place de la Concorde en de Champs Elysées. En kijk: er was
niet alleen heel weinig verkeer op de onderste helft; de bovenste
helft was gewoon helemaal verkeersvrij gemaakt. Enkel voetgangers en
fietsers mochten door. En zo konden we kriskras over de laan struinen
of uitgebreid foto's maken midden op de anders drukke verkeersas. Aux
Champs Elysées...
Daarna bergaf naar de Pont d'Alma. Aan het monument voor Lady Di
hadden we ook een uitstekend zicht op de eindeloze massa
marathonlopers die onder ons door defileerden.
Dan verder naar de Eiffeltoren, Hotel des Invalides, Louvre en Notre
Dame. Fietsen in Parijs is geweldig, zeker op zo'n unieke stralende
lentezondag. Het was prachtig geweest onze fietstocht naar Parijs,
alleen zit het venijn soms in de staart.
We wisten dat tien fietsen op de Thalys wel eens voor problemen zouden
kunnen zorgen. Alle alternatieven hadden we bekeken, maar die waren er
eigenlijk niet.
Daarom waren we RUIM op tijd in Gare Du Nord. Maar niemand kon of
wilde tot twintig minuten voor vertrek zeggen, waar onze Thalys zou
vertrekken. Toen we dat wel te weten kwamen gingen we meteen aan de
chef de train vragen hoe we de fietsen best zouden meenemen. Maar die
weigerde kortaf. Alleen plooifietsen mochten mee volgens het kordate
mannetje. En toen we aanvoerden dat er vooraan en achteraan een leeg
bagagecompartiment was, wilde hij ons nog altijd niet toelaten.
Intussen tikte de klok genadeloos in ons nadeel.
Één alternatief was dat bijna iedereen met trein en bagage naar huis
reed en dat er twee een bestelwagen zouden huren en de fietsen
thuisbrengen. Maar wat zou dat kosten? En dan moest nog iemand die
bestelwagen ook terugbrengen...
Een andere optie werd met succes toegepast door de Stanne: gebaren van
krommenaas. Doodnormaal met de fietsen instappen en geen woord Frans
willen begrijpen. Of eventueel een boete betalen. Dat lukte voor
Stanne, Pascale, Cas, Els en Daniek.
De overigen stonden nog altijd vruchteloos te wachten. Twee minuten
vóór het vertrek werd de bagage al aan boord geworpen. We zouden wel
zien. Om klokslag 18u25, het uur van vertrek, kwam Luk hevig
gesticulerend teruggelopen. Hij had eerst nog eens geprobeerd de chef
de train te overtuigen en toen die bleef weigeren had hij zich tot de
overste van die man gewend en gedreigd met een diplomatiek incident.
En dat deed het 'em.
Wat daarna volgde zullen we niet snel vergeten. Honderden passagiers
van de Thalys zagen een paar gekken in een razend tempo met fietsen
naar de achterkant van de trein hollen om ze een minuutje later nog
sneller te zien terugspurten. Menige atletiekrecords zijn op dat
moment op perron 8 gesneuveld. Ondermeer dat van 100 meter spurten met
de fiets aan de hand.
En zo weten we de volgende maanden en jaren waarover we nog eens een
boompje kunnen opzetten. 450 kilometer langs een mooie route, vier
dagen met een stralende zon, grotendeels met de wind in de rug, zonder
grote ongelukken en met een bewogen dag in Parijs. Het is leuk geweest
vrienden.
Parijs 25km
Elk nadeel heb zijn voordeel. Wat we niet wisten bij vertrek was dat
vanmorgen in Parijs de marathon zou worden gelopen. Op zich vrij
onbelangrijk voor ons, ware het niet dat de start werd gegeven op de
Champs Elysées. Met de vele tienduizenden deelnemers was daar fietsen
natuurlijk uitgesloten. Tenzij, tenzij we wat zouden wachten, zoals
Erwin voorstelde.
Onze eerste taak was het zoeken van een huurfiets voor Els, de
sympathieke kersverse vriendin van Daniek. Na eerst vruchteloos
gewacht te hebben bij een zaak aan Canal de l'Ourcq, vonden we een
fietsenzaak in de schaduw van Montmartre, die wel open was.
Daarna kon het sightseeën beginnen. Langs de Opéra en La Madeleine
naar de Place de la Concorde en de Champs Elysées. En kijk: er was
niet alleen heel weinig verkeer op de onderste helft; de bovenste
helft was gewoon helemaal verkeersvrij gemaakt. Enkel voetgangers en
fietsers mochten door. En zo konden we kriskras over de laan struinen
of uitgebreid foto's maken midden op de anders drukke verkeersas. Aux
Champs Elysées...
Daarna bergaf naar de Pont d'Alma. Aan het monument voor Lady Di
hadden we ook een uitstekend zicht op de eindeloze massa
marathonlopers die onder ons door defileerden.
Dan verder naar de Eiffeltoren, Hotel des Invalides, Louvre en Notre
Dame. Fietsen in Parijs is geweldig, zeker op zo'n unieke stralende
lentezondag. Het was prachtig geweest onze fietstocht naar Parijs,
alleen zit het venijn soms in de staart.
We wisten dat tien fietsen op de Thalys wel eens voor problemen zouden
kunnen zorgen. Alle alternatieven hadden we bekeken, maar die waren er
eigenlijk niet.
Daarom waren we RUIM op tijd in Gare Du Nord. Maar niemand kon of
wilde tot twintig minuten voor vertrek zeggen, waar onze Thalys zou
vertrekken. Toen we dat wel te weten kwamen gingen we meteen aan de
chef de train vragen hoe we de fietsen best zouden meenemen. Maar die
weigerde kortaf. Alleen plooifietsen mochten mee volgens het kordate
mannetje. En toen we aanvoerden dat er vooraan en achteraan een leeg
bagagecompartiment was, wilde hij ons nog altijd niet toelaten.
Intussen tikte de klok genadeloos in ons nadeel.
Één alternatief was dat bijna iedereen met trein en bagage naar huis
reed en dat er twee een bestelwagen zouden huren en de fietsen
thuisbrengen. Maar wat zou dat kosten? En dan moest nog iemand die
bestelwagen ook terugbrengen...
Een andere optie werd met succes toegepast door de Stanne: gebaren van
krommenaas. Doodnormaal met de fietsen instappen en geen woord Frans
willen begrijpen. Of eventueel een boete betalen. Dat lukte voor
Stanne, Pascale, Cas, Els en Daniek.
De overigen stonden nog altijd vruchteloos te wachten. Twee minuten
vóór het vertrek werd de bagage al aan boord geworpen. We zouden wel
zien. Om klokslag 18u25, het uur van vertrek, kwam Luk hevig
gesticulerend teruggelopen. Hij had eerst nog eens geprobeerd de chef
de train te overtuigen en toen die bleef weigeren had hij zich tot de
overste van die man gewend en gedreigd met een diplomatiek incident.
En dat deed het 'em.
Wat daarna volgde zullen we niet snel vergeten. Honderden passagiers
van de Thalys zagen een paar gekken in een razend tempo met fietsen
naar de achterkant van de trein hollen om ze een minuutje later nog
sneller te zien terugspurten. Menige atletiekrecords zijn op dat
moment op perron 8 gesneuveld. Ondermeer dat van 100 meter spurten met
de fiets aan de hand.
En zo weten we de volgende maanden en jaren waarover we nog eens een
boompje kunnen opzetten. 450 kilometer langs een mooie route, vier
dagen met een stralende zon, grotendeels met de wind in de rug, zonder
grote ongelukken en met een bewogen dag in Parijs. Het is leuk geweest
vrienden.
zaterdag, april 10, 2010
Met één arm
Zaterdag 11 april
Orrouy - Parijs: 90 km
Met enige spijt vertrokken we in de chambre d'hôte in Orrouy, maar ook
in de wetenschap dat we bijna in Parijs waren. De zwaarste hellingen
waren achter de rug en ook vandaag zat het weer ons wonderwel mee:
volop zon en noordoostenwind. Windaf dus en dat scheelt een slok op
een borrel.
In feite was de tocht zelf vrij probleemloos. Het grootste nieuws
kwam uit Rusland waar het vliegtuig met de Poolse president was
neergestort. Anonieme bron: "Goeie zaak. Die mens heeft Europa al veel
geld gekost."
Wat ook veel geld gekost moet hebben was de Abdij van Chaalis. Leuk
optrekje op een flinke lap grond met ondermeer een romantische ruïne,
een mooie Gotische kapel uit 13de eeuw, een rozentuin en wat
kunstwerken verzameld door een rijke dame die last had om iets weg te
gooien.
Daarna het zoveelste bos en een paternoster van kleine dorpjes op een
steenworp van Parijs. En zo kwamen we aan het Canal de l'Ourcq, dat we
tot in het centrum van Parijs zouden volgen. Alleen was het een
prachtige lentedag en waren vele Parisiens ook naar het Canal de
l'Ourcq afgezakt om er te wandelen, joggen, skaten, fietsen of gewoon
voor onze wielen te lopen.
Vlak voor onze bestemming gebeurden er toch nog paar curieuze bijna
accidentjes. Aan een brug viel Cas gewoon om in super slow motion,
voeten nog altijd in de klikpedalen. En in La Villette bleef
ondergetekende met z'n helm hangen in een tak van een plataan. De boom
weigerde om ons te volgen en mijn fiets weigerde om meteen te stoppen,
hetgeen leidde tot een bizarre en wat ongemakkelijke houding voor mijn
hoofd.
Maar we hebben het dus allemaal gehaald. 450 km fietsen of meer. Cas
met vallen en opstaan en onverslijtbaar op de hellingen. Pascale soms
achteraan, maar vaak ook vóór de groep uit (zolang het vat niet af
was) en altijd in de eerste gelederen als er foto's werden genomen. De
Stanne steunend waar nodig en gepakt en gezakt als een muilezeltje.
Anit met die historische 10de april voor eeuwig in gedachten. Luk met
nieuw achterwiel en oude billen, maar onvoorspelbaar sterk. Kristien
die nog altijd de ongekroonde Queen of The Molshoop is, maar
probleemloos en sterk begint te klimmen. Daniek die altijd in is voor
een kleine competitie. Else onverstoorbaar als ze haar legt en haar
armen door haar vlinderstuur vlecht. Maar de strafste van al is toch
wel Erwin die zonder voorbereiding aan zo'n tocht begint en die dan
nog op karakter en met één hand uitrijdt. Hoed af!
Orrouy - Parijs: 90 km
Met enige spijt vertrokken we in de chambre d'hôte in Orrouy, maar ook
in de wetenschap dat we bijna in Parijs waren. De zwaarste hellingen
waren achter de rug en ook vandaag zat het weer ons wonderwel mee:
volop zon en noordoostenwind. Windaf dus en dat scheelt een slok op
een borrel.
In feite was de tocht zelf vrij probleemloos. Het grootste nieuws
kwam uit Rusland waar het vliegtuig met de Poolse president was
neergestort. Anonieme bron: "Goeie zaak. Die mens heeft Europa al veel
geld gekost."
Wat ook veel geld gekost moet hebben was de Abdij van Chaalis. Leuk
optrekje op een flinke lap grond met ondermeer een romantische ruïne,
een mooie Gotische kapel uit 13de eeuw, een rozentuin en wat
kunstwerken verzameld door een rijke dame die last had om iets weg te
gooien.
Daarna het zoveelste bos en een paternoster van kleine dorpjes op een
steenworp van Parijs. En zo kwamen we aan het Canal de l'Ourcq, dat we
tot in het centrum van Parijs zouden volgen. Alleen was het een
prachtige lentedag en waren vele Parisiens ook naar het Canal de
l'Ourcq afgezakt om er te wandelen, joggen, skaten, fietsen of gewoon
voor onze wielen te lopen.
Vlak voor onze bestemming gebeurden er toch nog paar curieuze bijna
accidentjes. Aan een brug viel Cas gewoon om in super slow motion,
voeten nog altijd in de klikpedalen. En in La Villette bleef
ondergetekende met z'n helm hangen in een tak van een plataan. De boom
weigerde om ons te volgen en mijn fiets weigerde om meteen te stoppen,
hetgeen leidde tot een bizarre en wat ongemakkelijke houding voor mijn
hoofd.
Maar we hebben het dus allemaal gehaald. 450 km fietsen of meer. Cas
met vallen en opstaan en onverslijtbaar op de hellingen. Pascale soms
achteraan, maar vaak ook vóór de groep uit (zolang het vat niet af
was) en altijd in de eerste gelederen als er foto's werden genomen. De
Stanne steunend waar nodig en gepakt en gezakt als een muilezeltje.
Anit met die historische 10de april voor eeuwig in gedachten. Luk met
nieuw achterwiel en oude billen, maar onvoorspelbaar sterk. Kristien
die nog altijd de ongekroonde Queen of The Molshoop is, maar
probleemloos en sterk begint te klimmen. Daniek die altijd in is voor
een kleine competitie. Else onverstoorbaar als ze haar legt en haar
armen door haar vlinderstuur vlecht. Maar de strafste van al is toch
wel Erwin die zonder voorbereiding aan zo'n tocht begint en die dan
nog op karakter en met één hand uitrijdt. Hoed af!
vrijdag, april 09, 2010
Wielbreuk
Vrijdag 10 april
Laon - Orrouy : 91 km
't Was behoorlijk fris vanmorgen daar in de buurt van Laon, maar de
hemel beloofde een schitterende dag. En hoe kan je de ochtendkou beter
bestrijden dan met een flinke helling? Na nog geen vijftien km, boven
na Suzy, was iedereen opgewarmd en werden de eerste windstoppers
weggeborgen.
Wat verder bezochten we de abdij van Prémontré, de wieg van de
Norbertijnen als het ware. "Mannen, beseffen jullie dat dat hier wel
een historische plaats is? (Luk)" Mooie abdij inderdaad, gelegen in
valleitje omzoomd door eindeloze beukenbossen. De abdij is sinds de
revolutie zowat van alles geweest: van een salpeterfabriek, over een
glasfabriek (hier ontstond Saint Gobain) en een weeshuis tot een
psychiatrische kliniek. Mooi maar tegelijk ook wat somber dus.
Een helling en een beukenbos verder gingen we uitgebreid een terrasje
doen in Coucy le Chateau d'Auffrique, een ommuurd stadje met een
kasteelruïne. Zalig beentjes strekken op zonovergoten terras. Korte
mouwtjes en zonnebrillen. Later op de dag ook zonnebrand natuurlijk.
Daarna af en toe nog een flinke kuitenbijter, maar vooral toch lange
stukken waar we tegen om en bij de 30 km/u door het landschap schoven
tot... er vanachter in de gelederen op een hellinkje wat knapte. "hé
man, dat was een ongelooflijke knal", zei Luk tegen zichzelf, tegen
Anit en later op de avond tegen de andere leden van de groep. "Omdat
we die band net hadden opgepompt, dacht ik natuurlijk daaraan. Maar
geen nood. Ik ben een grote jongen ik kan dat. Maar toen... toen lieve
help. Hier hebben we een klein probleem", dacht Luk. Dat was ook wel
de opinie van de bijgesnelde maten. Erwin: "Hier moet ik wel eens
efkes ingrijpen." Concreet was Luk door zijn velg gegaan. Omdat hij
constant moest remmen om te voorkomen dat hij de groep los reed, was
zijn achterwiel volledig doorgesleten. Een helling - want ook bergop
moest Luk de remmen dichtknijpen - was er te veel aan. De remblokjes
hadden een stuk van de velg losgerukt en de band was met een flinke
knal ontploft.
Een normaal mens zou denken dat zoiets meteen een perte
totale betekent, maar zo snel geeft Erwin zich niet gewonnen. Met veel
vernuft, koord en grijze tape plakte hij wat nog restte van de band
vast aan het skelet van het wiel en bolde daarme 10 kilometer terug
naar een fietsenmaker in Vic sur Aisne. Die man wist niet wat daar
kwam aangewaggeld en in de overtuiging dat het allemaal snel moest
gaan, want Parijs-Roubaix zou overmorgen van start gaan, maakte hij
van het vehikel weer een fiets. Allez, kortom een verhaal zoals je wel
eens leest over de Tour in het interbellum, maar nu wel echt gebeurd.
Geen woord van wat er hier staat is gelogen. En zo konden Luk en zijn
maten na een uurtje de verstopte bagage weer oppikken en met een
rotvaart naar Pierrefonds rijden, waar ondergetekende de vrouwen
gezelschap hield op weer eens een zonnig terrasje aan de voet van het
sprookjeskasteel. Apropos in de kelders van dat kasteel hadden we
Agnes Sorel ontmoet. Die bestaat dus echt, of bestond echt. Of ze ook
die soep heeft uitgevonden, konden we niet meer vragen want ze was al
behoorlijk koud.
En dan was er nog dat historisch moment, zoals Anit dat 's avonds met
een zekere trots, met wat rode wijn, maar vooral ook met een hervonden
stem aankondigde: "Mannen (want dat zeggen vrouwen altijd, zelfs al
zijn er alleen vrouwen in de buurt), mannen, ik ben vandaag voor het
eerst samen bovengekomen met Else en Kristien." Wat natuurlijk
voldoende reden was om het glas nog eens te heffen...
Laon - Orrouy : 91 km
't Was behoorlijk fris vanmorgen daar in de buurt van Laon, maar de
hemel beloofde een schitterende dag. En hoe kan je de ochtendkou beter
bestrijden dan met een flinke helling? Na nog geen vijftien km, boven
na Suzy, was iedereen opgewarmd en werden de eerste windstoppers
weggeborgen.
Wat verder bezochten we de abdij van Prémontré, de wieg van de
Norbertijnen als het ware. "Mannen, beseffen jullie dat dat hier wel
een historische plaats is? (Luk)" Mooie abdij inderdaad, gelegen in
valleitje omzoomd door eindeloze beukenbossen. De abdij is sinds de
revolutie zowat van alles geweest: van een salpeterfabriek, over een
glasfabriek (hier ontstond Saint Gobain) en een weeshuis tot een
psychiatrische kliniek. Mooi maar tegelijk ook wat somber dus.
Een helling en een beukenbos verder gingen we uitgebreid een terrasje
doen in Coucy le Chateau d'Auffrique, een ommuurd stadje met een
kasteelruïne. Zalig beentjes strekken op zonovergoten terras. Korte
mouwtjes en zonnebrillen. Later op de dag ook zonnebrand natuurlijk.
Daarna af en toe nog een flinke kuitenbijter, maar vooral toch lange
stukken waar we tegen om en bij de 30 km/u door het landschap schoven
tot... er vanachter in de gelederen op een hellinkje wat knapte. "hé
man, dat was een ongelooflijke knal", zei Luk tegen zichzelf, tegen
Anit en later op de avond tegen de andere leden van de groep. "Omdat
we die band net hadden opgepompt, dacht ik natuurlijk daaraan. Maar
geen nood. Ik ben een grote jongen ik kan dat. Maar toen... toen lieve
help. Hier hebben we een klein probleem", dacht Luk. Dat was ook wel
de opinie van de bijgesnelde maten. Erwin: "Hier moet ik wel eens
efkes ingrijpen." Concreet was Luk door zijn velg gegaan. Omdat hij
constant moest remmen om te voorkomen dat hij de groep los reed, was
zijn achterwiel volledig doorgesleten. Een helling - want ook bergop
moest Luk de remmen dichtknijpen - was er te veel aan. De remblokjes
hadden een stuk van de velg losgerukt en de band was met een flinke
knal ontploft.
Een normaal mens zou denken dat zoiets meteen een perte
totale betekent, maar zo snel geeft Erwin zich niet gewonnen. Met veel
vernuft, koord en grijze tape plakte hij wat nog restte van de band
vast aan het skelet van het wiel en bolde daarme 10 kilometer terug
naar een fietsenmaker in Vic sur Aisne. Die man wist niet wat daar
kwam aangewaggeld en in de overtuiging dat het allemaal snel moest
gaan, want Parijs-Roubaix zou overmorgen van start gaan, maakte hij
van het vehikel weer een fiets. Allez, kortom een verhaal zoals je wel
eens leest over de Tour in het interbellum, maar nu wel echt gebeurd.
Geen woord van wat er hier staat is gelogen. En zo konden Luk en zijn
maten na een uurtje de verstopte bagage weer oppikken en met een
rotvaart naar Pierrefonds rijden, waar ondergetekende de vrouwen
gezelschap hield op weer eens een zonnig terrasje aan de voet van het
sprookjeskasteel. Apropos in de kelders van dat kasteel hadden we
Agnes Sorel ontmoet. Die bestaat dus echt, of bestond echt. Of ze ook
die soep heeft uitgevonden, konden we niet meer vragen want ze was al
behoorlijk koud.
En dan was er nog dat historisch moment, zoals Anit dat 's avonds met
een zekere trots, met wat rode wijn, maar vooral ook met een hervonden
stem aankondigde: "Mannen (want dat zeggen vrouwen altijd, zelfs al
zijn er alleen vrouwen in de buurt), mannen, ik ben vandaag voor het
eerst samen bovengekomen met Else en Kristien." Wat natuurlijk
voldoende reden was om het glas nog eens te heffen...
donderdag, april 08, 2010
Van druilregen tot zadelpijn
Donderdag 8 april
Pesche- Laon : 101 km, jawel 101
Ochtendstond heeft een beergeur in de mond. Neen, echt niet om mee te
lachen, zeker niet als je probeert in dat kamertje je tanden te
poetsen. Over oud brood bij het ontbijt kan blijkbaar gediscussieerd
worden. Persoonlijk kan ik dat niet waarderen, maar anderen zien
daarin een teken dat het echt brood was. Whatever. Le Relais Du
Marronnier is toch niet echt een aanrader.
Erger nog wachtte ons buiten. Geen buien, maar onvervalste regen,
druilregen, motregen... Nat word je er in ieder geval van, was de
enige droge opmerking van de ochtend, van Else overigens. En dus wij
met frisse tegenzin - met de nadruk op fris - langs de abdij van
Scroumont, waar we zelfs geen tijd hadden voor een noveentje.
Langs een vergeten hoekje van ons koninkrijk Frankrijk binnengeglipt
om wat verder boven al rillend uit te hijgen. De Mona Lisa-smile van
Anit op de foto is slechts schone schijn. De flapperende handjes van de Stanne op de achtergrond spreken boekdelen. Koud was het, verdomd koud met die
noorderwind en die druilerige regen.
Na een tijd kon ik nog met moeite schakelen of drinken uit mijn
drinkbus. Plezant dat dat is zo'n fietsvakantie. Wie had daar een dure
eed gezworen om alleen nog ten zuiden van Lyon te fietsen?
In het eerste café zouden we een koffie gaan drinken, hadden we ons
voorgenomen. Maar fietsers weest gewaarschuwd: tussen de Belgische
grens en Laon (80km verder) is er geen enkel café! Je vraagt je toch
wel af wat die Fransen daar zoal doen in de Thierache. Overigens een
mooie streek.
Apropos, ergens in een paar van die godvergeten valleitjes maakten we
ook een primeur mee: een lekke band voor Else (du jamais vu) en voor
Pascale. En Cas dan?, vraagt u zich af. Niks speciaals? Nee, ik moet u
teleurstellen. Cas reed voorbeeldig. Altijd als eerste boven en altijd
klaar voor een vettige mop.
Ondanks de wind die toch wel in ons voordeel blies, gingen na 80 km de kaarsjes stilletjesaan uit. Opmerkingen, niet van enige onderdrukte bitsigheid
gespeend, zoals "wa minder jah", "een tandje kleinder joh" of "doet er
is wattaf jah", waren niet van de lucht. En kijk, da's nu het voordeel
van wat ouder worden: je hoort niet meer zo goed en iedereen lijkt dat
te accepteren. 'k Had het verdorie drie jaar geleden eens moeten
proberen. Met één compagnon had ik wel degelijk heel erg te doen: met
Luk. Je zag hem na iedere korte stop zijn billen pijnlijk over dat
zadel draperen en kon dan niet anders dan medelijden hebben. Poepcrème
heeft blijkbaar toch ook z'n beperkingen.
101 kilometer hadden we op de teller toen we bij ons hotelletje
aankwamen. Op de gezichten las je moeiteloos de terechte trots. Dat
zijn we dan ook uitgebreid gaan vieren in het historische hart van
Laon. En voor wie denkt dat wij een stelletje cultuurbarbaren zijn,
wil ik toch nog even meegeven dat Laon een tijdje de hoofdstad was van
het embryonale Frankrijk, dat de kathedraal van 1155 één van de
eerste en mooiste voorbeelden is van gotiek en als voorbeeld heeft
gediend voor ondermeer de kathedraal van Reims, en dat die entrecôte
met die rode wijn niet beter kon zijn. 't Moeten niet altijd balletjes
in tomatensaus zijn.
Pesche- Laon : 101 km, jawel 101
Ochtendstond heeft een beergeur in de mond. Neen, echt niet om mee te
lachen, zeker niet als je probeert in dat kamertje je tanden te
poetsen. Over oud brood bij het ontbijt kan blijkbaar gediscussieerd
worden. Persoonlijk kan ik dat niet waarderen, maar anderen zien
daarin een teken dat het echt brood was. Whatever. Le Relais Du
Marronnier is toch niet echt een aanrader.
Erger nog wachtte ons buiten. Geen buien, maar onvervalste regen,
druilregen, motregen... Nat word je er in ieder geval van, was de
enige droge opmerking van de ochtend, van Else overigens. En dus wij
met frisse tegenzin - met de nadruk op fris - langs de abdij van
Scroumont, waar we zelfs geen tijd hadden voor een noveentje.
Langs een vergeten hoekje van ons koninkrijk Frankrijk binnengeglipt
om wat verder boven al rillend uit te hijgen. De Mona Lisa-smile van
Anit op de foto is slechts schone schijn. De flapperende handjes van de Stanne op de achtergrond spreken boekdelen. Koud was het, verdomd koud met die
noorderwind en die druilerige regen.
Na een tijd kon ik nog met moeite schakelen of drinken uit mijn
drinkbus. Plezant dat dat is zo'n fietsvakantie. Wie had daar een dure
eed gezworen om alleen nog ten zuiden van Lyon te fietsen?
In het eerste café zouden we een koffie gaan drinken, hadden we ons
voorgenomen. Maar fietsers weest gewaarschuwd: tussen de Belgische
grens en Laon (80km verder) is er geen enkel café! Je vraagt je toch
wel af wat die Fransen daar zoal doen in de Thierache. Overigens een
mooie streek.
Apropos, ergens in een paar van die godvergeten valleitjes maakten we
ook een primeur mee: een lekke band voor Else (du jamais vu) en voor
Pascale. En Cas dan?, vraagt u zich af. Niks speciaals? Nee, ik moet u
teleurstellen. Cas reed voorbeeldig. Altijd als eerste boven en altijd
klaar voor een vettige mop.
Ondanks de wind die toch wel in ons voordeel blies, gingen na 80 km de kaarsjes stilletjesaan uit. Opmerkingen, niet van enige onderdrukte bitsigheid
gespeend, zoals "wa minder jah", "een tandje kleinder joh" of "doet er
is wattaf jah", waren niet van de lucht. En kijk, da's nu het voordeel
van wat ouder worden: je hoort niet meer zo goed en iedereen lijkt dat
te accepteren. 'k Had het verdorie drie jaar geleden eens moeten
proberen. Met één compagnon had ik wel degelijk heel erg te doen: met
Luk. Je zag hem na iedere korte stop zijn billen pijnlijk over dat
zadel draperen en kon dan niet anders dan medelijden hebben. Poepcrème
heeft blijkbaar toch ook z'n beperkingen.
101 kilometer hadden we op de teller toen we bij ons hotelletje
aankwamen. Op de gezichten las je moeiteloos de terechte trots. Dat
zijn we dan ook uitgebreid gaan vieren in het historische hart van
Laon. En voor wie denkt dat wij een stelletje cultuurbarbaren zijn,
wil ik toch nog even meegeven dat Laon een tijdje de hoofdstad was van
het embryonale Frankrijk, dat de kathedraal van 1155 één van de
eerste en mooiste voorbeelden is van gotiek en als voorbeeld heeft
gediend voor ondermeer de kathedraal van Reims, en dat die entrecôte
met die rode wijn niet beter kon zijn. 't Moeten niet altijd balletjes
in tomatensaus zijn.
woensdag, april 07, 2010
Van poepcrème en zelfgemaakte choco
Woensdag 7 april
Namen - Pesche : 84 km
Niet meer die blauwe hemel vanmorgen om ons te verwelkomen, maar zwaar
bewolkt was het ook nog niet. Er stond wel een wat schrale wind die
het niet echt aangenaam maakte.
Tot Dinant volgden we het jaagpad op de linkeroever van de Maas. Aan
de ene kant de majestueuze stroom. Aan de andere kant prachtige oude
villa's langs de waterkant. Toch in Wépion en omgeving. Voor wanneer
we met Euromillions winnen... Alleen de Ravel zelf viel wat tegen.
Flink wat kilometers kasseien waren ons lot.
In Dinant onder de citadel een eerste cafeïnestop. Daarna verder
stroomopwaarts. In de buurt van Hastière was het hoogtijd voor Luk om
z'n billen nog eens netjes over zijn zadel te leggen en ampel
gebruik te maken van poepcrème. Het heilzame effect ervan tegen
zadelpijn - iets wat alleen fietsers en wielrenners kunnen smaken - valt niet te ontkennen. Al gaat natuurlijk niet iedereen zover om de crème niet alleen tussen de billen, maar ook tussen de boterham te smeren.
En zo zit de ene met zadelpijn en de andere met een hartje dat net
iets te enthousiast begint te popelen. Maar dokters vindt mijn
vrouwtje maar onbetrouwbare sujetten. Een kwartiertje liggen is
volgens haar even goed.
En hoe zit het intussen met Cas? Want daar heeft u vandaag nog niks
over gelezen. Wel hij heeft geheel onverwacht een nieuwe hobby
ontdekt: paaldansen. De omstrengeling was zo intens dat de toegesnelde
compagnons een kwartier hebben moeten zwoegen om het verkeerspaaltje
te bevrijden. Bij nader toezien bleek het paaltje er met de schrik
vanaf te komen. Op de volledige diagnose bij Cas is het nog wachten
tot het eind van de week.
Tijd om te bekomen bij een uitgebreide picknick, met salami, kaas
en... zelfgemaakte choco. De choco van Else is al jaren een geweldige
hit. Nadeel is blijkbaar dat dit bijval geen maanden goed blijft, maar
de kans dat de pot Parijs haalt, lijkt nihil. De houdbaarheidsdatum
zullen we dus wel nooit bereiken.
Terug naar onze trip nu, als een treintje langs de Ravel door de
Condroz naar Mariembourg. Daar het stoomtreinenmuseum bezocht én het
enige café op het marktplein dat we nog niet kenden. En omdat we
intussen weer 70 km zuidelijker zaten, ruilden we de Ciney voor een
Chimay. Een beetje overmoedig misschien want er wachtten ons nog wat
pittige hellingen. In de namiddag was het kwik op kousevoeten naar
17 graden geslopen, wat het gerstenat nog beter deed smaken.
Een paar kilometer verder in Boussu-en-Fagne een kasteel gezien om U
tegen te zeggen. Bij gelegenheid toch eens opzoeken van wie het is,
voor het geval we de aandrang zouden voelen om het over te kopen.
En daarna de laatste hellingen naar le Relais Du Marronnier in Pesche.
Paardenvolk, volgens K10. Voor 't avondeten balletjes (eigenlijk forse
ballen) in tomatensaus. 't wordt een traditie.
Namen - Pesche : 84 km
Niet meer die blauwe hemel vanmorgen om ons te verwelkomen, maar zwaar
bewolkt was het ook nog niet. Er stond wel een wat schrale wind die
het niet echt aangenaam maakte.
Tot Dinant volgden we het jaagpad op de linkeroever van de Maas. Aan
de ene kant de majestueuze stroom. Aan de andere kant prachtige oude
villa's langs de waterkant. Toch in Wépion en omgeving. Voor wanneer
we met Euromillions winnen... Alleen de Ravel zelf viel wat tegen.
Flink wat kilometers kasseien waren ons lot.
In Dinant onder de citadel een eerste cafeïnestop. Daarna verder
stroomopwaarts. In de buurt van Hastière was het hoogtijd voor Luk om
z'n billen nog eens netjes over zijn zadel te leggen en ampel
gebruik te maken van poepcrème. Het heilzame effect ervan tegen
zadelpijn - iets wat alleen fietsers en wielrenners kunnen smaken - valt niet te ontkennen. Al gaat natuurlijk niet iedereen zover om de crème niet alleen tussen de billen, maar ook tussen de boterham te smeren.
En zo zit de ene met zadelpijn en de andere met een hartje dat net
iets te enthousiast begint te popelen. Maar dokters vindt mijn
vrouwtje maar onbetrouwbare sujetten. Een kwartiertje liggen is
volgens haar even goed.
En hoe zit het intussen met Cas? Want daar heeft u vandaag nog niks
over gelezen. Wel hij heeft geheel onverwacht een nieuwe hobby
ontdekt: paaldansen. De omstrengeling was zo intens dat de toegesnelde
compagnons een kwartier hebben moeten zwoegen om het verkeerspaaltje
te bevrijden. Bij nader toezien bleek het paaltje er met de schrik
vanaf te komen. Op de volledige diagnose bij Cas is het nog wachten
tot het eind van de week.
Tijd om te bekomen bij een uitgebreide picknick, met salami, kaas
en... zelfgemaakte choco. De choco van Else is al jaren een geweldige
hit. Nadeel is blijkbaar dat dit bijval geen maanden goed blijft, maar
de kans dat de pot Parijs haalt, lijkt nihil. De houdbaarheidsdatum
zullen we dus wel nooit bereiken.
Terug naar onze trip nu, als een treintje langs de Ravel door de
Condroz naar Mariembourg. Daar het stoomtreinenmuseum bezocht én het
enige café op het marktplein dat we nog niet kenden. En omdat we
intussen weer 70 km zuidelijker zaten, ruilden we de Ciney voor een
Chimay. Een beetje overmoedig misschien want er wachtten ons nog wat
pittige hellingen. In de namiddag was het kwik op kousevoeten naar
17 graden geslopen, wat het gerstenat nog beter deed smaken.
Een paar kilometer verder in Boussu-en-Fagne een kasteel gezien om U
tegen te zeggen. Bij gelegenheid toch eens opzoeken van wie het is,
voor het geval we de aandrang zouden voelen om het over te kopen.
En daarna de laatste hellingen naar le Relais Du Marronnier in Pesche.
Paardenvolk, volgens K10. Voor 't avondeten balletjes (eigenlijk forse
ballen) in tomatensaus. 't wordt een traditie.
dinsdag, april 06, 2010
Van een paar klikpedalen en de zon in twee glazen Ciney
Dinsdag 6 april
Keerbergen - Namen : 84 km
Behoorlijk fris was het nog toen we even over de klok van negen gepakt
en gezakt samentroepten in de Klein Appelstraat. Op het appel : Erwin
en Else in fonkelnieuw gesponsorde outfit, Luk en Anit beiden
worstelend met het begin of eind van een soortement keelontsteking,
Stanne met smile van oor tot oor, Pascale hevig om meteen aan de kop
te sleuren, Cas met fonkelnieuwe klikpedalen (maar daarover straks
meer), Daniek zonder Els (tot gisteren was dat nog heel normaal),
Kristien al wat opgesmeten maar nog lang niet zo veel als 's avonds en
ondergetekende met veel goesting. De foto zegt het allemaal.
Klikpedalen zijn een fantstische uitvinding. Ze voorkomen dat je van
je fiets wordt geblazen of dat je fiets in volle spurt niet meer wil
volgen. Fietser en fiets worden aan elkaar vastgeklikt en dat loopt
allemaal goed tot je stilstaat. Een fiets die stilstaat heeft namelijk
de gewoonte om te vallen, desnoods met fietser en al. En zo gebeurde
aan de brug van Tildonk, na nog geen tien kilometer. Ondergetekende
remde om in te voegen tussen wat auto's. De Stanne had dat niet tijdig
gezien, ramde me vanachter en sloeg daarna opzij. Cas had het ook niet
in de smiezen en ging met pedalen en al ook tegen het asfalt. De
averij viel nogal mee. Stanne met een gebogen remhendel en Cas met een
gat in de broek en een klein gaatje in de knie.
In Meldert volgde de tweede aflevering. Iedereen stopte bovenaan de
helling. Cas stopte ook, maar viel dan in slow motion weer op z'n zij.
"Ik dacht: toch niet opnieuw.", zei hij later. Tot zover de accidenten.
Na een blitsbezoek langs het internaat van Daniek, en Paul D'Hoore en
Eugene De Berode, ( ook bekend als een superstreng internaat op VT4)
denderden we Hoegaarden binnen voor een koffiestop in Den Venetiaen.
Maar 't café was dicht en dus bolden we maar rustig door naar Jodoigne
voor wat cafeïne. Daarna langs de Ravel in korte mouwen en korte
broek, als tien zomerzotten naar Eghezée. Als ze me ooit vragen wat
het mooiste fietspad van 't land is, kies ik ongetwijfeld voor deze
Ravel. De mooi blauwe hemel en de zachte temperatuur maakten het nog
aangenamer.
Rond kwart over drie waren op onze bestemming en een half uurtje later
hadden ze aan de receptie ook onze reservering teruggevonden. "C'était
question d'un zéro monsieur." Whatever.
Rond vier uur dan te voet flanerend langs de boorden van de Maas naar
de Marché aux Légumes in Namen. Gezellig pleintje vol mensen met
één idee: even genieten. Meer moet dat niet zijn. Weinige dingen
smaken zo fris als de voorjaarszon in een bruine Ciney of twee.
Keerbergen - Namen : 84 km
Behoorlijk fris was het nog toen we even over de klok van negen gepakt
en gezakt samentroepten in de Klein Appelstraat. Op het appel : Erwin
en Else in fonkelnieuw gesponsorde outfit, Luk en Anit beiden
worstelend met het begin of eind van een soortement keelontsteking,
Stanne met smile van oor tot oor, Pascale hevig om meteen aan de kop
te sleuren, Cas met fonkelnieuwe klikpedalen (maar daarover straks
meer), Daniek zonder Els (tot gisteren was dat nog heel normaal),
Kristien al wat opgesmeten maar nog lang niet zo veel als 's avonds en
ondergetekende met veel goesting. De foto zegt het allemaal.
Klikpedalen zijn een fantstische uitvinding. Ze voorkomen dat je van
je fiets wordt geblazen of dat je fiets in volle spurt niet meer wil
volgen. Fietser en fiets worden aan elkaar vastgeklikt en dat loopt
allemaal goed tot je stilstaat. Een fiets die stilstaat heeft namelijk
de gewoonte om te vallen, desnoods met fietser en al. En zo gebeurde
aan de brug van Tildonk, na nog geen tien kilometer. Ondergetekende
remde om in te voegen tussen wat auto's. De Stanne had dat niet tijdig
gezien, ramde me vanachter en sloeg daarna opzij. Cas had het ook niet
in de smiezen en ging met pedalen en al ook tegen het asfalt. De
averij viel nogal mee. Stanne met een gebogen remhendel en Cas met een
gat in de broek en een klein gaatje in de knie.
In Meldert volgde de tweede aflevering. Iedereen stopte bovenaan de
helling. Cas stopte ook, maar viel dan in slow motion weer op z'n zij.
"Ik dacht: toch niet opnieuw.", zei hij later. Tot zover de accidenten.
Na een blitsbezoek langs het internaat van Daniek, en Paul D'Hoore en
Eugene De Berode, ( ook bekend als een superstreng internaat op VT4)
denderden we Hoegaarden binnen voor een koffiestop in Den Venetiaen.
Maar 't café was dicht en dus bolden we maar rustig door naar Jodoigne
voor wat cafeïne. Daarna langs de Ravel in korte mouwen en korte
broek, als tien zomerzotten naar Eghezée. Als ze me ooit vragen wat
het mooiste fietspad van 't land is, kies ik ongetwijfeld voor deze
Ravel. De mooi blauwe hemel en de zachte temperatuur maakten het nog
aangenamer.
Rond kwart over drie waren op onze bestemming en een half uurtje later
hadden ze aan de receptie ook onze reservering teruggevonden. "C'était
question d'un zéro monsieur." Whatever.
Rond vier uur dan te voet flanerend langs de boorden van de Maas naar
de Marché aux Légumes in Namen. Gezellig pleintje vol mensen met
één idee: even genieten. Meer moet dat niet zijn. Weinige dingen
smaken zo fris als de voorjaarszon in een bruine Ciney of twee.
Abonneren op:
Posts (Atom)